blog | werkgroep caraïbische letteren

Dichteres Margo Morrison: Slavernij, nooit meer!

door Stuart Rahan
Amsterdam Zuid-Oost – Als dichteres Margo Morrison het mocht bepalen dan zou het woord ‘neger’ nooit meer gebruikt mogen worden. Het is een onding waar zij niet mee geassocieerd wilt worden. Zij schreef het gedicht ‘Noem mij geen neger meer’ dat voor haar hét symbool is van de afschaffing van de slavernij. Het gedicht is opgenomen in haar vijfde gedichtenbundel Slavernij, nooit meer naar aanleiding van 150 jaar afschaffing slavernij. Deze is ook vertaald naar het Sranan en Engels.
Zij is getergd door het N-woord en bij het lezen van het gedicht voel je de woede. “Negerland heeft nooit bestaan”, citeert het gedicht. ‘Slavernij, nooit meer, Katibo, noiti moro, Slavery never again’ moet, als het aan Margo Morrison ligt opgenomen worden in het onderwijscurriculum, want hoe meer kennis de Nederlanders dragen, hoe meer onderling begrip er zal zijn.
Dagelijkse gedachtegang
Niet alleen op of rond 1 juli bij de herdenking van de afschaffing van de slavernij moeten nakomelingen van slaafgemaakten en slavenmeesters beseffen hoe de werkelijke geschiedenis in elkaar steekt. “Meer nog in onze dagelijkse gedachtegang en taalgebruik. Woorden als ‘bakra’ moeten net als ‘neger’ verbannen worden. De baas van je geest, je kra, je yeye, je ziel kan niet meer. Zolang jij deze begrippen nog bezigt, plaats jij jezelf in een ondergeschikte positie. De wit’man hoeft zich niet eens verheven te gedragen, dat is hij in jouw ogen. Ook het begrip ‘blanke’ dat rein en zuiver betekent. Als je niet blank bent, wat ben je dan? Onrein, onzuiver? Dat zijn dingen die ik weiger te accepteren”, spuugt Morrison haar afschuw.
Alles wat met de slavernij te maken heeft, raakt haar. Het is een geschiedenis die volgens de dichter te lang genegeerd is. Ruim vijftien jaar geleden is zij begonnen om dit donker verleden voor het voetlicht te plaatsen. “De volgende generatie moet ons niet verwijten dat wij er niets aan gedaan hebben. Ik vraag mij ook af waarom de generatie voor mij niets gedaan heeft. Strijders als Anton de Kom zijn ons voorgegaan. Hij was op zijn manier rebellerend bezig.” [Blijkbaar heeft mevrouw Morrison nooit een letter gelezen van Edgar Cairo, R. Dobru, Michael Slory, Astrid Roemer, Frank Martinus Arion enz. enz – red. CU]
Inhaalslag
Om een vergelijking te maken, noemt Morrison de herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog op 4 mei en de viering van vrijheid op 5 mei. “De oorlog duurde vijf jaar en was zeventig jaar geleden. De slavernij is 150 jaar geleden maar wij mochten alleen feestvieren. Nooit was er een koning of koningin officieel aanwezig zoals elk jaar weer op de Dam op 4 mei. We hebben een inhaalslag hier te maken.” Zij hoopt dan ook niet dat op 2 juli iedereen vergeten is waarom op 1 juli de afschaffing van de slavernij werd herdacht. “Het gehele jaar door worden oorlogsfilms en documentaires vertoond terwijl op 2 juli, bij wijze van spreken, er niet meer over gesproken mocht worden.” Dat er een aanzet is gegeven om bijna driehonderd jaar slavernij met elkaar te bespreken, op de lokale radio en televisie, is niet voldoende. Er moet meer gedaan worden. Het slavernijverhaal moet landelijk gehoord worden en in het onderwijscurriculum worden opgenomen. “Daarom vond ik het nodig om het in het boek vast te leggen. Ik heb exemplaren gestuurd naar de burgemeester, de premier, de koning en het ministerie van Onderwijs in Suriname krijgt ook een exemplaar.” Deze week is de dichteres te gast in Suriname om haar verhaal en gedichten met Suriname te delen.
[uit de Ware Tijd, 19/06/2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter