blog | werkgroep caraïbische letteren

Virginia Dementricia, een ongehoorzame slavin

door Luc Alofs
Virginia Dementricia (geb. Aruba 22-12-1842 – gest. na 1861), ongehoorzame slavin, tegenwoordig herinnerd als verzetsheldin. Dochter van Maria Theodora, slavin. Van een huwelijk of kinderen is niets bekend.
Virginia Dementricia was het vierde van de zeven kinderen van de slavin Maria Theodora en een onbekende vader. Zij was een ‘duso’, het na een tweeling geboren kind aan wie men – net als aan tweelingen – bijzondere gaven toeschreef. Virginia groeide op in een voor Aruba gangbaar slavenhuishouden. De familie was eigendom van Jan van der Biest, een protestantse kolonist en hulpbestuurder op Aruba die in 1863 twintig slaven had. Veertien slaven woonden op zijn bescheiden plantage Barbolia (tegenwoordig San Barbola) en zes in Oranjestad: een kokkin, twee bedienden en drie kinderen. Virginia stond te boek als veldarbeidster en woonde waarschijnlijk op Barbolia. Kinderslaven op Aruba werden geacht lichte werkzaamheden in en rond het huis en op het land te verrichten, boodschappen over te brengen en naar de markt te gaan. Virginia heeft waarschijnlijk geen onderwijs gehad.
In de jaren rond 1860 overtrad Virginia herhaaldelijk de wet. Tussen 1859 en 1863 werden vijf processen tegen haar gevoerd vanwege overtreding van het in 1857 ingevoerde reglement omtrent voeding, behandeling en kleding van slaven. In maart 1859 had zij kleren gestolen van haar meester Jan van der Biest, waarvoor zij werd gestraft met veertien dagen dwangarbeid aan de publieke wegen. Vier maanden later beging ze hetzelfde misdrijf, waarvoor zij ‘twee maanden dwangarbeid op de gronden harer meester’ moest verrichten. In november probeerde ze weg te lopen, wat mislukte, en wederom moest ze een maand op de velden van haar meester werken. In juli 1860 werd ze veroordeeld wegens ‘wegloperij en valse beschuldiging, gepaard met oneerbiedigheid’, waarvoor ze acht dagen achter slot en grendel ging. Toen ze uit de gevangenis kwam werd ze vrijwel meteen opgepakt omdat ze ‘straatrumoer en verzet tegen de politie’ veroorzaakte. Hiervoor kreeg ze haar eerste – en enige – lijfstraf: veertien touwslagen. Ook haar broer Juliaan was in juli 1860 veroordeeld tot acht dagen opsluiting wegens ‘feitelijk geweld’.
Bij de afschaffing van de slavernij in 1863 kregen Virginia’s familieleden de achternaam Bikker, maar Virginia en haar broer Juliaan ontbreken op de emancipatielijsten. Verkoop van slaven was een gangbare oplossing wanneer de relatie tussen eigenaar en slaaf onherstelbaar was beschadigd. Uit een notariële akte van 22 november 1860 blijkt dat Virginia intussen was verkocht aan J.A. Jesserun te Curaçao. Virginia bracht 140 gulden op, een bedrag dat Van der Biest gedeeltelijk gebruikte om achterstallige grond- en slavenbelastingen te betalen. Virginia’s broer Juliaan trof een zelfde lot: hij werd op 12 september 1861 voor 188 gulden verkocht aan Jacob J. Naar op Curaçao. Zo werden Virginia en Juliaan van lastpost tot verliespost, want hun nieuwe Curaçaose eigenaren toucheerden tweeënhalf jaar later waarschijnlijk de volledige emancipatievergoeding van tweehonderd gulden. Van der Biest is er dus uiteindelijk geld bij ingeschoten, respectievelijk zestig en twaalf gulden. Na haar verhuizing naar Curaçao verdween Virginia uit beeld.
In de uitgave Slaven zonder plantage, slavernij en emancipatie op Aruba wordt Virginia’s verhaal verteld. Dit inspireerde kunstenares Vanessa Paulina tot een kunstwerk rond het thema van Afrikaanse slavernij op Aruba. Virginia’s verhaal en portret kregen in 2008 een prominente plaats op de Arubaanse slavernijexpositie ‘Herencia di sclavitud/Heritage of slavery on Aruba’.
 
Archivalia
  • Nationaal Historisch Archief / Archivo Nacional, Aruba: Register van geboorte en overlijden van slaven. Register van inschrijving der vrij te maken slaven. Register van het protocol notarieel 1860, akte nr. 23, d.d. 22-11-1860.
  • Nationaal Archief, Den Haag: Toegang 2.02.10, inv. nr. 246, nr. 3 (klapper op de namen van plantages, plantage-eigenaren en slaveneigenaren en stukken betreffende de uitbetalingen in verband met de opheffing van de slavernij in West-Indië).
Literatuur
  • Luc Alofs, Slaven zonder plantage, slavernij en emancipatie op Aruba, 1750-1963 (Aruba 1997, 2003).
  • Luc Alofs, ‘Kind van de rekening: kinderen en slavernij op Aruba’, in: Aspha Bijnaar red., Kinderen en slavernij (Amsterdam 2009).
  • Luc Alofs red., ‘Publicacion herencia di sclavitud / The heritage of slavery on Aruba’ (Aruba 2009) 60-63, 68.
[van historici.nl]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter