blog | werkgroep caraïbische letteren

Zou de goede Sint wel komen, nu hij ‘t weer zo lelijk vindt?

door Aart G. Broek

Na de revolte van mei ’69 dienden op Curaçao niet alleen de gouverneur, de premier en de hoofdcommissaris een zo donker mogelijke huidskleur te hebben, maar ook Sinterklaas. Op het Peter Stuyvesant College kleurde Sinterklaas en verbleekten de Zwarte Pieten uit protest tegen de Nederlandse racistische onderdrukking. De goede Sint was wél gekomen, dat spreekt, want Curaçao kent zelden ‘lelijk’ weer.
Toen ik in 1981 op die school voor havo/VWO als leerkracht aan de slag ging, zwoegde ik – blanke Nederlander onder het regime van meer of minder gekleurde Curaçaoënaars -in bloedhete barakken, maar Sinterklaas was al weer wit en de Zwarte Pieten waren sowieso flink zwart geschminkt met een moeilijk verwijderbaar smeersel, óók al waren zij zelf reeds meer of minder donker gekleurd.
In de haven van Willemstad was dat niet anders. Toen in de tweede helft van de jaren tachtig, begin jaren negentig ik – en met mij honderden andere ouders – meende dat mijn dochters – en met hen honderden andere kinderen van uiteenlopende etniciteit – Sinterklaas moesten begroeten bij zijn aankomst in de Sint-Annabaai was hij blank. Hij reed op een wit paard (misschien wel het enige op het eiland) en zijn tientallen Zwarte Pieten waren zwart-zwart geschminkte eilandbewoners van uiteenlopende huidkleuren, zij hadden geen paard (zelfs geen ezel), zij liepen, deelden snoepgoed uit, lieten een enkel kind schrikken, maakten kinderen aan ’t lachen, buitelden over elkaar, en zongen rond de decenniumwende luidkeels nieuwe Sinterklaasliederen.
Smashing Papiamentstalige sinterklashits werden het! Die duwden moederlandse liedjes de kade af. Onder de bezielende leiding van Enid Hollander zong het Curaçaose kinderkoor Zjozjoli Sinterklaas in het Papiaments het eiland over, muzikaal ondersteund door de meest populaire band van het eiland: Doble R.

Mira, mira, mira, mira muchanan
ata bapor di San Nikolas
Mira, mira, mira, mira muchanan
ata bapor ta drenta haf
[Kijk, Kijk daar is de boot van Sint Nicolaas
Kijk, Kijk daar komt de boot de haven in.]

In de jaren negentig had ik het PSC verlaten en zette mij jaarlijks – eenmaal – op ooghoogte van peuters in het speelschooltje van Wil Hart op Scherpenheuvel (Skerpene). Als Sinterklaas. Blank als ik reeds ben, kwam er geen schmink aan te pas, hooguit wat poeder. Onder de mijter, een flinke baard, een witte jurk en een knalrode omslag zweette ik – fatsoenshalve verder nog slechts gekleed in een boxershort, witte sokken en zwarte schoenen – alsof ik op het onderdek de loeiende ovens van m’n eigen stoomschip vulde met kolen. De staf hield ik zelf in de hand bij mijn entree, alsook het boek met aantekeningen over alle aanwezige kinderen, maar een zak met kadootjes werd door een Zwarte Piet voortgesleept. Er klonken ook nog Nederlandstalige sinterklaasliedjes, maar gezien de achtergrond van de kinderen, werd Sinterklaas toch geacht ook een persoonlijk woord in het Engels, Papiaments of Spaans te kunnen richten tot de peuter. Dikwijls trad ik alleen op in het peuterschooltje. Vele peuters vonden de Zwarte Piet maar ’n engerd: het eiland bestaat grotendeels uit gekleurde mensen, maar de heftig geschminkte Pieten zagen er – mogelijk mede door hun kleurrijke pakken en gevederde petten en hun capriolen – toch nadrukkelijk anders uit dan ieder gewend was.

Inmiddels ben ik niet meer woonachtig op Curaçao, maar toen ik vorige week op het eiland was en boekhandel Mensingh’s Caminada binnenliep, loeiden de Papiamentstalige liedjes van Enid Hollander en haar kinderen nog steeds door de boekhandel. Er zijn nieuwe hits ontstaan, terwijl de liedjes van Enid en Doble R ‘klassiekers’ werden. Sinterklaas, blank als sneeuw, en tientallen Pieterknechten waren de haven van Willemstad weer binnengevaren onder luid gejuich van honderden kinderen en hun ouders, zowel autochtone eilandbewoners als Nederlandse passanten. De pieten zijn, ja zeker, nog steeds zwart-zwart, maar inmiddels verder in allerlei kleuren geverfd: rood, wit, blauw, geel, groen, rood.

Zwetende hulpsinterklazen snelden de afgelopen week van hot naar her om pakjes uit te delen op feestjes. Afhankelijk van de aanwezigen verven de Pieten zich inmiddels meer dan eens in allerhande kleuren die eerder aan het carnaval doen denken dan aan het traditionele Sinterklaasfeest. Langzaam maar zeker wordt het Sinterklaasfeest verder opgeleukt en kleur- en costumevariaties meegegeven. Van een bestraffende Sint is sowieso al lang geen sprake meer. De Sint is gedienstig. Zwarte Pieten maken de dienst uit. Het feest begint een warming up voor het carnaval te worden.

De uitspraak van wethouder Van Es – ‘Tijd om afscheid te nemen van Zwarte Piet’ – bereikte de eilandelijke pers wel, maar in die eilandelijke samenleving is al lang en breed bekend, dat je Sinterklaas zwart kunt maken en Nederlandse stagiair[e]s voor Zwarte Piet kunt laten spelen zoveel je wilt, …
maar met die wisseling van kleuren wordt geen enkele garantie ingebouwd dat kleurrijke politieke bestuurders van het (ei)land en van de overheidsnv’s meer integer en minder corrupt zullen zijn dan hun blanke koloniale voorgangers.

Sinterklaas blijft op het eiland komen. De weersvoorspellingen in het moederland mogen slecht zijn, op het eiland schijnt de zon. Curaçao kent zelden lelijk weer.

Mi kurason ta bati, budikudum
Mi pia ta tembla, rikitikitum,
ma tog mi ta kontentu, ta luna di San Nikolas.
[M’n hart slaat hard, boedikoedoem
M’n knieën knikken, rikketikketoem,
maar toch ben ik blij, want het is de maand van Sint Nicolaas.]

Presentatie op Sinterklaasavond, Perdu, Amsterdam, 6 december 2012.
Geciteerde sinterklaasliedjes van Enid Hollander, op haar CD Fin de aña II, opgenomen met het kinderkoor Zjozjoli, met begeleiding van Doble R., Willemstad, Curaçao. Met dank aan Jan Beaujon, Charleston, USA.

 
Foto’s (privé-archief) Aart G. Broek.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter