blog | werkgroep caraïbische letteren

Modernistische ontwikkelingen in een Hindostaans gezin

Onlangs verscheen De prijs van geluk, een verhalende roman van Ruben Gowricharn, hoogleraar Indiase diaspora studies aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Met zijn kennis van onder andere de Nederlandse multiculturele samenleving, transnationale vraagstukken, sociale cohesie brengt deze wetenschapper een cultuurgevoelig integratieverhaal in beeld van een Hindostaans gezin dat aan de vooravond van de onafhankelijkheid van Suriname in 1975, van het district Commewijne naar Nederland verhuist. 

door Roy Khemradj

Kamla, haar man Boyke, winkelier en de kinderen Harry, Surén, Bea en de later in Nederland geboren Moena, integreren met succes, daarbij geholpen door hun Hollandse buurvrouw Marijke, die vanaf haar introductie in deze debuutroman tot aan de laatste 274e pagina een cruciale rol speelt in het leven van Kamla en Boyke, sinds ze vanuit een opvangtehuis in het noorden van Nederland naar Den Haag verhuisden, de stad waar nog altijd de meeste Hindostanen wonen. De succesvolle integratie heeft echter een prijs. Wie betaalt deze?


In 1975 was ik net afgestudeerd van de middelbare school, voorstander van de onafhankelijkheid en thuis werd nooit gerept over opbreken en naar Holland verhuizen, zoals drie andere Hindostaanse gezinnen in ons straatje. In het eerste hoofdstuk, Suriname 1975: de leegloop, krijg ik daarom een indringend beeld van afwegingen die dit Hindostaanse gezin maakt om ook maar naar Nederland te verhuizen voor een nieuwe toekomst en wat voor effect dit besluit heeft voor de achterblijvende familieleden. De leegloop van Suriname in die tijd herinner ik mij nog steeds met het historisch beeldverslag van een Hindostaanse moeder die met haar drie kleine kinderen naar het blauwe KLM-vliegtuig op het platform van Zanderij loopt. Een van de kinderen draagt onder haar arm een groot schilderij in papier verpakt. Aan het eind van het eerste hoofdstuk beschrijft Gowricharn beeldend de taferelen die zich op Zanderij afspelen tussen de achterblijvers en degenen die zo dadelijk naar het vliegtuig moeten. Dit afscheid van Suriname noemt hij treffend ‘een blijvende sociale amputatie.’


Daarna gaat de roman tergend langzaam verder met het integratieproces in Nederland, het nieuwe land. De auteur doet dit met dialogen tussen Kamla en de kinderen, Kamla en Boyke, Boyke en de kinderen, Kamla en haar buurvrouw Marijke en Kamla met alle andere personen die zij ontmoet op de route naar deze uiteindelijk succesvolle integratie van het gezin. Tussendoor komen ook dialogen voor met aanverwante familieleden die ook in Den Haag wonen, over de teloorgang van de bekende Hindostaanse culturele en religieuze tradities. De dialogen in deze epische roman worden gevoerd aan de hand van thema’s, bijvoorbeeld in een hoofdstuk dat als titel heeft ‘Hindostaans leven in Den Haag’. Versnelling – waar gaan de gesprekken naar toe – brengt de auteur ook aan met tijdverdichting via een samenvatting. Bijvoorbeeld: ‘De zelfstandigheid van de kinderen had een prijs, zo ervoeren Kamla en Boyke: hun ouderlijk gezag brokkelde af. Hun kinderen spraken hen steeds vaker tegen, ze wisten van veel zaken veel beter hoe die in elkaar zaten en dachten het beter te weten. Ze begonnen eigen besluiten te nemen, zonder overleg.’ Daarna lees ik dat Boyke boos wordt omdat Surén zonder zijn toestemming een fiets koopt van zijn spaargeld.
Ook heb ik de indruk dat de auteur soms als wetenschapper zijn mening ventileert. Zo laat hij Boyke, die met een neef door de Haagse markt wandelt, discussiëren over de strafbaarheid van illegaliteit in Nederland, over het Marokkanenprobleem en over de gevaren van het populisme. Ik ben dan al op pagina 167 in het boek. Tot dan dacht ik dat Boyke de opvoeding van de kinderen helemaal aan Kamla had overgelaten, omdat Boyke druk is met zijn werk – brood op de plank voor het gezin – en in zijn vrije tijd zoekt hij zijn vertier bij zijn Hindostaanse vrienden met wie hij voetbalt. Het enige waarop hij toeziet: de kinderen moeten studeren want ze moeten arts of jurist worden; een bekend Hindostaans verwachtingspatroon.


Na tweehonderd pagina’s komt plotseling een versnelling in het gezinsgebeuren. De auteur wil naar een spannende wending, blijkt naderhand. Heel snel komt langs dat Harry en Surén met een Hindostaanse trouwen, Moena, de jongste, wordt inderdaad arts! – maar trouwt wel met de Afghaanse Amina en Bea, die zich vanaf haar pubertijd tegen alles wat koelie of bábun was heeft afgezet, trouwt met de rijke bakra Kees uit Voorschoten. Daar wordt Bea door haar hele schoonfamilie teruggeworpen op haar exotische Indiase afkomst, die ze – omdat ze niet als bakra geaccepteerd wordt – plotseling wél gaat waarderen, door nu veel meer met haar moeder op te trekken.


Bij al deze en andere modernistische ontwikkelingen bij de kinderen, gaan Kamla en Boyke ook nog uit elkaar. Plotseling komt maatschappelijk werker Hans in beeld, die nogal snel verliefd wordt op Kamla. Inderdaad een spannende wending in het verhaal. De uitwerking hiervan is dat Kamla met Hans gaat samenwonen, Hans regelt via zijn contacten dat Boyke een andere woning krijgt, de kinderen komen in het weekend met hun kinderen bij Kamla en Hans op bezoek … zelfs Boyke, die inmiddels een nieuwe vriendin heeft, komt ook bij Kamla op bezoek als de kinderen er zijn. 


Ik vind het fantastisch! Ongekend Hindostaans! Wat een progressief gezin! Zo bezien is niet alleen de integratie van de kinderen geslaagd, in een tijdsbestek van 25 tot 30 jaar, maar hebben ook Kamla en Boyke uiteindelijk – het was niet makkelijk! – hun scheiding overwonnen. Er is wat mij betreft geen sprake van een prijs die betaald moet worden voor geluk, noch door Kamla, noch door Boyke, noch door de kinderen. Maar het boek eindigt met Kamla die ongelukkig is. Zij heeft verdriet, omdat haar kinderen en kleinkinderen niet meer zo vaak in het weekend langskomen. ‘Al die jaren had ze gedacht dat het succes van de kinderen ook haar succes zou zijn. Dat is niet waar gebleken.’ 


Toen enige tijd geleden de vooraankondiging van deze debuutroman met de omslag op Facebook verscheen, dacht ik dat Ruben Gowricharn met een roman over de Surinaamse slavernijgeschiedenis zou komen. De omslag – het beeld van een plantage uit de 18e eeuw met palmbomen en een watermolen – wekte die indruk. Maar De prijs van geluk is een verhaal dat zich afspeelt in de 20ste eeuw. Voor een Hindostaans gezin dat in november 1975 van het district Commewijne naar Den Haag emigreert, was een foto van het beeld van die Hindostaanse moeder die met haar drie kleine kinderen naar de vliegtuigtrap van de blauwe KLM-Jumbo op Zanderij loopt, passender geweest als omslag. 


De prijs van geluk – Ruben Gowricharn, is uitgebracht door Uitgeverij Aspekt en kost €22,50.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter