blog | werkgroep caraïbische letteren

165 jaar Boeroes in Suriname

Drie dominees, Van den Brandhof, Betting en Copijn, waren de organisatoren van de boerenkolonisatie van Suriname. Bij koninklijk besluit door koning Willem II op 23 januari 1843 werd besloten dat de kolonisatie zou plaatsvinden. Op 10 mei 1845 vertrokken de eerste twee zeilschepen, de “Suzanna Maria” en de “Noord-Holland”. Daarna volgden de “Anthony en Eugenie” en de “Phoenix”. Op 21 juni 1845 kwamen de eerste schepen aan te Voorzorg. In het totaal kwamen er 367 personen aan. Direct braken er ziekten uit. Uit het verslag aan de minister van Koloniën d.d. 15 september 1845 door een van de 3 artsen (W.M. Smit):

“Niettegenstaande nagenoeg allen bij hunne aankomst gezond waren, werden kort daarna velen door maaggalkoorts aangetast […]. Weldra nam de ziekte het karakter eener kwaadaardige zenuwkoorts aan, waarbij zich verschijnselen van rotkoorts voegden”. Het herstel verliep langzaam, de patiënten werden dan nog “bij herhaling door intermitterende koorts aangetast” en leden aan “ziekelijke aandoeningen der buikingewanden vooral lever en milt”.

Het resultaat was dat na 3 maanden 180 personen al overleden waren. Het bleek een experiment van “survival of the fittest” te zijn. Vanuit Voorzorg zijn de boeren eerst verhuisd naar Groningen en daarna hebben ze een bestaan opgebouwd rond Paramaribo.

[tekst ontleend aan de website van de Stichting Boeroe Kon Makandra, klik hier]

on 27.06.2010 at 12:53
Tags:

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter