blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

‘Winti fu bakra, een spirituele roman’

Van de Redactie van de Ware Tijd Literair

‘Wie schrijft, die blijft’!
Ons mederedactielid, onze lerares, onze goeroe, de moeder van de Surinaamse kinderliteratuur, Els Moor, is op 9 maart de grote reis begonnen. Sinds 1992 was zij de motor/inspirator achter de literaire pagina. Ook aan deze pagina heeft zij nog een prachtige, spirituele bijdrage geleverd. Aan ons onderwijs had zij haar hart verloren. Ze schreef of werkte mee aan een eindeloze stroom boeken, artikelen, rapporten, opstellen, essays en – hoe kan het ook anders – recensies. In de volgende aflevering van dWTL willen we hieraan uitgebreid aandacht besteden. Aan die stroom is nu een einde gekomen, maar haar gedachtegoed gaat door. Wij gedenken haar met veel respect.

Jerry Dewnarain, Christine F. Samsom

YAKUMO   DIGITAL CAMERA

Els Moor. Foto © Michiel van Kempen

door Els Moor

‘Als het bos wordt vernietigd en het leven barende water wordt gedood, verdwijnt er veel meer dan de bomen en de vissen. We doden onze eigen connectie met de Grote Spirit die we Universum noemen of God; we vernietigen de Eenheid. We vernietigen onszelf (p. 245).’ Dit fragment is de slotalinea van Winti fu bakra, een spirituele roman, geschreven door de Nederlandse Carline Schlüter en uitgegeven door uitgeverij Ralicon van Robby Parabirsing. Schlüter specialiseerde zich in filosofie en comparatieve theologie en metafysica. Haar belangrijkste thema in haar artikelen en dit eerste boek is hoe vanuit de westerse superioriteitsgedachte werd gekeken naar niet-westerse religie en filosofie, en hoe wordt omgegaan met niet-westerse godsdienst en filosofie.

Het boek is de spirituele biografie van de schrijfster. Ze begint bij haar vroegere jeugd, toen ze een peuter-kleuter was. Ze was nog geen vier jaar toen ze regelmatig achter een drumband aanliep. ‘Dansend en springend ging ik erachteraan. Op zich niets bijzonders. Alle kinderen vinden dat wel wat hebben, maar bij mij ging het veel verder. Ik werd als het ware iemand anders. Ik was niet meer dat kleine, meisje dat met de drumband meeliep. Ik voelde dat die drums diep in mijn binnenste iets openmaakten en dan veranderde alles om mij heen (p. 8).’ Ze had veel visioenen en had een vast, alleen voor haar bestaand gezelschap: een oude vrouw met een wandelstok en een indiaan, die haar veel leerden over de spirituele wereld. Zo moest ze de ziel van bomen en planten leren kennen. Het meisje is een echte denker, al op de kleuterschool en dat blijft ze haar hele leven.

 

winti fu bakra

Haar kennismaking met Suriname, het land dat een grote rol in haar leven speelt en waar ze als oudere vrouw ook gaat wonen, begint al heel vroeg als kind. Ze ziet dan een foto in de krant van een buitenlandse stad met een brede laan met palmen. Haar moeder zegt haar dat het Suriname is. Het woord proeft op haar tong als roomboter. Sindsdien droomt ze over het land en wil er zoveel mogelijk over weten.

In deel 1 geeft Schlüter ook een visioen weer dat ze heeft gehad. Verder geeft het boek meer informatie over haar leven en ze schrijft een verhaal over een personage, Amber geheten, die veel op haar lijkt. ‘Ik had Amber nodig, ook al hing ze als een steen om mijn nek. Ze zat op mijn schouder en ik kon haar, of zij mij, niet loslaten. Niet dat ze mijn alter ego was geworden of een dubbele identiteit liet zien. Nee, Amber was mijn masker en als ik schreef en haar belevenissen ‘verzon’, kon ik dat masker gebruiken om de confrontatie met mijzelf uit de weg te gaan. Mijn diepste zelf, zoals ik mijzelf had ervaren in mijn jeugdjaren, was opgeborgen en ik gebruikte het Amber-masker om langzaam maar zeker mijn werkelijke ik te laten schijnen.’ (p. 74)
Personen uit haar leven zijn haar man met wie ze een restaurant heeft, een Afrikaans personeelslid, Avril, vriendin Annet die uit Suriname komt en de Afrikaan Joey. De Afrikaanse cultuur en religie spelen een grote rol in dit boek. Avril ziet in de ik de geest van de grote oermoeder; via Avril denkt ze ook over de slavernij, slaven die konden wegvliegen. Als mooi Surinaams voorbeeld van zo een slaaf geeft ze ‘onze’ Boni die zich veranderde in een vrouwelijke gestalte.

Winti fu bakra is een boek dat veel informatie geeft over winti’s die in de hoofdfiguur zitten. Makkelijk is het boek niet. Belangrijk voor oudere studenten is het wel. De taal is duidelijk en beeldend. Het boek heeft helaas een aantal taalfouten. Dat een in Suriname wonende Nederlandse vrouw het geschreven heeft, is prima maar ik vind wel dat Surinamers meer moeten schrijven over dit onderwerp dat door het christendom in een taboesfeer terechtgekomen is. De eigen creoolse cultuur, afkomstig uit Afrika, is essentieel voor de cultuur van dit land en de verbinding tussen mens en natuur. Vooral het bos is momenteel door economische, geldgerichte projecten, in dreigend gevaar. Het bos is het grootste heiligdom op aarde. ‘Alle bomen zijn heilig’, aldus de sjamaan, oom van Joey. ‘Natuur en mens zijn complementair, niet in oppositie (p. 95).’

Carline Schlüter, ‘Winti fu bakra’ (een spirituele roman). Uitgeverij Ralicon. Paramaribo. 2016. ISBN 978-94-92169-31-0

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter