blog | werkgroep caraïbische letteren

102.000 namen lezen

Op 27 januari was het 75 jaar geleden dat het Duitse vernietigingskamp in het Poolse Auschwitz werd bevrijd. Vanuit Nederland werden 102.000 Joden en 200 Sinti en Roma naar Auschwitz en andere kampen vervoerd. In Herinneringscentrum Kamp Westerbork worden vanaf woensdag 22 januari, 17.00 uur al die namen voorgelezen. Carry-Ann Tjong-Ayong was uitgenodigd in Westerbork om de naam van haar grootvader voor te lezen en nog 144 namen van holocaust-slachtoffers. Haar impressie.

Holocaustmonument in Boedapest. Foto © Michiel van Kempen

door Carry-Ann Tjong-Ayong

De bomen staan in lange rechte rijen als soldaten langs de weg. Het is donker en een fijne motregen druppelt naar beneden. Een druppeltje voor elk slachtoffer. De grond is vervuld van symboliek. Ik zie in gedachten mijn grootvader in de kou staan met al die mannen, vrouwen, kinderen. Wij naderen het felverlichte museumgebouw. Er staat een pendelbusje te wachten om de lezers mee te nemen naar de voorleestent. “De volgende heeft een rolstoellift,” zegt de chauffeur.

En na een kwartiertje in de koude lucht komt hij aanrijden en kunnen wij alle vier mee naar de voorleestent, inclusief de man uit Oldenburg, die in zijn camper heeft geslapen.

In de kantine is er koffie en thee en er zijn broodjes. Groepjes mensen bereiden zich voor op het namen lezen. Op een scherm zien wij een man die namen leest. Dat ga ik straks ook doen.

Mijn zus bereidt zich ook voor. “Weet jij zeker dat jij het kunt?” vraagt zij voor de vierde maal. “Natuurlijk!” zeg ik met een kracht, die ik ontleen aan al die onzichtbare slachtoffers. Op het scherm volgen de lezers elkaar naadloos op, man vrouw man man. Dit zal zes dagen en vijf nachten duren. Steeds tien minuten, die niet onderbroken worden door een pauze.

Dan komt een vrijwilligster mij ophalen. Ik ben zo aan de beurt na de man uit Oldenburg. Op elk van de twee katheders ligt een scherm waarop alle namen geprojecteerd worden en je zo kunt meelezen met je voorganger. Later blijkt dat de leessnelheid wordt bepaald door de kleur van de letters. Helaas wist ik dit niet.

Omdat ik als enige in een rolstoel zit wordt het scherm voor mij rechtop gezet, ondersteund door twee blokken. De andere lezers lezen staande.

Na de laatste naam die hij voorleest staat er een dikke blauwe streep en dan lees ik mijn eerste naam:

Mozes Granaat, eenenzeventig jaar (net zo oud als mijn grootvader flitst het door mij heen). Bijna onderop deze bladzij staat mijn grootvader:

Samuel Henriques de Granada, eenenzeventig jaar. “Mijn grootvader,” zeg ik als ik zijn naam heb voorgelezen.

De vrijwilligster zegt in mijn oor: “Uw dochter neemt het over.”

Ik wuif haar weg. Ik merk dat ik door mijn CVA te langzaam praat, maar ik wil de bladzij afmaken. “Zij staat al klaar,” zegt de vrijwilligster en wijst naar de tweede katheder en ik stop bij de blauwe streep.

De vrijwilligster verontschuldigt zich dat zij mij moest afkappen. Ik was al drie namen achter, maar de achterstand loopt per pagina op en dan halen zij de laatste namen niet binnen de toegemeten tijd, legt zij uit.

Ik vind het jammer, maar ben blij dat ik de naam van mijn grootvader nog heb kunnen voorlezen en daar ging het mij om. Met een tevreden gevoel verlaat ik de zaal. Mijn moeder zou trots op mij zijn.

Zij heeft haar vader maar dertien jaar gekend.

cat, 24 januari 2020

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter