blog | werkgroep caraïbische letteren

Zeer actuele Cura-Crime

Savonet van Krijn de Best

door Jeroen Heuvel

De moordenaar van Helmin Wiels en de opdrachtgevers tot deze moord zijn bekend bij de auteur en de lezers van Savonet, een nieuw deel in de serie Cura-Crime thrillers van de hand van Krijn de Best. Dat maakt dit boek bijzonder actueel, gezien de recente aanhoudingen van mogelijke verdachten. Heel veel mensen op dit eiland willen dat de zaak zo snel mogelijk wordt afgehandeld, dat de daders worden berecht en dat het normale leven weer zijn gang kan gaan, zonder dat duidelijk wordt gemaakt wat ‘het normale leven’ inhoudt, omdat iedereen daar een andere kijk op heeft.

De Best combineert een aantal onopgehelderde zaken, met halve bekentenissen van gearresteerden, en roddels van ‘bou di palu’, met een dosis fantasie van de fictieschrijver tot een spannend geheel, dat de ontspanning zoekende lezer gegarandeerd enkele uren genoegdoening biedt. Bovendien laat hij zijn personages de zaak oplossen. Terwijl het hem in aanvang niet om deze specifieke moord ging.

Auteur Krijn de Best

Auteur Krijn de Best

Nadat de auteur in korte tijd vier thrillers had geschreven, in een door hem bedachte serie Cura-Crimes, onder andere over de mysterieuze verdwijning van Natalee Holloway, alle vier met titels van plekken op Curaçao – Waaigat, Blaauwbaai, Brakkeput en Duivelsklip – en hij eigenlijk had gepland het hierbij te laten, kriebelde het vertellersbloed toch weer. Vooral als er vreemde dingen gebeuren zoals de raadselachtige verdwijning van het standbeeld van Peter Stuyvesant, dan gaan de hersens van een detectiveschrijver spinnen. ‘Tijdens een bezoek aan Curaçao in maart 2013 is het idee voor Savonet ontstaan. Op dat moment was de politicus Helmin Wiels nog niet vermoord. Hij speelde in de opzet van het verhaal een heel andere rol dan nu het geval is. De dramatische gebeurtenis op 5 mei 2013 heeft ertoe geleid dat het verhaal een heel andere wending moest krijgen,’ zegt de auteur in zijn voorwoord.

Hij noemt namen van bekende mensen, zoals Francesco Corallo, Giovanni Falcone en Paolo Borsellino, en Elmer ‘Kadè’ Wilsoe, Raul ‘Bolle’ Jacinto Martinez en Luigiano ‘Pretu’ Lorenzo Florentina, maar hij noemt niet alle herkenbare personages bij naam. Zo heet de premier van de eerste regering van Curaçao sinds 10-10-10 in dit boek George Scheffer en wordt diens echte naam niet gebruikt. Daarnaast treden als fictieve personages de terugkerende privé detective op en de inspecteur, Gert Berk en Rick Krabbelaar, waardoor ‘facts and fiction’ rakelings langs elkaar heen lopen. Hij somt een heleboel plaatsen op: het strand van Marie Pampoen, het Peter Stuyvesant Collega, de Old Saint Patrick’s Cathedral in New York, Suddie (in Guyana), Avila Beach, restaurant De Kleine Wereld, Koraal Specht, de Emmakerk, Baoase, de politiecel op Barber en het kantoor van Assistant Special Agent in Charge, Ron C. Krall van de FBI. De auteur laat ook merken dat hij graag Triviant speelt en dat hij een lekkerbek is die ook goed op de hoogte is van de wijnen.

Kaft van het besproken boek

Kaft van het besproken boek

In 43 korte hoofdstukken verspreid over 180 bladzijden lost Krijn de zaken op van het onvindbare standbeeld van Peter Stuyvesant, de roof van de gouden staven van de vanwege zijn onopvallendheid onooglijke boot uit Guyana, de frustraties van de maffia omdat de boeken van ‘hun casino’s’ zouden worden onderzocht en hun marionet niet de nieuwe directeur van de nationale bank van Curaçao en St. Maarten zou worden, en de hierbij horende moord op de politicus die de meeste stemmen heeft gekregen bij de verkiezingen voor het tweede parlement van Curaçao, nadat het eerste parlement werd ontbonden voordat er een normale regeerperiode van vier jaar was verstreken, en de daaropvolgende opruimingen van de huurmoordenaars. De auteur heeft de nieuwsberichten en gepubliceerde analyses uit de Nederlandstalige media over de moord op Wiels verwerkt; het boek zou nog meer theorieën hebben kunnen bevat indien De Best ook de Papiamentstalige media had geraadpleegd. Dit neemt niet weg dat het resultaat prettig leest ondanks de, nogal vele, drukfouten in de roman.

De titel, Savonet, verwijst naar de vindplaats van een lijk met een spijker door de hersens en een gouden munt in de mond, het lichaam van een jeugdvriend van de ex-premier die alles weet over het goud van de roof. En naar het idee dat een niet nader genoemde Nederlandse schrijver van wie de verhalen zich afspelen op Curaçao (wie zou dat zijn?), die met zijn vrouw een bezoek aan het Christoffelpark brengt, krijgt wanneer de parkranger Cyrill Kooistra iets vertelt over plantengif, naar aanleiding van een naar voorval waarbij een toerist geproefd heeft hoe een mansaliña smaakt (giftig appeltje, niet te verwarren met wat in Nederland bekend staat als de witte wijn uit Spanje, manzanilla) en daar een bek vol blaren aan over houdt. Wat de parkranger daarna vertelt over het besje van de Makurá, is heerlijk voer voor een thrillerauteur die Curaçao schitterend vindt, ‘een droomeiland voor toerist en thrillerschrijver.’

Wellicht zullen ook veel niet-toeristen smullen van Savonet.

Zie ook: www.curacrime.com

 

Makurá

Makurá

 

Twee fragmenten:

De lange slanke Zuid-Amerikaan volgt op zijn gemak de borden ‘car rental Curaçao Airport’. Hij loopt naar de balie van National Car Rental en legt zijn American Express kaart neer. Een kwartiertje later stapt hij in de Nissan Frontier. Hij heeft geen haast. Zijn voornaamste doel is om de twee klussen zonder opgemerkt te worden tot een goed einde te brengen. Het verbaasde hem wel om weer terug te moeten naar Curaçao zo kort na de geslaagde moord op Helmin Wiels. Doorgaans vermijdt hij een land waar hij gewerkt heeft voor een jaar of drie, maar zijn opdrachtgever was duidelijk: geen losse eindjes. Deze keer is een uitzondering en hij heeft alle voorzorgsmaatregelen genomen die er maar zijn. Zijn Argentijnse paspoort op naam van Arturo Gonzalves ziet er veelgebruikt uit en de creditcards hebben alle een solide bankrekening om de kosten te dekken. Na deze reis zal Arturo Gonzalves ophouden te bestaan, net als de bankrekeningen. De organisatie is, als altijd, perfect waar het de details betreft.

[Het begin van hoofdstuk 36, getiteld: 26 augustus, Curaçao, Baoase]

 “Rick, weet jij hoe je aan een politicus kunt zien of hij liegt?”
“Hè?”
“Als hij zijn mond beweegt.”
“Oude mop, Gert, maar je kunt toch niet serieus denken dat Scheffer het brein achter alle gebeurtenissen op ons eiland is? Zelfs in Venezuela? Man je droomt, die macht heeft hij niet.”
“Ik denk dat de echte dader ver van de zaak of zaken verwijderd is. Het gaat om de man of mannen achter wat jij en ik kunnen zien. Ik moet denken aan wat Lou tegen me zei in Caracas, dat de lui waar we mee te maken hebben geen losse eindjes laten liggen.”
“Nog iets van Lou gehoord?”
“Hij belt me in de loop van de dag.”
“Bel me zodra je wat weet.”
“Doe ik. Nu even terug naar Percy Lebeaux. Die gouden munt was een boodschap. Ik ben ervan overtuigd dat die boodschap voor Scheffer bedoeld is.”
“Dan is die nog niet aangekomen; we hebben de munt uit de media gehouden.”

[Fragment van pp 114-115.]

 

Makurá (Wikipdia)

Makurá (Wikipdia)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter