blog | werkgroep caraïbische letteren

Carry-Ann Tjong-Ayong – Mijn levensredder

Het kindje in mij groeide voorspoedig. Ik werd dikker en mijn wangen kregen een rozige aanblik. Mijn haren glansden en ik voelde mij vrolijk en gelukkig.

Tot die avond. Wij hadden bij een collega van Wim gegeten en mijn maag was van streek. Mijn buik begon pijn te doen en ik voelde mij opeens heel ziek.

Ik lag op mijn bed en riep om een dokter. Wim belde en de huisarts kwam aanrennen in haar pyjama ….. Even was ik verbaasd. De hond ook, want die gromde naar haar.

Alles ging in een stroomversnelling. De rit in een ambulance naar het ziekenhuis met mijn benen hoog op een zak oude schoenen. Het telefoontje met prof. Haspels die in zijn auto sprong. De paniek in de operatiekamer omdat ik maar niet onder narcose kwam. Tenslotte werd er een Surinaamse chirurg gehaald die mij geruststellend toelachte.

 “Kondreman!” lachte ik verheugd. Hij hechtte vaardig het infuus in mijn enkel. En ik voelde  hoe ik langzaam in een diepe slaap wegzakte.

Zeven uur later sloeg ik mijn ogen op en keek in het ongeruste gezicht van Ronnie Nobrega, een vriend van mijn broer. “Carry…!” zei hij ongerust en ik moest lachen. “Hoe kijk je alsof je een spook ziet!” plaagde ik. “Dat vertel ik je later wel” zei hij gerustgesteld. Ik werd weer zieker en kreeg hoge koorts, die wekenlang duurde.

Prof Haspels kwam dagelijks aan mijn bed en met zijn rustige stem vertelde hij wat er met mij aan de hand was. Ik bleef maar vragen stellen. Ik had het geluk dat hij op dit onderwerp, de uterus ruptuur, gepromoveerd was. Hij liet een stapeltje boeken langs brengen en ik bestudeerde mijn ziektegeschiedenis alsof ik er tentamen in moest doen. Ik herstelde langzaam en moest opnieuw leren lopen. In de avonduren studeerde ik voor mijn doctoraalexamen in de kamer van Ronnie en mijn hoogleraar kwam de tentamens afnemen. Dat hield mij op de been.

Na vier maanden mocht ik eindelijk naar huis.  Ik was Prof Haspels innig dankbaar dat hij mijn leven had gered. Hij schreef nog een mooie brief dat ik nu alleen nog kinderen mocht adopteren. En dat deden wij.

Gisteren zag ik op de televisie dat de sympathieke hoogleraar was overleden.

Ik moest weer terugdenken aan die lange nacht, toen hij vocht voor mijn leven.

En weer ontstak ik een kaarsje voor de ziel van een groot mens.

Cat 30 december 2012

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter