blog | werkgroep caraïbische letteren

Typhoon – Liefste

We spreken af, spreken met elkaar af dat we altijd eerlijk zijn.
Openheid van zaken, geen muurtjes, dekens, dicht gordijn.
Je zit erbij, nonchalant en wat gesloten met zo’n houding van:
wil ie me hebben, dan moet het van zijn kant komen.
Ik doe m’n best. Ik heb de trui aan die je mij zo goed vindt staan. Telefoon uit, daar komt de ruis vandaan.
Ik fluister je naam en zeg:
“Je moet me geloven dat het anders is, gaat zijn en zal gaan lopen.”

Liefste, let niet op mij.
Oh liefste, let niet op mij.

Kijk, we waren bij elkaar, maar eigenlijk had je me niet.
Ik probeer niets goed te praten hoor, ik weet, dat past ook niet.
Maar ik ben een controlfreak, freak uit in de rol van passagier.
Dat mee met de stroom gaan, is prachtig, maar het blijft een lastig iets.
Laat me niet los. Mijn bloed was ijswater.
Ben niet bang om alleen te zijn, wel om wat ik koester, kwijt te raken.
En dat is het gif in mijn doen en laten,
dames aan mijn tentakels, het was niks. Slaap bij mij vanavond.

Liefste, let niet op mij.
Oh liefste, let niet op mij.

Liefste, let niet op mij.
Oh liefste, let niet op mij.

Ik mis de manier waarop jij je slipje aantrekt in de ochtend.
Opstaat, maar als ik je tegenhoud weer komt liggen.
Je legt de wekker weg, je laat ‘m snoozen en zegt:
“Werk wacht wel, ik wil je nog even in mij voelen.”
En dat bedoel ik, het is vreemd dat ik front.
Het gaat goed, maar ik moet altijd doen alsof iets onzeker is aan ons.
Te bizar hoe ik de liefde door een trechter giet.
Jij bent slimmer dan ik, voorziet mijn stappen, daarom zeg ik niets.
En soms zeggen we lelijke dingen, best ziek.
Terwijl we eigenlijk willen zeggen: neem me niet voor lief.
Een schreeuw om bestaansrecht, stug en standvastig.
Het stapelt zich op, totdat die kilte over ons heenkomt.
En ik je ‘s avonds laat, als we gaan slapen niet meer aanraak in bed. Alsof je in quarantaine bent gelegd.
Als je benauwd wordt van de kilte wil ik zeggen:
“Mijn schat, ‘t is op z’n tijd een strijd, maar ik zou met niemand anders willen vechten.”

Liefste, let niet op mij.
Oh liefste, let niet op mij

Liefste, let niet op mij.
Oh liefste, let niet op mij

En als zij onrustig wakker wordt en ze kijkt me boos aan,
dan was ’t een nachtmerrie waarin ik vreemd ben gegaan.
Zij is moeilijk te ontdooien, maar de liefde is te sterk.
Ik zeg: “Lief, ik ga nergens en nergens is al ver.”

 

11425843_1006363719381548_418415855984427641_n

on 24.03.2016 at 15:42
Tags: /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter