blog | werkgroep caraïbische letteren

Voortdurende belofte (2)

Verslag van een verblijf op Curaçao van 9 tot 28 april 2016

door Willem van Lit

II.
Wij zijn naar Curaçao gekomen om van het eiland te genieten. Het is steeds moeilijk uit te leggen. Het gaat om verschillende dingen. Dingen? Daar gaat het al fout. Het gaat niet om dingen. Vakantie? Dat wordt vlug gezegd, ook door onszelf. Mensen hebben dan het beeld van lui kunnen zijn, niks te hoeven. Daar zit de crux. Ik kom hier heen om juist wél te hoeven.

De eerste acht dagen verbleven we in een huis, dat heel goed op de wind lag. Dat huis was ook voor mensen die het kunnen betalen, maar dáár voelden we weer waarvoor we hier gekomen waren. Dat wil zeggen, dat vakantiehuis voldeed aan één van de dingen: Curaçao in haar fysische gedaante, haar tropische gestalte van zon, wind, geuren en aanzicht. Daarmee krijg je de lijfelijke en mentale ervaring, waar je steeds weer naar terug verlangt.
We wilden oude vrienden bezoeken. We wilden de buurten waar we eerder waren, terug zien en opnieuw ervaren. De winkels, de straten, de eethuisjes, de snek op de hoek. We gingen voor de sfeer van de wijk waar we gewoond hebben, de stemming van ‘atardi’, later op de middag. We hebben een praatje gemaakt met onze vroegere buurvrouw, Ingrid. Over het hek leunend praten terwijl haar hondje op en af het erf scharrelde. Kijken hoe het ook weer was daar in die hoek. De mensen die nu in ons oude huis wonen, waren niet thuis. Maar het voelde wel een beetje als thuis komen daar in de straat: keuvelen in het licht van de gevorderde middag. En dan praten over het nieuws dat eigenlijk geen nieuws was; het ging over de kabbelende voortgang van haar leven in deze buurt, de tuin, haar bezigheden, de planten, de hond, de mensen hiernaast en daar tegenover, haar familie, de auto (nog steeds die rode Mazda), enz. Het gaat dan over de rimpelingen van het bestaan, de traagheid, die je aan kunt duiden met enz. Dat telt ook.

Curacao 1901 Hoogstraat

Willemstad, de Hoogstraat in 1901

We laten ook Connie weten dat we er zijn. En Theo met Patricia. George en Diny natuurlijk. Adriaan en Hanneke. Later hebben we contact met een collega, Gert en Milena. Met hen praatten we uitgebreid bij: hun wel en wee, de schoonheid en het goede, de dingen die er toe doen, de verleiding van het eiland, het werk en de genoegens. Zij komen bij ons op bezoek en wij gaan naar hun thuis. We willen alles weten over het bestaan hier: wat wij zo missen. Het gaat om het willen begrijpen van de charmes van het eiland, zegt George altijd. Er zijn er nog meer die willen bijpraten. Daarnaast heb ik zelf afspraken gemaakt met anderen. Dat is voor het project waar ik mee bezig ben, het volgende boek over de Cariben en in het bijzonder nu Curaçao. Ik belde de mensen die ik wilde interviewen. De agenda raakte langzamerhand vol. Soms had ik meerdere ontmoetingen op één dag.
Ik stel vragen over de betekenis van het goede leven en wat mensen daarbij voor ogen hebben. Wat zou er moeten gebeuren om het goede leven binnen bereik te krijgen? Wie of wat is er nodig? Wat zijn de kansen en wat de belemmeringen? Wat heeft de herinrichting van het koninkrijk gebracht vanaf 10 oktober 2010 (101010 zoals men zegt)? Voor de lezers die niet weten wat er toen is gebeurd: het Koninkrijk der Nederlanden werd toen anders ingericht. Het is niet gek dat Europese Nederlanders dit is ontgaan; het is wél treurig. Daarover zal ik nog wel schrijven.

 

Dit verslag is niet meer dan een vogelvlucht. Ik heb elk interview uitgebreid genoteerd en daar komt dan ook een gedetailleerd verslag van dat ik aan elke geïnterviewde apart toezend. Zij of hij kan daarop dan reageren en het corrigeren of aanvullen, waar ik het niet goed heb weergegeven. In dit verslag is voor anderen niet duidelijk wie wat precies heeft gezegd. Dat is ook de bedoeling. De mensen die ik heb geïnterviewd zullen hun deel wel herkennen, mag ik aannemen. Later zal ik de interviews gebruiken voor het schrijven van mijn volgende boek. Ook daarbij zal niet duidelijk worden wie wat precies gezegd heeft, tenzij men de ander zo goed kent dat men weet hoe de ander over dit soort vragen denkt.

 

[wordt vervolgd, voor deel 3 klik hier]

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter