blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Hindoe tempels in Nederland

Recensie over Hindus in the Netherlands van Freek L. Bakker

door Hans Ramsoedh

Hindus in the Netherlands is een studie van Freek L. Bakker over hindoeïsme en hindoes in Nederland met daarbij de focus op tempels die als tempels zijn gebouwd. De vraagstelling luidt: wat is de plaats, positie en rol van deze tempels in Nederland?

Waar in praktisch de meeste westerse landen het hindoeïsme wordt aangehangen door hindoes met Indiase roots, is het in Nederland in belangrijke mate een Surinaams-Hindostaanse aangelegenheid. Van de circa 120.000 hindoes in Nederland heeft 89 procent een Surinaams-Hindostaanse achtergrond. Dit maakt dat het hindoeïsme in Nederland een speciale positie inneemt in vergelijking met andere westerse landen.

Bakker is een kenner van het hindoeïsme in Suriname, het Caraïbisch gebied en Nederland met  speciale belangstelling voor de architectuur van tempels. Hij was van 2003 tot aan zijn pensionering in februari 2017 universitair hoofddocent hindoeïsme en boeddhisme aan de Faculteit Geesteswetenschappen van de universiteit Utrecht. Daarnaast hield hij zich bezig met religie en film. Hij publiceerde onder meer in 2009 The Challenge of the Silver Screen: An Analysis of the Cinematic Portraits of Jesus, Rama, Buddha and Muhammad​ over films die handelen over Jezus, Rama, Boeddha en Mohammed en de reactie van de diverse geloofsgemeenschappen op de verfilming van iemand die bij hen in hoog aanzien staat. Bakker is voorzitter van de Contactgroep Hindoes-Christenen van de Raad van Kerken in Nederland en maakte deel uit van de redactie van OSO, tijdschrift voor Surinamistiek en het Caraïbisch gebied. In 1993 promoveerde hij op het Balinees hindoeïsme. Na 1995 verlegde hij zijn focus op het hindoeïsme in Suriname, het Caraïbisch gebied en Nederland. Van zijn hand verschenen eerder Hindoes in een creoolse wereld (1999) en Surinaams hindoeïsme (2003). Voorts schreef hij onder meer in OSO een aantal lezenswaardige artikelen over het hindoeïsme in Suriname en het Caraïbisch gebied.

Na het inleidende hoofdstuk behandelt Bakker in hoofdstuk 2 van Hindus in the Netherlands de bouw van hindoetempels en de verschillende architecturale bouwstijlen van tempels in India, te weten de nagara-stijl in Noord-India en de dravida-stijl in het zuiden van India. Deze tempels zijn bedoeld als een replica van de kosmos. In hoofdstuk 3 bespreekt Bakker de ontwikkeling van het hindoeïsme in Nederland met daarbij aandacht voor verschillende stromingen.

In het eerste deel komen aan de orde de neo-hindoeïstische bewegingen (hindoeïsme 2.0) zoals yoga en Vedanta, transcendente meditatie (Maharishi Mahesh Yogi), de Hare Krishna beweging, Vrienden van Osho (ook bekend als de Bhagwan-beweging), en Sathya Sai Baba. Daarnaast bespreekt Bakker in dit deel de wat kleinere bewegingen die meestal vanuit één centrum worden geleid zoals de beweging van Sri Premananda, Brahma Kumaris, Brahmarishi Mission en de Babaji-beweging. Het zijn voor het merendeel autochtone Nederlanders (circa 3.000) die betrokken zijn bij het hindoeïsme 2.0 en met name bij yoga. Zij beschouwen zich niet als hindoes. Hun focus ligt vooral op gezondheid, geluk, eenwording met het goddelijke door middel van yoga en spiritualiteit in plaats van op rituelen.

In het tweede deel van dit hoofdstuk gaat Bakker in op het Surinaams-Hindostaans hindoeïsme (hindoeïsme 1.0) in Nederland met daarbij aandacht voor de Sanatan Dharm en de Arya Samaj. In dit deel besteedt de auteur ook aandacht aan de opkomst van de Karmavadin Sanatanis die sinds begin jaren tachtig de traditionele opvatting over kaste (geboorte die bepalend is voor iemands kaste) afwijzen en aanhangen dat iemands kaste wordt bepaald door diens persoonlijke morele ontwikkeling. In het laatste geval betekent het dat ook niet-brahmanen pandit kunnen zijn. De Ram Mandir in Den Haag en de Shree Raam Mandir in Wijchen volgen de karmavadin-stroming.

Een Tamil tempel in Den Helder. Foto © Freek Bakker

In het laatste deel in dit hoofdstuk komt het hindoeïsme van de Tamils in Nederland (circa 10.000) aan de orde. In de eerste helft van de jaren tachtig kwam zij als vluchtelingen vanuit Sri Lanka naar Europa. In Den Helder bouwden zij een tempel die vanaf het begin als tempel was bedoeld. Elders in Nederland is er nog een aantal Tamil-tempels, maar dat zijn tempels die oorspronkelijk een andere bestemming hadden, veelal oude schoolgebouwen of bedrijfspanden. Daar waar bij Surinaamse Hindostanen de verering van Vishnu (met Rama en Krishna als de twee meest vereerde avatara’s van Vishnu) centraal staat, is dat Shiva (shaivisme) bij de Tamils (eveneens hindoeïsme 1.0). Deze drie stromingen opereren onafhankelijk van elkaar. Zo participeren de Tamils niet binnen de Hindoe Raad Nederland die gedomineerd wordt door Surinaamse hindoes.

In hoofdstuk 4 komen de vier typen tempels aan de orde: de privé huistempel, huistempels die ook voor anderen toegankelijk zijn bij de uitvoering van belangrijke rituelen, tempels in gebouwen die eerder een andere bestemming hadden (in totaal 36 verspreid over heel Nederland) zoals de Ram Mandir in Den Haag en tempels die als tempels zijn gebouwd met daarbij aandacht voor de religieuze rituelen en rol van de tempel als gemeenschapscentrum. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de inwijdingsceremonie bij tempels die werden gevestigd in gebouwen die daarvoor een andere bestemming hadden. Daarnaast bevat dit hoofdstuk dieptestudies van een viertal tempels die als tempels zijn gebouwd: de Radha Krishna tempel in Amsterdam, de Tamil hindoetempel in Den Helder, de Shree Raam Mandir in Wijchen en de Sada Shiva Dham Ashram (van de Babaji-beweging) in Loenen. Hierbij komen aan de orde de organisatie, rituelen en andere activiteiten.

Hoofdstuk 6 is retrospectief en concluderend van aard. Dit hoofdstuk wordt gevolgd door een epiloog waarin Bakker ingaat op de invloed van de Nederlandse context op veranderingen binnen het hindoeïsme in Nederland, zoals de bouw van tempels waarbij rekening is gehouden met weersomstandigheden tijdens de wintermaanden, de groeiende belangstelling onder Surinaamse Hindostanen voor verschillende goeroebewegingen als Sai Baba en Brahma Kumaris, de opkomst van de karmavadin-beweging en de dubbele rol van tempels als plek van devotie en als gemeenschapscentrum. Bakker voegt eraan toe dat de hiervoor genoemde veranderingen slechts kleine aanpassingen zijn waarbij hindoes een religieus en cultureel thuis in Nederland hebben weten te creëren zoals in het thuisland. In de bijlagen treft de lezer een lijst met alle adressen van alle tempels in Nederland waarbij van iedere tempel de achtergrond is aangegeven: wel of niet oorspronkelijk bedoeld als tempel.

Met Hindus in the Netherlands heeft Freek Bakker een lezenswaardige studie geschreven over de praktijk van het hindoeïsme en de wijze waarop hindoes inhoud geven aan hun geloofsbeleving. Dit boek is in een vlotte en toegankelijke stijl geschreven. Het materiaal dat hij in deze studie presenteert is voor een belangrijk deel mede gebaseerd op persoonlijke gesprekken met direct betrokkenen en eigen observaties. Hindus in the Netherlands is vooral een studie naar hoe hindoes in Nederland met de bouw van tempels een religieus thuis hebben weten te creëren.

Freek L. Bakker, Hindus in the Netherlands, Berlin 2018: LIT Verlag. 225 pp. ISBN 978-3-643-91039-4, € 36,99.

[overgenomen van Hindorama, augustus 2019]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter