Albert Helman – Slotbeschouwing
Zij zaten met zestien tezamen
en spraken zeer lang en gestaag,
zij trachtte hun ziel uit te kramen
en hoorden zichzelf al te graag.
Diepzinnig tot vijfhonderd vamen,-
niets was deze lieden te laag:
‘t Was immers voor lief Suriname…
God, grijp elk van hen bij zijn kraag!
[Ongepubliceerd]