blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Thomas Otti

Knipscheer presenteert veelbelovende boeken

door Otti Thomas

Amsterdam — Architectuur en literatuur vertonen veel overeenkomsten, zei de Curaçaose architect Ronny Lobo gisteren bij de presentatie van Bouwen op Drijfzand, zijn debuutroman. Lobo was één van de vijf auteurs van wie nieuwe publicaties werden gepresenteerd door uitgeverij In de Knipscheer. De bijeenkomst in Podium Mozaïek in Amsterdam werd bezocht door 300 personen.

“Begrippen als tijd, ruimte, gebeurtenis, vorm, ritme, verhoudingen en kleur worden in vrijwel alle kunstzinnige uitingen gebruikt. De maker probeert met zo min mogelijk middelen zo veel mogelijk zeggen. Bij architectuur zijn dat bouwmaterialen, bij muziek de noten en bij literatuur de woorden”, aldus Lobo. Er waren ook verschillen, zei hij. Lobo studeerde zes jaar architectuur, maar schrijven moest hij al doende leren, ook al had hij als architect weinig moeite om ruimtes beeldend te beschrijven. Hij werd voortdurend gecorrigeerd door de redacteuren van de uitgeverij en deskundigen als Frank Martinus Arion, wijlen Erich Zielinski en Ini Statia, die hem zelfs adviseerden helemaal opnieuw te beginnen. Een ander verschil: “Niemand vroeg mij om een roman te schrijven. In de architectuur maak je een ontwerp op verzoek, of soms een bevel, van een opdrachtgever.”

Lobo’s ervaringen met opdrachtgevers, aannemers en leveranciers waren de aanleiding voor Bouwen op Drijfzand: de confrontatie met een echtpaar van een dominante man en een vrouw die wel bescheiden leek, maar ondertussen alle beslissingen nam. Een echtpaar dat met ruzie uit elkaar ging voor de eerste steen was gelegd. Of het overlijden van een opdrachtgever voor de overhandiging van de sleutel. “Op een goede dag vond ik het tijd om deze verhalen op te schrijven”, aldus Lobo. Het resultaat is een roman over een architect die vooral rekening probeert te houden met de natuur, terwijl zijn opdrachtgevers zich vooral druk maken om hun uitzicht. De hoofdpersoon Kenzo wordt vervolgens ook nog verliefd op de vrouw van een klant. “Dat het een liefdesroman is geworden is vooral de schuld van de personages. Denk dus niet dat ik zo’n enerverend leven heb als architect”, zei hij.

Caleidoscoop
Naast Bouwen op Drijfzand presenteerde In de Knipscheer ook de nieuwe boeken van de uit Aruba afkomstige Giselle Ecury en Jacques Thönissen en van Curaçaoënaar-Bonairiaan Jopi Hart. Net als Lobo werden ze kort geïnterviewd door Peter de Rijk, hoofdredacteur van de uitgeverij. Ecury schreef De Rode Appel, waarin een man en een vrouw op zoek gaan naar verdrongen gebeurtenissen uit hun jeugd. Een jeugd die zich afspeelde in de jaren zestig en zeventig, de periode van een nieuwe seksuele moraal, die ook een keerzijde heeft en waar ook niet iedereen zomaar aan mee kon doen.

Van Jacques Thönissen verscheen het boek Onder de Watapana, een bundel verhalen over Aruba die hij de afgelopen tien jaar schreef. “Het is een caleidoscoop waarin alle aspecten van het eiland aan bod komen”, aldus De Rijk. Thönissen vertelde dat het allemaal fantasieverhalen, maar geïnspireerd op echte gebeurtenissen uit de afgelopen tien jaar. “Soms zijn mensen er wel van overtuigd dat ik schrijf over mensen die ze echt kennen, maar het is allemaal uit mijn duim gezogen. De situaties zijn echter wel herkenbaar voor mensen die op Aruba wonen.”

Van Jopi Hart werd tot slot zijn boek Verkiezingsdans gepresenteerd, de Nederlandstalige versie van zijn boek Election Dance uit 2006, maar wel geheel herschreven omdat Hart niet van vertalen houdt, zo zei hij. Het boek over corruptie, misdaad en de persoonlijke verhalen achter drugssmokkel is nog altijd bijzonder actueel. “Hoofdpersoon Matthew is geen held, maar een verschrikkelijk figuur. Maar Matthew heeft wel een visie. En die visie mis ik bij onze beleidsbepalers. Een visie waar we naar toe gaan.”

De vijfde auteur van wie een boek gepresenteerd werd, was niet aanwezig bij de bijeenkomst. Uitgeverijdirecteur Frank Knipscheer had duidelijk moeite om zijn emoties de baas te blijven toen hij sprak over Els Langenfeld, die op 9 juni overleed. “Els Langenfeld had de moed om een heikel onderwerp te kiezen. Ze slaagde erin om mannen en vrouwen van vlees en bloed neer te zetten”, zei hij. Als hommage aan Els Langenfeld werd de presentatie vernoemd naar haar laatste boek, Porto Marie, over het leven op de plantage Porto Marie in de tijd van de slavernij.

[uit Amigoe, maandag 9 september 2013; fouten gecorrigeerd]

Leinders verdedigt ‘zijn’ Tula

door Otti Thomas

Den Haag – In aanloop naar de herdenking van de slavenopstand van 17 augustus 1795, kropen tientallen mensen afgelopen weekend in de huid van Tula. Sprekers, publiek en dichters zochten in Den Haag naar de gedachten die de beroemde vrijheidsstrijder destijds had en naar manieren om in zijn voetsporen te strijden tegen moderne vormen van onderdrukking. De bijeenkomst werd georganiseerd door de Dutch Caribbean Book Club en was de tweede in een reeks activiteiten waarmee de Openbare Bibliotheek in Den Haag aandacht schenkt aan de afschaffing van de slavernij, 150 jaar geleden. De opkomst was niet zo groot als tijdens de officiële opening op 19 juli, maar met 170 tot 200 bezoekers toch hoger dan verwacht.

read on…

Rotterdam spreekt Caraïbische studenten moed in

door Otti Thomas
.
Rotterdam — Het is het meest herhaalde advies aan de nieuwe lichting bursalen: Durf vragen te stellen. Met goede raad werden meer dan honderd studenten vandaag officieel verwelkomd door het gemeentebestuur van de stad Rotterdam en door vertegenwoordigers van de verschillende opleidingen. Tot grote vreugde van het organiserende Platform studerende Antillianen en Arubanen in Rotterdam (PAAR) waren studenten van alle zes de Caraïbische eilanden aanwezig.
“Namens het gemeentebestuur heet ik jullie welkom in onze stad”, zei Korrie Louwes, locoburgemeester van Rotterdam, die een langer deel van haar speech in het Papiaments deed dan het ‘Tur hende presente, bon biní’, waartoe Nederlandse bestuurders zich doorgaans beperken. Ze sprak de studenten van de Bovenwinden overigens niet toe in het Engels, maar dat deed geen van de sprekers.
Louwes omschreef Rotterdam als een stad die je moet leren kennen. “Natuurlijk komen jullie om te studeren en we wensen jullie dan ook goede studieresultaten toe. Maar maak ook plezier. Bezoek eens een museum, ga naar de bioscoop of eet in een restaurant,” zei ze. De locoburgemeester waarschuwde dat elke student ook met teleurstellingen te maken zal krijgen en ze adviseerde om dan niet verlegen te zijn, maar actief op zoek te gaan naar hulp, bijvoorbeeld bij studentenorganisatie Antuba of het PAAR.
Namens de Rotterdamse onderwijsinstellingen had directeur Roelof Eleveld van Hogeschool InHolland hetzelfde advies. “Er wordt heel veel van jullie verwacht en jullie moeten behoorlijk aan de bak. Er wordt een beroep gedaan op jullie zelfredzaamheid. Maar als je iets niet snapt of ergens niet uitkomt, vraag het dan.” Hij sprak ook de hoop uit dat de bevolking van Rotterdam net zo gastvrij zou zijn als de inwoners van de eilanden, die hij uit eigen ervaring kende na een bezoek aan de Benedenwindse eilanden.
Oorwarmers
Behalve Louwes en Eleveld spraken ook de Curaçaose Onderwijsminister Rubina Betorina en de Arubaanse gevolmachtigde minister Edwin Abath de studenten toe in het Rotterdamse stadhuis. Betorina benadrukte dat de studietijd echt leuk is en dat ze zelf als student erg genoot van haar onafhankelijkheid. “Je bepaalt zelf wat je eet, wat je drinkt, waar je naartoe gaat en hoe laat je thuiskomt. Maar er zijn ook momenten dat je eenzaam op je kamertje zit. Het wordt ook veel kouder. Nu gaat het wel, maar er komt een tijd dat je met een jas, een das, wanten, oorwarmers, beenwarmers en laarzen toch naar school zult moeten.” De minister adviseerde de studenten om naast decanen, mentoren en studiebegeleiders ook hun ouders op de hoogte te houden van hun vorderingen of twijfels. Minister Abath noemde ook het belang van een goede vriendenkring en een balans tussen studie en vrijetijdsbesteding. Net als Bitorina sprak hij de wens uit van terugkeer van de studenten na het afronden van hun studie.
De bijeenkomst in Rotterdam werd afgesloten met de overhandiging van wegwerpcamera’s aan drie bursalen door locoburgemeester Louwes. Alle bursalen krijgen een fototoestel om daarmee hun eerste indrukken van de stad vast te leggen. Alle foto’s worden beoordeeld door een jury onder voorzitterschap van burgemeester Ahmed Aboutaleb en voor de drie beste foto’s is er een prijs, die op 15 oktober wordt uitgereikt.
[uit Amigoe, 1 augustus 2013]

Enthousiaste viering van de vrijheid in Den Haag

door Otti Thomas

Op verfrissende wijze besteedde ook de regeringsstad Den Haag afgelopen vrijdag aandacht aan de afschaffing van de slavernij, 150 jaar geleden. Samen met de Openbare Bibliotheek zorgde Guisella Starink-Martha voor een afwisselend programma, dat scherp contrasteerde met de doorgaans eenzijdige focus op problemen in de Tweede Kamer, een paar honderd meter verderop.

read on…

Katibu di Shon ontroert

door Otti Thomas
Een eervolle vermelding als eerste opera in het Papiaments is voldoende voor het krijgen van een groot publiek en media-aandacht, maar geen garantie voor succes. Passie en talent geven die garantie wel. Tania Kross, Randal Corsen en Carel de Haseth brengen met de opera Katibu di Shon, die afgelopen maandag in Amsterdam in première ging, een voorstelling die van het begin tot het eind boeit.Katibu di Shon blijft trouw aan de traditie van opera als een dramatische vertelling met uitvergrote emoties, die door de muziek nog eens extra worden benadrukt. Het verhaal van Carel de Haseth over liefde, vriendschap, macht en frustratie, leent zich daar bij uitstek voor. Jeugdvrienden Wilmu (Jeroen de Vaal) en Luis (Peter Brathwaite) zijn beiden verliefd op slavin Anita (Tania Kross). Maar slaaf Luis treurt over de voorkeur die Anita lijkt te hebben voor Wilmu, die op zijn beurt worstelt met zijn rol als slaveneigenaar. Beiden reageren hun frustraties af op Anita. Het liefdesverhaal komt tot een ontknoping tijdens de slavenopstand op plantage Knip.

De Haseth bewerkte zijn oorspronkelijke boek tot een Papiamentstalig libretto, dat blijk geeft van zijn ervaring als dichter en de rijkdom van het Papiaments. Een voorbeeld is de alliteratie in Nos libertat nos ke i nada mas (Wij willen onze vrijheid en niets meer), die met een extra nadruk op de letter ‘n’ door het indrukwekkende operakoor nog eens wordt versterkt.De vertaling in het Nederlands en Engels, zoals gebruikelijk bij opera’s weergegeven in lichtbalken boven het podium, is voor niet-Papiamentstalige toeschouwers misschien nodig voor het volgen van het verhaal. Maar ook zij proeven ongetwijfeld de sterke drang naar vrijheid in deze woorden.Emotie

Het kost sowieso weinig moeite om de getoonde emoties te kunnen delen. Kross, De Vaal en Brathwaite gebruiken naast hun stem hun hele lichaam om woede, verdriet of liefde uit te beelden. Kross straalt van verliefdheid, Brathwaite werpt zich op de grond van verdriet, terwijl De Vaal rusteloos rondloopt en zich afvraagt waar het misging.Zo nu en dan schort het aan hun uitspraak van het Papiaments, maar niet in die mate dat het hinderlijk is. Met de korte scène waarin Brathwaite en De Vaal als jeugdvrienden Luis en Wilmu hun herinneringen aan vroeger ophalen, wordt eenvoudig maar treffend de vriendschap tussen de twee mannen weergegeven. Ook de grote foto’s die geprojecteerd worden op de achtergrond maken duidelijk dat de drie hoofdkarakters ooit betere tijden hebben meegemaakt, terwijl afbeeldingen van geboeide handen en voeten confronteren met de realiteit.De foto’s, de maskers die de koorleden omhoog houden als eerbetoon aan de slaven en de gestileerde rots met gezichten geven een extra verdieping aan de opera. Decor-ontwerper John Otto en de Poolse kunstenares Jolanta Pawlak, jarenlang woonachtig op Curaçao, leveren daarmee een belangrijke bijdrage, overigens net als lichtman Uri Rapaport met zijn originele keuze voor zachte kleuren, bijna zwart-wit, in tegenstelling tot de bonte kleuren die gebruikelijk zijn voor het Caribisch gebied.

De muziek van Randal Corsen is bij dit alles onmisbaar. Met strijkers bereidt hij de toeschouwer voor op de problemen die gaan komen. Hij geeft krekels aan de nacht en ondersteunt de slaven met bijna-kerkelijke muziek als ze God om hulp vragen. Onmiskenbaar is de invloed van de Caribische muziekcultuur. Een Curaçaose wals is subtiel aanwezig op de momenten dat de liefde wordt bezongen. Katibu di Shon is meer dan alleen de eerste opera in het Papiaments. Het is een belangrijke en verfrissende aanvulling op de vele opera’s die al generaties lang worden opgevoerd. Het is een prachtig verband tussen de slavernijgeschiedenis en een klassieke kunstvorm, die tot ontwikkeling kwam in de hoogtijdagen van de trans-Atlantische slavernij. En bovenal is het een prachtige en ontroerende voorstelling waarmee Tania Kross, Randal Corsen en Carel de Haseth een extra dimensie geven aan het Papiaments, de Caribische cultuur en muziek en de geschiedenis.

[uit Amigoe, 3 juli 2013]

Antoine de Kom: “Herdenken is vorm van verdringen”

door Otti Thomas

Amsterdam – De verwerking van het slavernijverleden vertoont veel overeenkomsten met de verwerking door de daders en slachtoffer van zware misdrijven. Herdenken, zoals volgende week

in Amsterdam, lost weinig op. Ondanks deze verontrustende conclusie liet forensisch psychiater Antoine de Kom zijn toehoorders afgelopen vrijdag toch opgewekt naar huis gaan. De Kom was uitgenodigd voor de Cola Debrotlezing, die elke twee jaar georganiseerd wordt door de werkgroep Caraïbische Letteren, onderdeel van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In het jaar dat de afschaffing van de slavernij grootst wordt herdacht was de slavernij het toepasselijke thema.

“Ik ben ervan overtuigd dat de lezing zal bijdragen tot nieuwe inzichten,” zei Joan Ferrier, voorzitter van de Stichting Herdenking Slavernijverleden 2013, die de lezing mede organiseerde.
“Ik onderzocht jarenlang de verdachten van zware zaken, dus ernstige misdrijven. Slavernij, een misdaad tegen de menselijkheid, is daar een voorbeeld van,” aldus De Kom,  kleinzoon van de Surinaamse verzetsheld en schrijver Anton de Kom. Op licht ironische wijze en op zoek naar aanwijzingen, legde hij in zijn toespraak tal van verbanden tussen zijn werk en de slavernij. Bijvoorbeeld in de verwerking van een trauma door de daders en nazaten van daders, die de mogelijkheid hebben om hun daden te negeren, te wijzen op verzachtende omstandigheden of zich superieur te voelen. “Erger is dat de meester de slavernij en de afschaffing daarvan gaat herdenken. Herdenken is een vorm van verdringen. Want met de herdenking wordt de slavernij één dag der vrijheden. Eén dag in het jaar en verder basta,” aldus De Kom. Ontwikkelingshulp omschreef hij als extraatje van een suikeroom, in dit geval de dader, die bang is dat zijn moraal in twijfel wordt getrokken. ”Tegenwoordig zou je spreken van een afkoopregeling.”
Seks
Ook de slachtoffers staan voor een keuze, die verband houden met zware misdrijven. Er is de mogelijkheid van verzet of van onderwerping, waarbij slavinnen nog konden proberen door seks invloed uit te oefenen op hun meester, zei De Kom. De nauwe relatie tussen macht en seksualiteit in de slaventijd doen hem denken aan de verkrachtingszaken die hij in zijn werk tegenkomt. “Als je je onderwerpt, dan leidt dat tot een heleboel narigheid. Je neemt de gewoontes, het denken, de gevoelens en het gedrag van de meester ten dele over. En daarmee raak je jezelf deels kwijt. Het is de vervorming van je identiteit, dat wat je in het diepst van je wezen bent.” Voor de nazaten van de slachtoffers is er de mogelijkheid om zich vast te grijpen aan hun cultuur, het enige bezit dat uiteindelijk overblijft.
De Kom nam geen genoegen met zijn analyse, omdat het de problematiek niet oplost en hij bovendien had beloofd zijn toehoorders opgewekt naar huis te laten gaan. “Uit ervaring weet ik dat als er na onderzoek een impasse lijkt te ontstaan, je dan niet genoeg naar jezelf hebt gekeken. Het wordt tijd dat ik dat doe. Ik ben een nazaat van dader en slachtoffer. Steeds meer mensen zijn dat. We kunnen ons voordeel doen met het feit dat de meester wit is en de dader zwart,” zei hij. “Mijn grootvader heeft intuïtief voor kleurvermenging gezorgd en daarmee voor een nieuwe verhouding waarin meester en slaaf onlosmakelijk aan elkaar zijn verbonden,” aldus De Kom.
Cruciaal is dat de symboliek verandert. De associatie die mensen hebben bij de kleuren als zwart en wit, maar ook bij naaktheid. De Kom verwees hiermee naar het verzet bij de onthulling van het naaktbeeld van zijn opa op het Anton de Kom Plein in Amsterdam. “Het zal je maar gebeuren dat je blote opa op het NOS journaal wordt aangekleed.” Tegenstanders vonden dat de naaktheid een verwijzing was naar de slavernij, maar die associatie is er niet bij strippers of streakers. “De werkelijkheid is niet wat ze is, maar wat ze betekent voor de mensen. Mensen vormen de wereld en kunnen hem ook weer omvormen,” aldus De Kom.
De Cola Debrotlezing wordt volgend op de publicatie in het Hollandsch Maandblad in zijn geheel op de website van de Caribische Letteren: http://caraibischeletteren.blogspot.nl/
[uit Amigoe, 26 juni 2013]

Over macht en onmacht

Quito Nicolaas in de Openbare Bibliotheek van Den Haag
door Otti Thomas
Het leek wel alsof hij net dit weekend een punt achter de laatste zin had gezet. Zo nu en dan verdwalend door zijn eigen enthousiasme, analyseerde de Arubaanse schrijver Quito Nicolaas afgelopen zaterdag over zijn roman Verborgen leegte uit 2010.
Zo’n veertig belangstellenden luisterden in de openbare bibliotheek in Den Haag naar Nicolaas’ analyse van het boek, ingeleid door een korte voordracht van een fragment door Darléne Westmaas en een optreden van de Arubaanse Xanadu Dancers. “Het leven is net een dans. Het gaat mis, als er sprake is van elkaar forcerende danspassen,” zei Nicolaas, inspelend op het overigens vlekkeloze optreden.
In Verborgen leegte is de dans allerminst vlekkeloos. Het draait om de zoektocht van een eenzame dochter naar haar verloren vader, vertelt door de ogen van de dochter, haar biologische vader, haar zwijgzame moeder en de stiefvader. Maar buiten een spannend verhaal, is de roman eigenlijk een analyse van de situatie van migranten in Aruba, zoals de hoofdpersonen uit Trinidad.
Nicolaas beschrijft hun innerlijke strijd om hun hoofd boven water te houden. “Het boek gaat niet om de verkrachting in het eerste hoofdstuk. Het gaat niet over vreemdgaan of dergelijke thema’s, maar het gaat over macht en onmacht,” aldus Nicolaas.
[van sides media, 22 april 2013]

Tula vijftien keer ontmoet

door Otti Thomas

Als Tula deze maand eens door de Breedestraat in Otrobanda zou lopen, dan zouden voorbijgangers hem ongetwijfeld vaak om hulp vragen. Steun, advies en inspiratie voor de strijd tegen discriminatie, waar ook in de 21e eeuw nog sprake van is. Het sterke punt van Topa Tula ofwel Ontmoet Tula is dat er vijftien heel verschillende varianten zijn op die ene vraag. De Stichting Simia Literario vroeg Antilliaanse en Arubaanse schrijvers om een gedicht of verhaal te leveren over de strijd van Tula, eventueel al eerder gepubliceerd, met oog voor de moderne tijd. Als de meest bekende leider van de opstand van 1795 geldt Tula nog altijd als een rolmodel, ook voor de huidige generatie jongeren, is de boodschap van het boek. “De strijd voor vrijheid en gelijkheid is nog steeds van kracht”, staat in het voorwoord van de samenstellers Olga Orman en Giselle Ecury, die tevens een aantal oorspronkelijk Papiamentstalige gedichten in het Nederlands vertaalden.
Het gemeenschappelijke uitgangspunt had kunnen leiden tot een eenzijdige bundel, waarin Tula keer op keer om hulp wordt gevraagd voor de strijd tegen discriminatie. Inderdaad lieten de meeste dichters zich inspireren tot een tekst waarin Tula’s moed en vastberadenheid als voorbeeld dienen voor de huidige generatie. Bijvoorbeeld Eerbetoon van Olga Orman, Slavenopstand van Eugènie Herlaar of Tula van Hilli Arduin.

Tula verloo
r
een zwijgende mass
a
verkwanselde zijn lichaa
m
voor valse belofte
s
hij stierf een harde doo
d
Een voorbeeldrol is ook weggelegd voor de hoofdpersonen uit Joan Leslie’s Ze zochten slechts liefde, waarin een slavin en slaaf gestraft worden omdat ze elkaar lief hadden, terwijl in Virginia, het enige verhaal in de bundel door de Arubaan Quito Nicolaas, een slavin door haar verzet aantoont dat ze zich gelijkwaardig voelt aan de slaveneigenaar.

Minderwaardighei
d
Het zijn allemaal teksten over hetzelfde onderwerp, maar telkens met een andere invalshoek, waardoor Topa Tula geen eenzijdige bundel is. Frida Winklaar-Domacassé, Gerarda Lauf en Alida Kock richten zich allen tot Tula met een verzoek om hulp, maar Winklaar-Domacassé vraagt het indirect via de maan als stille getuige van Tula’s dromen, Lauf vraagt om wijsheid en leiding in het proces na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen en de Arubaanse Alida Kock ziet een rol voor Tula in de strijd tegen de gevoelens van minderwaardigheid.

We veroordelen elkaar nog steeds,
 
op grond van ons uiterlijk.
 
We willen ons ras verbeteren,
 
adoreren het tokohaar
 
(…
)
Tula, wanneer kom je teru
g
om ons te bevrijden van onze slaafse mentaliteit
.
Libertá Rosario schrijft in de Slaaf in ons allemaal dat ook gebrek aan vrijheid door school, een relatie of werk als een vorm van dwang gezien kan worden.

Dankzij Tula leer ik om meer voor mezelf op te kome
n
en het is aan jou om te bekijken, waar jij je vrij van wilt maken.
De teksten waarin een originele insteek gecombineerd is met beeldend taalgebruik, maken de meeste indruk. De jonge dichter T. Martinus bijvoorbeeld laat Tula zelf aan het woord in Sin Awa den bo wowo. Martinus schetst Tula als vastberaden man met wijze uitspraken, die stof tot nadenken geven, al dringt de betekenis van de woorden misschien niet direct door tot de lezer.

Mijn afstand tot waar ik wil zijn,
 
kan ik meten aan de tijd die mij gegund i
s
om jouw oren te bereiken
.
Tula komt ook zelf aan het woord in M’a topa Tula van Laurindo Andrea, maar dan in een dialoog met de schrijver. De vrijheidsstrijder roept Andrea tot verantwoording en vraagt hem waarom hij in hemelsnaam in het land woont van de onderdrukker. Andrea antwoordt dat hij zich juist in Nederland thuis voelt en geaccepteerd wordt voor wie hij is, omdat er ondanks de strijd van Tula en anderen als Rosa Parks, Martin Luther King en Nelson Mandela nog steeds sprake is van een gebrek voor anderen. Maar ook Andrea zal de strijd voortzetten, belooft hij Tula.

Ik ben tot de conclusie gekome
n
dat ik de strijder ben.
 
De integere strijde
r
met respect, liefde en compassi
e
(…
)
mijn dromen waarmakend
 
om vrede met mezelf te sluite
n
en zo anderen blijvend te inspireren
.

Tula en de boodschap voor de huidige generatie zijn eigenlijk het minst aanwezig in het gedicht De Driemaster van Walter Palm, dat eerder gepubliceerd werd in zijn bundel Sierlijke krullen van plezier. Maar het beeldende taalgebruik, waar Palm bekend van is, zet kracht bij aan de hoopgevende boodschap dat de revolutie, ondanks enige vertraging, de Nederlandse koloniën uiteindelijk wel bereikt heeft.


Op een driemaste
r
met drie masten Liberté, Egalité en Fraternit
é
stak de Revolutie de Atlantische Oceaan ove
r
(…
)
reisde met volle zeilen richting Curaça
o
Met Tula als kapitein en Karpata als stuurma
n

Maar het schip leed schipbreu
k
zonk naar de bodem van de ze
e
en daar bleef het liggen
,

tot het op 1 juli 1863 naar boven steeg
,
statig de haven van Willemstad binnen schree
d
en met gouden letters schreef
:

‘De slavernij is voorbi
j
Ook hier heeft de Revoluti
e
gezegevierd.
Topa Tula is een uitgave van Simia Literario en uitgeverij Amrit.
[uit Amigoe, 9 februari 2013]

Vlag van de Antillen definitief gestreken

door Otti Thomas

Bij het Antillenhuis in Den Haag is vanmiddag om drie uur, na een laatste uitvoering van het Antilliaanse volkslied, de vlag van de Nederlandse Antillen gestreken door leden van de Koninklijke Marechaussee.

“Het is vreemd. Vanaf zondag zeggen we niet meer dat we van Curaçao, Nederlandse Antillen komen, maar geboren zijn op Curaçao. Of St. Maarten”, aldus de Gevolmachtigde minister Marcel van der Plank, die het personeel van het Antillenhuis en in het bijzonder directeur Robert Candelaria hartelijk bedankte.

De Gevolmachtigde minister van Aruba, Edwin Abath, sprak van een emotioneel moment. “Ik ben geëmotioneerd. Het is een moment waarop je terugdenkt aan een relatie van zoveel jaren tussen de eilanden onderling.”

De medewerkers van het toekomstige Curaçao-huis bereiden zich ondertussen voor op de komst van de Gevolmachtigde minister Sheldry Osepa. “Ik heb hem maar een of twee keer ontmoet, maar heb de indruk dat we wel tot een goede samenwerking kunnen komen. Hij lijkt me in ieder geval iemand die goed kan luisteren”, zegt Candelaria.

De directeur reageert desgevraagd ook op een mail, waarin de indruk werd gewekt dat hij nog snel een salarisverhoging voor zichzelf geregeld had. De mail van een zekere ‘Curaçao observer’ bevat het Landsbesluit over het salaris van Candelaria, dat als gevolg van een functiewaardering in de periode 2002 tot 2010 is gewijzigd. De directeur heeft hierdoor nog recht op zo’n 22.000 gulden.
Volgens Candelaria gaat het om een functiewaarderingsbesluit uit 2000, waardoor niet alleen hij maar ook andere hoofden van dienst in een nieuwe loonschaal werden ingedeeld. “Het is dus geen politiek besluit.”

[overgenomen van Amigoe.com, 8 oktober 2010]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter