blog | werkgroep caraïbische letteren

Een feestje voor oude blanken (3 en slot)

door Rudie Kagie
 
Het n-woord
 

Roy ‘Kaikusi’ Groenberg, activist uit Amster­dam-Zuidoost, voormalig welzijnswerker en sinds tien jaar voorzitter van de stichting Eer en Herstel Betalingen Slachtoffers van Slavernij in Suri­name, hoopt in het kader van het herdenkingsjaar 2013 op een ontmoeting met koningin Beatrix. ‘Ik wil met Hare Majesteit onder het genot van een kopje koffie terugblikken en vooruitkijken. Het wordt tijd om een dikke streep te zetten onder het slavernijverleden. Dat verleden heeft mijn generatie opgehouden omdat het nog niet verwerkt was. Ik vind dat mijn kleinkinderen niet meer over slavernij moeten praten. Ze behoren te weten wat de geschiedenis van hun voorouders is, maar ze moeten zich vooral bezighouden met cultuur, wetenschap, politiek, huizen kopen. Ze moeten voort in het leven.’De eerste grote triomf oogstte Groenberg in 2001, toen zijn stichting met succes ageerde tegen de omschrijving van het woord ‘neger’ in de Dikke Van Dale. Het lukte niet om het n-woord geschrapt te krijgen, maar met de toevoeging dat de aanduiding door sommigen als krenkend wordt ervaren, waren de activisten tevreden.

In 2006 richtte Groenberg zijn peilen op de chocoladespecialiteit de negerzoen. De firma Van der Breggen uit Tilburg, die de fabricage van de firma Buys had overgenomen, reageerde niet op brieven van de stichting. ‘We wilden een cultureel historisch centrum bouwen in Nederland. Als we voor elke doos negerzoenen die in al die jaren zijn verkocht één kwartje zouden krijgen, hadden we aan de vijfentwintig miljoen gezeten die we nodig hadden.’ Dat de opdruk van de gele dozen voortaan ‘Negen zoenen’ in plaats van ‘Negerzoenen’ vermeldde, zal de omzet geen kwaad hebben gedaan. ‘Achteraf blijkt dat we dat bedrijf met onze actie aan enorm veel free publicity hebben geholpen. Daar hebben we geen bloemetje voor gehad.’Vorig jaar kwamen Groenberg en zijn stichting in opstand tegen Het negerboek, de Nederlandse vertaling van The Book of Negroes van de Canadese romancier Lawrence Hill. De titel werd als beledigend ervaren, maar uitgeverij Nieuw Amsterdam voelde er niets voor om te capituleren voor de eis dat de publicatie uit de handel zou worden genomen. Groenberg: ‘We stonden op het punt om via een juridische procedure te bereiken dat we twee euro per verkocht exemplaar zouden krijgen als genoegdoening. Uiteindelijk hebben we dat niet gedaan omdat de indruk zou kunnen ontstaan dat we een stelletje geldwolven zijn. Omdat we ons gekrenkt voelden, hebben we in het openbaar de kaft van het boek verbrand. Dat was wereldnieuws, we hebben daar zelfs het achtuurjournaal van de Canadese televisie mee gehaald.’

Zwarte holocaust

In de herstelbetalingen waar het bij de oprichting van de stichting om was begonnen, zit vooralsnog weinig schot. Advocaat Gerard Spong zag wel mogelijkheden om naar Amerikaans voorbeeld claims in te dienen bij bedrijven die zich eeuwenlang aan de slavernij verrijkten. Zo zou Hudig, inmiddels eigendom van het Amerikaanse Aon, vroeger slavenschepen hebben verzekerd. De Nederlandse handelsmaatschappij, een van de voorlopers van ABN Amro, kan ook een rol hebben gespeeld in de Surinaamse plantage-economie. ‘Dat we daar toen niet uitgekomen zijn, is een geldkwestie,’ zegt Roy Groenberg. ‘Voordat Spong namens onze stichting een zaak zou aanspannen, moest er een bedrag op zijn rekening worden gestort. We hadden hem gevraagd om het pro deo te doen, maar dat bleek niet mogelijk. Het idee dat Nederland een gebaar zou moeten maken tegenover de nazaten van de slaven is niet van de baan, maar dat betekent niet dat we met geopende portemonnee klaarzitten om de miljoenen op te vangen. De herstelbetaling zou bijvoorbeeld ook kunnen bestaan uit vijftig jaar adopteren door Nederland van het peuteronderwijs in Suriname. Dat zou bijdragen tot echte bevrijding. Iemand die elke maand een formulier moet invullen om zijn geld te krijgen, noem ik niet bevrijd.’

Het geharrewar over geschiedschrijving, herstelbetalingen en excuses voor de gruweldaden die Nederland in de koloniale tijd beging, heeft primair met perceptie te maken, legt Sandew Hira uit. Zelfs ruimdenkende, meegaande progressieve mensen onder zijn gehoor beginnen ongemakkelijk te zuchten zodra hij de Zwarte holocaust ter sprake brengt, die volgens hem in mening opzicht de grimmigheid overtrof van de Holocaust (‘de Holocaust heeft vijf jaar geduurd, de slavernij heeft vijfhonderd jaar geduurd. De Holocaust kostte het leven aan zes miljoen mensen, slavernij aan tweehonderd tot vierhonderd miljoen mensen’). ‘Als mensen mij op grond van die uitspraak in de gevangenis willen stoppen, moeten ze dat vooral doen,’ zegt hij. ‘Maar zo uitzonderlijk is het niet wat ik beweer. In literatuur van Amerikaanse wetenschappers kwam je dergelijke analyses al tientallen jaren geleden tegen, maar in Nederland is dit een betrekkelijk nieuw geluid. Daar schrikken die witte hoogleraren van, ze zijn niet gewend dat ze worden tegengesproken. Zwarte intellectuelen beginnen kritische vragen te stellen. In dat proces zitten we nu. De tijd dat zwarte mensen een stijve nek overhielden aan het gedwee ja en amen knikken en onderdanig luisteren naar wat de witte professor te zeggen heeft, is voorgoed voorbij.’

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter