blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

… tot bam!

In een vorige blogpost ging het over Berlijners die bis in die Puppen feestvieren. Als u de link hebt aangeklikt weet u dat die Puppen oorspronkelijk de standbeelden in de Tiergarten zijn. Nederlanders gaan door tot in de kleine uurtjes. Waar die uitdrukking vandaan komt, lijkt me duidelijk.
Vraag een Surinamer of hij de avond tevoren flink gefeest heeft, goed mogelijk dat het antwoord luidt: tot bam! Ik zie de vraagtekens in uw ogen groeien. Bam? Bis Am Morgen!

Berlijn Suriname

Stadsgrens van Berlijn (Suriname) (Foto: Johanna Ridderbeekx)

Tijd om eens te wijzen op Berlijn, Oldenburg, Wolfenbuttel… allemaal plaatsen (voormalige plantages en/of nederzettingen van Duitsers) in Suriname.
Tijd om eens te wijzen op de verdiensten van de Hernhutters (Moravische Broeders) in Suriname (in de Nederlandse spelling met een -r minder en een -t meer). Voordat de koloniale mogendheid (Nederland) op het idee kwam om ook maar iets aan onderwijs te doen waren de Hernhutters al op plantages en in het bos onderweg om de bevolking te alfabetiseren en de Heilige Schrift nader te brengen. Daarbij bedienden ze zich van het Sranangtongo: ze namen de taal die gesproken werd tot uitgangstaal. De eerste taalleerboekjes hebben de Surinamers aan deze Duitsers te danken. Philipp Krämer wees me erop dat het “Negerhollands” (Cariools) voor het eerst door de Duitse Hernhutter Christian Georg Andreas Oldendorp werd beschreven (en min of meer tegelijkertijd door de Deen Jochum Melchior Magens). De Evangelische Broedergemeente is trouwens nog steeds een van de grootste kerkgenootschappen in Suriname.

 

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Blik op Paramaribo met het wrak van de Goslar in de Surinamerivier. Foto: Johanna Ridderbeekx

Over Maria Sibylla Merian heb ik het al eens gehad. Het reisbericht van August Kappler (1815-1887), de stichter van de stad Albina is net in hertaling verschenen. De Surinaamse belevenissen van Johann Dieterich Horst (1807-1878) heeft Janny de Heer in een opmerkelijke roman verwerkt.

Nog een woord over de Goslar, het Duitse vrachtschip dat op 10 mei 1940 (in Europa valt Duitsland Nederland binnen) door de bemanning tot zinken moest worden gebracht om te voorkomen dat de Nederlanders het in handen zouden krijgen. Zo gezegd, zo gedaan (Befehl ist Befehl), alleen: het zonk niet; het ligt nog steeds op een zandbank in de Surinamerivier.
Nieuwsgierig geworden naar Duitsers in Suriname?

Carl Haarnack, auteur van Duitsers in Suriname, verdient voor zijn prachtige Buku-Bibliotheca Surinamica een heuse Surinaams-Duitse bossi (Bussi, Busserl).

 

[van de blogspot van de vakgroep Nederlands van de Freie Universität Berlin, deze bijdrage van Johanna Ridderbeekx:
http://blogs.fu-berlin.de/nederlands/2015/03/05/tot-bam/]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter