blog | werkgroep caraïbische letteren

Vertrouwen en duurzaamheid (4)

Complexen

door Willem van Lit

Ik zal hierna twee invalshoeken bespreken waarin we factoren van invloed op het verschijnsel vertrouwen kunnen ontdekken: een psychologische en een sociologische kijk. Daarna zal ik het fenomeen vertrouwen bespreken binnen een organisatorische context, de plek waar mensen met elkaar samenwerken. De verschillende factoren van invloed vinden hun basis in een aantal psycho- en sociodynamische complexen. Deze zal ik eerst in algemene zin bespreken.

Maissouradze2

Tekening Maissouradze

Zoals ik eerder schreef, heeft vertrouwen een zeker moreel of ethisch karakter. Je moet een idee hebben van het goede en je moet daarbij bereid zijn jezelf afhankelijk op te stellen van dingen en structuren die anderen hebben bedacht of van die anderen zelf. Dat betekent dat je kwetsbaar wilt zijn in de verwachting dat anderen integer met je omgaan. Je moet geloven dat systemen positief werken of in elk geval geen nadeel berokkenen. Het draait om voorspelbaarheid van goed gedrag of goede werking. Hierdoor krijgt de onderlinge afhankelijkheid kans tot ontwikkeling te komen tot een substantieel constante en stevige basis voor het functioneren van menselijke verhoudingen.

Ik noem het complexen omdat het hier niet gaat om min of meer geïndividualiseerde gedragingen. Complexen hebben betrekking op maatschappelijke patronen, die op een structurele manier de menselijke verhoudingen inhoud geven. Zij verklaren algemene denkwijzen, consistentie in handelingspatronen en zij bepalen deels ook de wijze waarop we de samenleving hebben ingericht (cultuuruitingen).

Psychosociale complexen zijn te begrijpen in een historische context. In de mentale geschiedenis van de mens zijn er diverse breuklijnen geweest. Deze breuklijnen geven aan hoe een meerderheid van mensen in hun ontwikkeling veranderingen in hun mens- en wereldbeeld kregen, hun positie in de samenleving, de ervaring met of hechting aan vooropgezette levensbeelden.

Een belangrijke ommekeer deed zich in het westen voor in de 18e eeuw bij de komst van de Verlichting. Het traditionele godsbeeld en het daarmee samenhangende beeld van de onveranderlijkheid van natuur, wereld, ordening van de samenleving verschoof ingrijpend. Het onwrikbare geloof in een allesbepalende invloed van God veranderde; bij de mens groeide het bewustzijn van zelfverantwoordelijkheid. Met deze verandering kwam ook de betekenis van de begrippen gevaar en risico in beweging én de daarmee samenhangende begrippen vertrouwen en confidentie. Gevaar – als dagelijks verschijnsel – was voorheen sterk verbonden met de allesvoorzienige God met voor de mens verborgen intenties. Onze eigen menselijke inspanningen deden er niet zoveel toe. Men vertrouwde het lot toe aan de onvoorspelbare voorzienigheid; dit was een God, van wie de wisselende stemming verbonden was aan eventuele ‘kwade’ of deloyale gedachten en handelingen. Gevaar was direct afhankelijk van een God met luimen en een verstoorde relatie. ‘Deo volente’ of ‘als Allah het wil’ in alle varianten geeft uitdrukking aan dat onvoorwaardelijke godsvertrouwen of – anders gezegd – confidentie. De mens vertrouwt óp God. Gevaar is onafwendbaar als het zich voordoet. God is niet te beïnvloeden. Het gaat dan ook niet om bereidheid zichzelf afhankelijk te stellen; die keuze is er niet: men ís afhankelijk van een onvoorspelbare voorzienigheid. Er is geen sprake van wederzijdse werking of van opbouw of ontwikkeling van vertrouwen. Het bestaan van het gevaar is eenzijdig, onvoorspelbaar en onvoorwaardelijk. Men stelt zich dan ook onvoorwaardelijk afhankelijk op: dat is het lot. Dat is niet te beïnvloeden.

 

Met de Verlichting veranderde de betekenis van het verschijnsel ‘gevaar’ in risico. Daarbij ontstond het inzicht dat risico’s wel degelijk beïnvloedbaar zijn. Hierbij volgde de (dikwijls spijkerharde) discussie over het bestaan van de vrije wil (onder andere tussen Erasmus, die het bestaan van die vrije wil verdedigde en Luther, die de predestinatieleer aanhing) (Carel Peeters in VN van 13 december 2014, pag. 81). Uiteindelijk vond het idee van de zelfverantwoordelijke mens ook bij grote groepen christelijke gelovigen grond in hun opvattingen.

Met deze omslag in de betekenis van gevaar naar risico veranderde de betekenis van vertrouwen ook van confidentie of vertrouwen óp naar vertrouwen ín. Dat wilde zeggen dat men het risico van afhankelijkheid aanvaardde, juist omdat men nu wist dat het beïnvloedbaar was (op basis van handelen uit vrije wil). Men wist dat men risico’s tot op zekere hoogte goed kon beheersen en het gevaar beïnvloeden en dit juist door het vertrouwen dat men kan stellen ín andere mensen.

 

Maissouradze1

Tekening Maissouradze

Juist deze fundamentele oriëntaties van mensen bepalen in grote mate de verhoudingen in de samenleving: dit is de manier waarop individuen en groepen op elkaar reageren, met elkaar samenleven en de complexiteit van een maatschappij mogelijk maken. De vorm die daaruit ontstaat, wordt duidelijk in de cultuur. Cultuur is de werkende resultante van sociale structuren en niet andersom; immers, waar er geen sociale structuren zijn, kan ook geen cultuur of civilisatie bestaan.

 

[wordt vervolgd]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter