blog | werkgroep caraïbische letteren

Zwart in Suriname

door Christio Wijnhard

Nog steeds leeft het dat blank of lichter gekeurd zijn, gelijk staat aan succes in de maatschappij. Ook in Suriname is sprake van ‘light skin privilege’. Dat je met een donkere huid anders wordt bejegend, ervaart menigeen. “Als mijn moeder echt zwart was, dan was ik dood geweest.” Is dat wel zo?

Terza, stadscreoolse, heeft al twee jaar een marronvriend met wie ze erg gelukkig is. In het begin zorgde het thuis voor veel dyugudyugu. Ze durft bijna niet te vertellen hoe ‘racistisch’ haar vader is. “Je wilt niet weten wat er in huis gebeurde toen. Mijn vader houdt gewoon niet van zwarten.” Ze rakelt een voorval op. Een keer waren klasgenoten van haar zus even op bezoek. “Wat moeten die breywiri dyuka boi op mijn erf? Je weet niet of ze zelf roven, of rovers kennen!”, snauwde haar vader, die de jongens in niet mis te verstane woorden van het erf joeg. Van kleins af aan kreeg Terza het erin gepeperd dat ze niet met zo een jongen thuis moest komen. Nog steeds krijgt ze van hem via grappen te horen dat ‘wat men niet wenst, juist gebeurt’.

Aukaans houtsnijwerk

Een Ndyuka (Aukaner) met houtsnijwerk

Voor de Nederlander René was het een enorme schok toen hij werd geconfronteerd met racisme in Suriname. Een keer kwam hij laat thuis van het stappen, samen met een Surinaamse collega Marlon. René bleek zijn huissleutels binnen te zijn vergeten. In een poging over de poort te klimmen, maakten ze lawaai, waardoor de huisbazin wakker werd. Toen die de voordeur opengooide en Marlon zag, begon ze te schreeuwen. “Een zwarte dief! Ga weg van mijn erf! Je bent een zwarte dief!” Geschrokken probeerde René haar te kalmeren, maar tevergeefs. Ze bleef schreeuwen dat die zwarte van haar erf moest, zelfs toen hij kenbaar maakte dat het een vriend van hem was. René zegde op dat moment per direct zijn kamer op. “Aan zo iemand ga ik geen geld uitgeven.”

Joan is een lichtgekleurde creoolse, getrouwd met een donkere Hindostaan. Ze beseft dat haar kleur meespeelde toen haar man verliefd op haar werd. “Ik denk ook niet dat het was gebeurd als ik donkerder was geweest.” Pas na twee kinderen in een goed geslaagd huwelijk krijgt ze de erkenning van de schoonfamilie. “In eerste instantie was dat moeilijk, want ik was een creoolse, maar nu zeggen ze zelfs dat ze blij zijn omdat ze zien dat we samen een mooi leven hebben opgebouwd.” Joan denkt dat het voor haar man niet zo een probleem was om een donkere hindostaan te zijn. Zijn zus echter heeft het moeilijker gehad. “Het is twee keer gebeurd dat we haar wilden koppelen aan een leuke man en dat die het afwees met als reden dat ze te donker was.”

Darryl en zijn broers hebben een Hindostaanse vader en een Javaanse moeder en ze zijn lichter van kleur dan de rest van de familie. “Bij ons speelde vooral dat we half javaans waren. We hebben het echt moeilijk gehad binnen de familie”, vertelt Darryl. Zij moesten het altijd doen met de afdankertjes, terwijl de andere kleinkinderen van opa en oma de nieuwste spullen kregen. De schoonfamilie maakte het hun moeder zelfs zo moeilijk, dat het uiteindelijk uitmondde in een ruzie tussen Darryl en zijn vader. Al die jarenlange opgekropte woede om de oneerlijke behandeling kwam eruit en ze raakten slaags. “Als mijn moeder een creoolse was geweest, was het nog moeilijker geweest. Als ze echt zwart was, dan was ik dood geweest, denk ik.” De band tussen Darryl en zijn vader en diens familie is nog steeds niet hersteld.

Verweven

Is het blanke schoonheidsideaal van de vroegere meesters nog steeds onderdeel van onze cultuur? Wereldwijd spreekt men over ‘white (skin) privilege’. Hebben we in Suriname ‘light skin privilege’? Het is zelfs verweven in onze taal. Een lichtere huid wordt aangeduid als ‘krin skin’. Ook het gezegde ‘opo yu kloru’ toont hoe wij eigenlijk denken over ‘zwart zijn’. Sommige Javanen praten onderling bijvoorbeeld nog steeds spottend als ze het hebben over wongireng en het woord kafri is binnen de hindostaanse gemeenschap nog altijd niet verstomd. Ook binnen de inheemse gemeenschap gebruikt men onverminderd het woord doeli.

Het is een overblijfsel van de slavernij en het kolonialisme, dat stigma op de zwarte huid, zij het op een andere manier”, stelt socioloog dr. John Schuster, verbonden aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname en de Vrije Universiteit in Amsterdam, Nederland. Volgens Schuster zijn er zelfs Bijbelverzen die aangeven dat zwart minder is. En ook in Nederland zijn er in de taal verbanden te zien tussen ‘zwart’ en ‘slecht’. Wanneer iemand zonder betaling het openbaar vervoer gebruikt, noemt men dat ‘zwartrijden’ en werken zonder belasting af te dragen, is ‘zwartwerken’. “Toch moeten we onszelf afvragen of de zwarte huid echt de reden is waarom men anders behandeld wordt”, houdt hij een slag om de arm.
Skin bleaching

Schuster beaamt dat de gedachte nog steeds leeft dat blank of lichter gekeurd zijn, gelijk staat aan succes in de maatschappij. Kijken we bijvoorbeeld naar de VS, dan zien we ook daar dat donkere artiesten en acteurs zichzelf (nog) lichter opmaken dan ze zijn; Beyoncé, Rihanna en Nikki Minaj zijn daar voorbeelden van. Menigeen wordt zelfs verdacht van het zogenaamde ‘skin bleaching’. Op het internet bulkt het van de ‘before’ en ‘after’-vergelijkingen. Ongetwijfeld zal veel zijn gemanipuleerd met photoshop door de roddelbladen. Wie er openlijk voor uitkomt, is de populaire Jamaicaanse dancehall artiest Vibz Kartel. Met ‘Cake Soap’ bleekte hij zijn huid flink wat tinten lichter. Wie dit merk googelt, krijgt meteen afbeeldingen te zien van Vibz Kartel. Het middel is populair in Jamaica, maar officieel niet te krijgen in Suriname. Volgens de mofo-koranti hebben ook Surinaamse artiesten het uitgeprobeerd.”

cake soap

Dat je met een donkere huid anders wordt behandeld en bejegend, staat vast voor Michael. De reactie van een Hindostaanse dame toen hij op zijn scooter bij een stoplicht naast haar wagen stopte, is hem goed bijgebleven. “Ze draaide haar raampje meteen dicht toen ze me zag. Ik dacht echt: ‘Zie ik eruit als een rover?! Zou ze dat ook doen als ik een javaan of een hindostaan was geweest?'” Het is volgens Michael zoals onze samenleving in elkaar steekt. Daardoor zijn donkere mensen constant, al of niet onbewust, met hun huidskleur bezig. “Ik ben wel blij dat mijn moeder lichter is, anders was ik net zo donker als hij”, floept Michael in eerste instantie lachend eruit. Als hij beseft wat hij gezegd heeft, stelt hij bij met: “Mijn vader is echt blaka, maar dat maakt mij niet uit.”

Maar als we kijken naar de Miss Tropical Beauties Suriname-verkiezing, zien we dat er de laatste jaren juist alleen maar donkere missen zijn gekroond. De beeldschone Jaleeza Weibolt en Taschana Lotsche mochten respectievelijk in 2013 en 2014 het kroontje opzetten. Organisator Jermaine Tjin A Koeng zegt dat het geen bewust statement was. “Dat waren de dames die er gewoon het beste uitkwamen”, benadrukt hij. “Wel moet ik zeggen dat ze hebben aangegeven harder te hebben moeten werken, zeker toen ze naar het buitenland gingen.”

Tjin A Koeng vertelt dat wel meer donkere meisjes zich hebben ingeschreven. “Ze geven allemaal aan dat ze nu hebben gezien, dat het mogelijk is om ook met een donkere huid een miss te worden. Ze hebben daaruit genoeg vertrouwen gehaald om een kans te wagen.”

Laag zelfbeeld

Gabriëlle is studente aan de Anton de Kom Universiteit. Je zou haar kunnen omschrijven als een blaka rosu. Over wat Michael is overkomen, zegt ze: “Ik heb zelf nooit zoiets meegemaakt”, maar ze voegt eraan toe dat het vooral komt door haar zelfbeeld. Volgens Gabriëlle zijn donkere mensen met een laag zelfbeeld sneller geneigd tegenslagen af te schuiven op hun zwart-zijn. “Bij dat soort mensen komen vervelende opmerkingen dan ook hard aan. Maar als je zelfbeeld goed is, dan span je echt niet”, meent ze.

Theatermaker Erwin Tolin Alexander is het daar mee eens. Hij zegt zelfs dat mensen die lopen te schreeuwen dat ze trots zijn op hun zwarte huid, vaak juist een probleem hebben. “Je zou kunnen zeggen dat ze het van de daken schreeuwen omdat ze zichzelf willen overtuigen”, verduidelijkt Alexander. “Waarom moet je anders benadrukken dat je trots bent op iets waar je eigenlijk niks voor gedaan hebt?” Net als Schuster stelt Alexander dat een zwarte huid hebben niks betekent. “Wij geven er een bepaalde betekenis aan.”

Dat die betekenis nog steeds is ingekleurd door het verleden, beamen beiden. Ook historicus Ben Topin, verbonden aan Stichting SoVarSur (Sociale Varianten Suriname). Hij beweert zelfs dat Suriname net zo racistisch is als Brazilië, in zijn ogen het meest racistische land ter wereld. “Er zijn daarbij drie punten die opvallen: vanzelfsprekendheid, apathie en angst (om er bovenuit te steken).” Tevens stelt Topin dat naast het onderwijs ook de kerk een grote rol had, of heeft, in het in stand houden van het raciale stigma. Volgens hem zijn het de laatste twee schakels aan de ketting van de mentale slavernij. Sinds 1863 werden ze beiden keihard ingezet om de bevolking onder de duim te houden.

Onbeschaafd gedrag

De cultuur van straffen en belonen werd of wordt keihard toegepast, stelt hij. Een voorbeeld daarvan was het elimineren van het Sranantongo als taal, maar ook zogenoemd ‘onbeschaafd gedrag’. Topin doceert: “Na de afschaffing van de slavernij bepaalde de kerk waar men werkte, hoe men zich gedroeg en kleedde. Hoeveel donkere mensen zijn er in de Bijbel? Zelfs niet een die de koffie brengt! Wanneer je stelselmatig mensen aanleert dat de Almachtige blank is, wat leer je hen dan over henzelf met hun donkere huidskleur?”

black beauty pinehurst

Het duurt volgens de historicus tientallen generaties voordat de conditionering van een enkele generatie ongedaan wordt gemaakt. “Als ik anno nu op scholen kom, dan zie ik dat zwarte kinderen het vanzelfsprekend vinden dat ze minder zijn dan andere kinderen en dat leerkrachten niets doen om dat te veranderen.”

Topin vindt dat Afro-Surinamers zelf het grootste blok aan hun eigen been zijn. “Die zouden weer terug naar hun kern moeten.” Hij bedoelt daarmee dat de dehumanisering ongedaan moet worden gemaakt. “Omdat Afrikanen geen Frans of Engels spraken, werden ze afgedaan als ongeletterd.” Het is onderdeel van de Europese werelddominantie, waarbij de westerlingen de geschiedenis monopoliseerden. Dat maakt dat het blanke schoonheidsideaal ook terug te vinden is in landen als China en India. In de jaren negentig was er veel ophef over Aziatische vrouwen die de opening van hun oogleden chirurgisch lieten verwijden zodat ze er minder etnisch uitzagen. Ook in India is een lichtere huid nog steeds het schoonheidsideaal. In Amerika en de ex-koloniën zien we bijvoorbeeld dat men nog steeds gefixeerd is op ‘goed haar’. “Wij geven bijzonder veel geld uit aan haar, meer dan andere etniciteiten”, aldus Topin.

Koninklijke figuren

“Velen van ons weten niet dat Hollywood een onderdeel was van het Marshallplan na de Tweede Wereldoorlog”, rakelt Topin op. Een goed hedendaags voorbeeld daarvan is de Hollywoodfilm Exodus‘ die pas geleden werd verbannen uit Egypte omdat alle koninklijke figuren, in tegenstelling tot de geschiedschrijving, door blanke acteurs werden gespeeld. In de film zijn de donkere acteurs echter weggezet als hulpjes of boeven. “Nog steeds willen velen van ons niet geassocieerd worden met Afrika, omdat het enige wat wij daarvan zien oorlog en geweld is. Hoeveel van ons zeggen dat ze kwart Ingi of Snesi zijn, maar definiëren die andere driekwart niet?”

Socioloog Schuster werpt de vraag op of het een vorm van minachting is van de cultuur of etniciteit, als men een ander schoonheidsideaal nastreeft. “Waarom zou je dat niet mogen?” antwoordt hijzelf. “Gaat het tegen de eigen natuur van iemand in? Dat de mens nu van alles kan veranderen aan het lichaam is nu eenmaal zo.” Schuster trekt de vergelijking met piercings en tatoeages.

Ook het ‘straighten’ van het haar of dragen van ‘weaves’ werd vroeger gezien als een manier van ‘blank willen zijn’. Tegenwoordig doen vrouwen dat vooral om het gemak en de afwisseling. “We moeten dus altijd blijven kijken naar de context waarin men iets zegt of doet. De context bepaalt de betekenis. Soms zeggen mensen uit zichzelf al dat iets misschien gezegd of gedaan wordt omdat ze ‘zwart zijn’. Onzekerheid speelt daarin ook mee”, aldus Schuster, die vindt dat men ook moet kunnen relativeren. “Tenzij het overduidelijk is dat het echt gaat om racisme, discriminatie of stereotypering.”

[De Ware Tijd, 20/01/2015; Dit artikel is verschenen in onze afgelopen weekendbijlage van De Ware Tijd]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter