blog | werkgroep caraïbische letteren

De Zeven Spirituele Wetten (2)

door May Peters
 
Grenzeloos
Gisteren werd ik gebeld, terwijl ik op het strand aan het mediteren was. ‘Profesora, is het goed als ik u vandaag om zes of zeven uur bel voor het radioprogramma?’ En omdat ik van mijn vader ook geleerd heb om niets uit te stellen, zei ik mijn medewerking toe. ‘Prima.’ De radiomaker van ‘Sin Fronteras’, zonder grenzen, echt een titel voor mij, wist te vertellen dat Holland is afgeleid van Houtland…. en dat de belangrijkste steden Den Haag, Rotterdam, Oetresjt, Eindhoven en Máástrisjt waren. De eerste die het nu eens niet over ‘Ansterdan’ had, waar ze vanaf de Achterzijds Voorburgwal de koffieshop in- en uitrollen… Hij is dan ook geen salsamuzikant, maar zou zo een model kunnen zijn: een Adonis die yogaleraar is…. Ik bedoel, hoe mooi kan een mens zijn! Een schoonheid, onze Raúl Morris.
En de opnametechnicus Kiko Hurtado is zo ‘in the present moment’, zo perfect en precies, zo’n Wizzard of Oz, dat ik me regelmatig in mijn arm moet knijpen of het allemaal echt is, wat ik meemaak. Ik ben omringd met zulke mooie mensen. Maar met andere tempi dan van mij! Een tropische storm, noemden ze me hier al. In een studio wordt gefocust, bewegingsloos en in stilte. Zat ik donderdag vier uur lang in de Hairstudio van Annie, die de dag van haar leven had. Want ze mocht dan eindelijk mijn haar verven zoals zij het wilde. ‘Verander maar even van kleding,’ wijzend naar mijn shirtje en het toilet. ‘Eh, de photoshooting is zaterdag pas! Ik heb geen andere kleding bij me.’
Kapper
‘Nee, je kunt dat bloesje uitdoen en die duster aantrekken.’ Elke dag doe ik dingen die ik nog nooit gedaan heb. Ik kom niet meer bij van het lachen! In Annie’s stoel mag ik niet bewegen!
‘Wie heeft die stoel verplaatst?’ vraagt ze kort als de telefoon van de kapsalon gaat. Ik neem op omdat zij haar handen vol heeft met kwasten en verf. ‘De advocate aan de lijn.’ ‘Zeg maar dat ze kan komen.’
‘Neem maar een koude witte wijn mee, als aperitief,’ zeg ik tegen de voor mij volstrekt onbekende beller, want inmiddels zit de vijf in de klok. Annie in een deuk. Die drinkt namelijk geen druppel met haar atletenlijf. Er komt een andere vrouw binnen. ‘Ik moet morgen om acht uur in Ponce zijn en kijk mijn haar.’ ‘Ik vind je haar prachtig,’ zeg ik als Hollandse tegen de latina bij wie een grijze lok uit haar zwarte haar steekt. ‘Aaaay, no, chica.’ ‘Ja, ik weet het. Jullie latinas zijn zulke verschrikkelijke ijdeltuiten!’ ‘Ja, dat klopt,’ en ze vliegt meteen in een pose. Ik kom niet meer bij. Ze zet haar bril op en vraagt: ‘Welke kleur ga je gebruiken, Annie? Dezelfde?’ Haar kleindochter van vijf bladert door wat tijdschriften met alleen maar modellen. Ja, dat wordt natuurlijk net zo eentje. Telefoon. Nu moet Veronica opnemen. Een gekkenhuis. En dat zou zo nog vier uur zo doorgaan. Op het laatst kan Annie niet meer gaan hardlopen met haar dochter, wat ze dagelijks doet.

Tropische regens
Daar zal je haar hebben, de advocate. Ik ben meestal verbaasd over de upper class in Puerto Rico. Bleke poeder. ‘Nu ben ik nog de plantainutres vergeten! Waar kan ik die halen?’ Tien minuten later komt ze terug met vier  zakjes bananenchips en flesjes water. Ik verrek van de dorst! ‘Had ik ook niet gezegd dat jij highlights zou krijgen?’ zegt Annie. ‘Ik bén de highlight!…’ Ze schieten in de lach. ‘Wat jij wilt, mi amor,’ zeg ik. En vervolgens zit ik nog een uur in de kappersstoel en geef keurig gevouwen aluminium velletjes aan Annie. Blij dat ik even iets nuttigs kan doen!
Zondag: het regent op zijn tropisch. Dat wil zeggen, het komt met bakken naar beneden. En een paar uur later breekt de zon weer knallend door. Je ziet de stoom uit het asfalt opstijgen. Snel de fiets op. Ik heb al de hele week in de studio gezeten! Mijn energie moet even in banen geleid worden. Alle ‘muertos’, drempels op de Isla Verde Avenue, heb ik goed overleefd. Het gevaar zit niet in de veertig centimeter hoogte van zo’n drempel, maar in de auto’s die abrupt afremmen, zodat elke Puerto Ricaanse fietser er zo tegenaan zou kunnen vliegen. Edoch niet deze Hollandse… Voorbij Mariott Court Yard Hotel. Daar moet ik vooral op zondag goed uitkijken, voor in- en uitrijdende auto’s en taxi’s, omdat daar nog ‘Hi Tea’ salsa dansen gehouden wordt voor alle Puerto Ricanen. Het gaat goed.
Dan het met kuilen en kiezels bezaaide zandpad op, parallel aan de snelweg langs het vliegveld, op naar Piñones. Voorbij het Strand van Carolina. Drie politiemannen met kogelvrij vest roepen nog ‘pas op’ als ik in vliegende vaart voorbij race, en natuurlijk een auto pats boem wil afslaan voor het strand. Wie moet hier oppassen? Het is dat veel Puerto Ricanen, en dan diegenen die geen voorrang verlenen, meestal een kapotte airco hebben. En zodoende de ramen van de auto open hebben staan. Dus mijn verbale aankondiging heeft mij al vaak behoed, ook nu: ‘¡Weeeeeeeepaaaa!’
[vervolg, klik hier]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter