blog | werkgroep caraïbische letteren

Woede en medemenselijkheid

door Willem van Lit

[Deel 5 van “Ze zijn er. En nu”, een serie over de migratiecrisis.]

Laten we eens kijken naar de woedehuishouding in de wereld. De laatste jaren wordt er volgens het gezaghebbende SIPRI (Stockholm International Peace Research Institute) wereldwijd om en nabij 1800 miljard US dollars per jaar uitgegeven aan militaire capaciteiten (wapens, organisatie en mensen). De VS zijn koploper, maar zij worden snel gevolgd door China en Rusland. Ook in Zuid-Amerika, in Azië (onder andere India en Pakistan) en in Saoedi-Arabië ziet men een versnelling van de uitgaven voor moderne militaria. Men heeft er veel voor over om zijn woede kunnen bekoelen.

 

Joep Bertrams2

Tekening Joep Bertrams

Daarnaast wordt op wereldniveau ongeveer 150 miljard dollars per jaar besteed aan ontwikkelingssamenwerking (van landen en NGO’s) en noodhulp. Zoals men ziet wordt er minder dan tien procent gestoken in menslievend kapitaal ten opzichte van het onderhoud van de woedehuishouding in de wereld. Bij die hulpbesteding zijn de VS ook koploper.

Woede en medemenselijkheid zijn thema’s die centraal staan in de huidige mondiale crisis. Samen met schaamte en afgunst. In een opstel over dit zelfde onderwerp “Ze komen” van september 2015 heb ik het gehad over het idee van het goede leven. Ik schreef: “John Rawls, die een theorie heeft ontworpen over rechtvaardigheid zegt (in het gelijknamige boek: Een theorie van rechtvaardigheid) dat ieder mens voor zichzelf in zekere mate een levensplan voor ogen heeft. Het goede leven is een idee over de verlangens die men heeft om een dergelijk levensplan te realiseren. Die verlangens betreffen vooral een ruime mate van vrijheid, kansen, het vermogen van zelfrespect en een hecht vertrouwen in het eigen vermogen. Iemand kan gelukkig zijn als hij in staat is te werken aan dat levensplan, waarbij hij voldoening vindt in het uitoefenen van zijn vermogens. In andere termen noemen we dat: zelfontplooiing. Om dit te kunnen doen, is het van belang dat de samenleving voorziet in sociale instituties die we als rechtvaardig zien. Deze instituties komen pas goed tot bloei in een constitutionele democratie, zo zegt Rawls”. Om tot een goed leven te komen, moet de samenleving zodanig functioneren dat zij de condities daartoe schept. Dat wil onder andere zeggen dat de sociale betrekkingen in die samenleving geordend zijn met het oog op wederzijdse ondersteuning. In eerste instantie heeft dit te maken met gelijkwaardigheid van elk lid van die samenleving. Vrouwen bijvoorbeeld kunnen in zo’n gemeenschap niet in een ondergeschikte rol leven. Voorwaarden zijn onder andere dat in een dergelijke open samenleving instituties zijn die de beginselen van solidariteit (gerichtheid op elkaar), gelijkwaardigheid (de wet is het hoogste en voor iedereen gelijk) en de vrijheid vastleggen. Op deze manier kan het streven naar een goed leven vorm krijgen. Het idee van een goed leven heeft zo ook een morele betekenis: de wil en de overtuiging dat je elkaar in de menselijke verhoudingen nodig hebt. Een politiedienst is er niet om de staat te dienen, maar de gemeenschap. En dat eerst en vooral. In collectivistische gemeenschappen ligt dit principieel anders. Daar is de politie er om de staat en de heerser te dienen. Dat is de reden ook dat men daar zo weinig vertrouwen heeft in oom agent.

Pas als we ons realiseren dat het streven naar een goed leven niet betekent het eenzijdig zoveel mogelijk binnen halen van eigen voordeel, maar dat er sprake moet zijn van wederzijds menselijk handelen, dan kan begonnen worden met het ontwikkelen van een rechtvaardige open samenleving. Dat is dan beschaving of civilisatie zoals ik eerder heb omschreven: zonder gebruik te hoeven maken van geweld de sociale veranderingen verwerken. Het idee van het streven naar een goed leven heeft een individuele betekenis, maar kan niet los worden gezien van de sociale context waarin je je moet bewegen. Het gaat om strikt wederzijdse sociale werking en dit is de morele dimensie van het goede leven. In een dergelijk krachtenveld krijgt ook medemenselijkheid een kans.

 

11425124_999749383368836_5271577053639954645_n

Hoe concreet is dit? Van de grote stroom vluchtelingen die Europa binnen komt, willen wij dat zij hun streven naar een goed leven kunnen nakomen. Dat wil zeggen dat zij hun acuut ellendige situatie kunnen ontvluchten, dat zij een idee hebben over hun streven naar een goed leven en dat zij die kunnen nakomen met de voorwaarden die wij in onze open samenleving hebben: onderwijs, goede medische zorg, een dienende politiedienst en justitie, het primaat van de wet, onze democratie, onze instituties, enz. We hebben daarbij allerlei condities ingebouwd, zoals gelijke rechten voor elk lid, scheiding van geloof en staat en de scheiding der machten. Dit zijn ook voorwaarden om voor deze mensen hun kinderen een veilige, gezonde en welvarende toekomst te geven. Zij moeten bereid zijn daarin te investeren en dat wil zeggen actief deelnemen aan het kritisch en interactief sociaal leven met constructieve wederzijdse betrekkingen.

Martha Nussbaum (hoogleraar ethiek en recht) heeft in haar boek Politieke emoties. Waarom een rechtvaardige samenleving niet zonder liefde kan betoogt dat een rechtvaardige samenleving (met de voorwaarden te kunnen streven naar een goed leven) bedreigd wordt door drie emoties: de woede, de schaamte en de afgunst. Over de woede heb ik het uitgebreid gehad. Het verhaal over de twee andere emoties volgt nu.

(wordt vervolgd).

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter