blog | werkgroep caraïbische letteren

Waar blijft een monument ter nagedachtenis aan de slavernij in Oost-Indië?

door Tanja Fraai

Tijdens de Tong Tong Fair, beter bekend als de Haagse Pasar Malam, vraagt Bert Paasman  aandacht voor de afschaffing van de slavernij in ander perspectief. Nu eens niet met ‘De West’ als centrum waar de slavernij plaatsvond, maar ‘De Oost’; Oost-Indië. Paasman is emeritus hoogleraar koloniale en postkoloniale Cultuur- en Literatuurgeschiedenis (UVA) en kent beide werelden goed..  

150 jaar

Waarom was er in 2010, toen de slavernij in Oost-Indië precies 150 jaar geleden werd afgeschaft geen aandacht voor dit feit, vraagt Paasman zich af. Vooral omdat er dit uitgebreid stil gestaan wordt bij 1863, het jaar dat de slavernij in Suriname en de voormalige Antillen werd afgeschaft.   Aantal
Slavernij was er wel degelijk en zelfs op dezelfde schaal als in West-indië; er werden zo’n 600.000 mensen slaaf gemaakt in Oost-Indië. Vanuit India, Ceylon, Bali, Celebes (het huidige Sulawesi) werden de slaven vervoerd naar Java. “Dat waren vaak minder zeewaardige schepen, mensen stierven aan boord.”  illustreert Paasman.  

Huisslaven

Anders dan in de West waren er vrijwel geen plantages dus ook geen plantageslaven die zwaar werk in de brandende zon moesten doen. De Oost-Indische slaaf was een huis-tuin-en keukenslaaf die op het erf aan het werk werd gezet. “Eigenlijk de voorloper van de baboe en de kokki dus het huispersoneel,” voegt Paasman toe. Bij aanleg van steden en forten en in de havens van de VOC verrichtten de slaven echter wel degelijk zware lichamelijk arbeid.  

Verhoudingen

Relaties tussen witte mannen en donkere slavinnen kwamen veelvuldig voor en werden geaccepteerd. De slavinnen moesten Nederlands leren en Protestant worden als ze gingen trouwen. Omgekeerd was een verhouding tussen een witte vrouw en een donkere slaaf uit den boze. Voor de slaaf in kwestie restte de doodstraf als de relatie aan het licht kwam.  

Aandacht

Paasman besluit zijn lezing met een antwoord op de vraag waarom er zoveel minder aandacht is voor die slavernij in de Oost. Om te beginnen is er veel minder onderzoek naar gedaan dan in het West-Indisch gebied. Ook is de oude slavenbevolking geassimileerd met de Indonesische bevolking; nazaten zijn dus nauwelijks meer aan hun uiterlijk herkenbaar. Een derde reden is het ontbreken van wat Paasman noemt pressure groups  dus afstammelingen van nazaten die aandacht vragen.

De lezing werd gehouden op donderdag 23 mei 2013 op de Tong Tong Fair in Den Haag.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter