blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Statia Ini

De slaaf vliegt weg

door Nelly Rosa

‘Een volk dat geen toegang heeft tot de bronnen van zijn geschiedenis, wordt een volk met een zelfbeeld gebaseerd op mythen en stereotypen’. Deze stelling van de Amerikaanse historica en onderzoeker Barbara Tuchman wordt door de Surinaamse auteur Cynthia McLeod in de bundel De slaaf vliegt weg aangehaald. read on…

Toni Morrison in een Caraïbische anthologie?

door Jules Rijssen en Lucia Nankoe

In de Ware Tijd Literair van 1 maart 2014 verscheen met als titel ‘Vlieg terug naar Afrika’ een recensie van Hilde Neus over het boek De slaaf vliegt weg onder redactie van Lucia Nankoe en Jules Rijssen (Arnhem: uitgeverij LM Publishers, december 2013). [Klik hier]

read on…

Ini Statia schrijft beste column workshopreeks Columns Schrijven & Bloggen

WILLEMSTAD – ‘Antilliaans gevoel’ van Ini Statia is als beste column gekozen uit de inzendingen uit de reeks Workshops Columns Schrijven & Bloggen van Mondi Writing en Coaching Magazine. De tweede plaats was voor Denise Vijber en de derde voor Marion Schroen. read on…

Tula: Beeldschone verfilming van Curaçao

door Mario Kleinmoedig
Laat ik dan ook maar iets schrijven over Tula The Revolt: Vooropgesteld: ik vind de film een mooi verhaal na 2 keer zien. Critici als Sandew Hira vinden dat schrijver Leinders een zwakke Tula historische neerzet [zie Hira’s stuk hieronder].
De tragiek is dat mijn inziens die Tula vrij goed overeenkomt met de ‘officiële’ geschiedschrijving op Curaçao. Dus, als deze Tula historisch niet klopt, dan is het probleem niet Leinders. Leinders kon mogelijk niet anders dan de versie volgen, die iedere Curacaoënaar in de geschiedenisles krijgt, gebaseerd op het boek van Charles Do Rego, dat weer gebaseerd is op het boek van Prof Yandi Paula. Ikzelf zag ooit glimpsen van een ander mogelijk verhaal waar Sandew aan refereert door niet naar het betoog van Paula te kijken, maar naar de citaten en anekdotes en ze dialectisch te lezen in de stijl van Eduardo Galeano. Ja dan zie je een andere Tula. En misschien is de meest gegronde kritiek wel dat de martelingen tijdens het verhoor en de executie zelf niet zijn weergeven, want die zijn in alle versies hetzelfde.
Ik heb nooit het boek van Hira gelezen, lijkt me machtig interessant. Maar ook Hira meldt niet, neem ik aan, dat volgens Venezolaanse historici Bazjan en Mercier 4 maanden eerder nog meegedaan hadden met de slavenopstand van Chirino in Coro. En hij weet misschien ook niet van de theorieën van Bernard Marchena van de Brion Stichting over de betrokkenheid van republikeins en fransgezinde blanken (anti oranje) in Otrobanda, waaronder Pierre Brion, de vader van Luis, die de slaven met wapens geholpen zouden hebben. En ook niet van het smaldeel dat klaarlag in Guadeloupe om naar Curaçao te zeilen, en het eiland te bezetten voor de Bataafse Republiek, als Tula de stad had bereikt.

Als ik ooit zo’n boek zou schrijven, moet ik dan Hira’s boek een mislukking noemen? Ik denk niet, ik dank Hartog, ik dank Paula, ik dank Do Rego, ik dank Domacassé, ik dank Hira en Caine, ik dank Leinders en van Stapele en alle anderen van goede wil. Als ik ooit een boek zou schrijven noem ik het: Tula Rewritten, maar of dat het echte verhaal zou zijn weet ook ik niet.. In ieder geval zou ik voor de verfilming wel Dolph van Stapele erbij halen. In tegenstelling tot een recensie van Caribisch Uitzicht [bedoeld is het stuk van Dick Gilsing, dat is overgenomen uit moviescene.nl – zie hier, red. CU] vind ik het een beeldschone en herkenbare verfilming van Curaçao zonder de stereotiepe landmarks…

Commentaar van Ini Statia:
Ik stelde gisteren bij het NAAM een vraag hierover aan het panel; ik wees op het verhaal van Pierre Lauffer dat mijns inziens uit de orale traditie komt. Lauffer voert een personage op (een oude man) in Westpunt die het verhaal over Tula aan kinderen doorvertelt. De oude man is dan zogenaamd aan het woord over Tula. Zelfs de ‘verbeelde'(?) afkomst van Tula wordt door Lauffer genoemd: hij zou de zoon van een prins uit Mali zijn en behoren tot een bepaalde etnische groep (de naam ben ik nu even kwijt). Ik vroeg of dit een fantasie van Lauffer was of dat dit echt zo in de orale geschiedenis werd verteld. Maar dit bleef toch nog onduidelijk voor me. Gisteren werden ook onder andere bronnen in Venezuela en Spanje genoemd.

Commentaar van IetekeWitteveen:
Ini, terecht doe je recht aan ook de orale geschiedenis. Of Tula van koninklijk oorsprong is, weet ik niet. Er is meer bekend over de grote cimarron van Curacao, de man achter de mei revolt in 1795 in Coro en achter Leonardo Chirino, Jose de La Caridad Gonzalez. Hij hielp Leonardo Chirino en Ik schreef daar in de jaren 90 over na raadplegen van o.a. Antillas y Tierra Firma van Carlos Gonzalez Batista en enkele Venezolaanse achiefstukken. Hierbij een fragment uit mijn artikeltje van 2006, dat ook in het Papiamentu en Engels verscheen (….) José Caridad Gonzalez Van José Caridad Gonzalez is bekend dat hij ‘een neger uit een belangrijk voorgeslacht’ was, die behalve zijn moedertaal, het Luango, ook Papiamentu, Frans en Spaans sprak. Hij was zeer belezen en werd aangesproken als ‘Doctor’. Deze ‘Doctor’ hielp vele slaven uit Curaçao te vluchten. Jose Caridad Gonzalez vertoefde vaak in wijk La Guinea. Hij bemiddelde regelmatig, ten gunste van de zwarte bevolking, bij conflicten om landbezit. Caridad Gonzalez en Chirino onderhielden contacten met Haïti, waar in 1794 de onafhankelijke staat Haïti was afgekondigd met als principes Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, met Curaçao en Europa. De Venezolaanse vrijheidsstrijders waren, in tegenstelling tot hun lotgenoten in Curaçao onder leiding van Tula drie maanden later, bij de opstand slechts gewapend met stokken en machetes. De wapens die José Caridad had bemachtigd werden onderschept. De opstand werd binnen een dag neergeslagen; de gewonde en gevangengenomen vrijheidsstrijders werden ter plekke zonder vorm van proces onthoofd, onder wie als eerste José Caridad Gonzalez. De koloniale troepen vermoordden daarna ook bewoners van de buurt La Guinea. José Leonardo Chirino ontkwam, maar werd daarna gevangen genomen en op 10 december 1796 na een proces in Caracas ter dood veroordeeld en opgehangen. (eind fragment artikel serie Cultureel Erfgoed, I. Witteveen, 25 mei 2006). Bastiaan Carpata was vermoedelijk ook bij de Coro opstand afwezig en vluchtte met een tiental anderen naar Curaçao.

Bastian Carpata
Uit Nederlandse documenten over de slavenopstand van 1795 op Curaçao weten we dat een van de voornaamste leiders van de Curaçaose slavenopstand, Bastian Carpata, samen met negen andere slaven, gevangen heeft gezeten in Coro en gedeporteerd werd naar Curaçao. Waarschijnlijk gebeurde dit vlak voor de opstand van 17 augustus 1795 op Curaçao, want een slaaf met de naam Jean Forcade werd tot gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij het naliet de Nederlandse autoriteiten te informeren dat hij Bastian Carpata had gezien in Venezuela.
Bronnen:
– Dr. A.F. Paula: Slave Revolts: the cases of Curaçao and Saint Martin, paper UNESCO African Diaspora: The Making of the Atlantic World. 28 June – 1 July 2003, Curaçao
– L. de Palm, E lantamentu di 1795, Datos Oral, Curaçao, 1995 – Luis Arturo Domínguez, Rebelión en la Sierra. Caracas, Venezuela, 1995
– Idem: Vivencia de un Rito Loango en el Tambú, 1988
– Carlos Conzalez Batista, Antillas y Tierra Firme, Caracas, Venezuela, 1995
– Jose Millet y Manuel Ruiz Villa: Proyecto de investigación socio-cultural cubano-venezolano, april 2006

Commentaar Louis Philippe Römer:
Yes, het is goed om de Spaanstalige bronnen meer aandacht te geven.

Commentaar Gladys J. Do Rego-Kuster:
Wat Louis Philippe Römer hierboven schrijft klopt. Ook ik wacht al jaren op die documenten. Stukken die bijvoorbeeld om wat voor reden dan ook zijn overgeslagen, bijv. vanwege “niet relevant genoeg” voor de archivaris en speurder. Ook in andere archieven ligt nog wat braakliggend terrein, zoals bijv. die van andere koloniale mogendheden die direct of indirect een band hadden met ons eiland. Het ziet er dus naar uit dat voor de volgende generatie historici nog best wat werk te verzetten is. Hierbij wat aantekeningen: 1) Het is aan te raden om alle documenten cq bewijsmateriaal dat nog naar boven mag komen, zoals Mario Kleinmoedig hierboven stelt, vanuit het dialectisch perspectief te analyseren, dan wel te beoordelen. Beoordeel de scibent als een kind van zijn tijd (eind 18e-begin 19e eeuw). Blijf de vraag stellen uit wiens brein en pen het kwam. Wat was zijn/haar maatschappelijke positionering in die periode en voorál: wat was het doel van die reportage? In de nu toegankelijke documenten (notulen van verhoren en de rechtsgang) valt nogal eens te bespeuren hoe getuigen hun rol in het geheel trachtten af te schermen door plotselinge geheugenverlies, valse verklaringen, dan wel rechtstreekse meineed. Ook in die tijd waren, met name gezien de toegepaste verhoormethoden, menselijke verdedigingsmechanismen niet zeldzaam noch vreemd. 2) Orale overleveringen zijn zonder meer zeer belangrijk en ook vaak het laagje goud dat de wens van elke onderzoeker in vergulling doet gaan. Maar het eerste gebod van elke onderzoeker, dus zeker ook van de orale geschiedkundige, is het kritisch toetsen van de waarheid, dwz de vervuilingsgraad daarvan. Ook moet worden nagegaan uit welke bron de orale overleveraar zijn/haar informatie en of mening oorspronkelijk vandaan heeft. Het zou best kunnen dat de 90 jarige man die Inchi (Witteveen Ieteke) rond 1990 heeft gesproken, het theaterstuk van Pacheco Domacasse/Tone Brulin (1971) had gezien, of de voor die tijd indrukwekkende media campagne, tegenslag en heiza daaromheen had gevolgd. De leuze – Liberté, Egalité, Fraternité-, kwam in het theaterstuk zeer prominent voor en werd ook door jongeren die het stuk hadden gezien als politiek leidraad overgenomen. De respondent van Inchi zou in de periode dat dit stuk werd uitgevoerd ± 50 jaar zijn geweest. Dit stuk was zonder meer een ‘landmark’. Beelden van dit theaterstuk staan in het boek Tula (1973) van historicus dr. Johan Hartog afgedrukt. Het research en de productie van het boek van dr. Hartog gebeurde overigens in opdracht van het Eilandgebied Curaçao omdat, quote “… een nauwkeurige vastlegging van het geschiedkundig verloop noodzakelijk is, omdat wij anders verzanden in een discussie over een begrip waaraan de grondslag ontbreekt”…. Lees het boek en met name di Inleiding van Hartog er rustig op na, want TULA still LIVES on…

Commentaar Gilbert Bacilio:
Puntonan fuerte di Tula ‘The Revolt: “Un pida istoria importante, esensial i di reperkushon spiritual, mental, físiko i sosial INMENSO di Kòrsou ta skibí komo skrept pa pelíkula. E istoria akí awor ta filmá i a drenta mundu, partikularmente e mundo sinematográfiko. Globo por sera konosí awor ku Kòrsou, ku un parti importante di istoria di Kòrsou i ku e gran heroe nashonal di Kòrsou, TULA. Paisahenan presioso di Kòrsou ta filmá. Ora bo mira e pelíkula bo mester rekonosé ku Kòrsou ta un pèrla den Karibe! Diferente aktor lokal ta partisipá den un pelíkula di taye profeshonal i internashonal. E ta enfoká riba temanan di vital importansha manera: Vishon, Ideal, Diálogo, Lucha, Kurashi, Perseveransha, Liderasgo, Amor i Traishon.Puntonan débil: A pèrdè un oportunidat pa pone na mi pareser un Tula ainda mas fuerte mentalmente i spiritualmente, ainda mas vishonario, mas audas i mas inteligente riba pantaya, manera semper mi a lesa i siña di dje. A pèrdè un gran oportunidat pa laga mundu tende i sera konosí ku nos idioma Papiamentu. Mi a spera sikiera un esena kaminda Tula i Bazjan por ehèmpel ta reuní den sekreto i ta interkambiá idea òf ta planeá strategia na Papiamentu. Ta bon pa kòrda ku Tula tabata papia diferente idioma. Lo tabata tremendo pa laga mundu, via di e gran pelíkula akí, tende e presioso i heróiko idioma aki ku a vense ya pa siglo diferente opstákulo, manera opstákulo polítiko, legal/hurídiko,religioso i sosial kultural. Bazjan Carpata mester a profilá na mi opinion mas prominente den e pelíkula akí, mas ‘man drechi’ di Tula i na mas okashon den diálogo kuné. Nos Giovanni Abath tambe e ora ei lo por a profilá mihó komo aktor, representando Bazjan Carpata. Si a skohe mes pa duna Tula un muhé, ku pa ami no tabata nesesario, aunke e ta un eskoho konosí i tradishonal pa duna un istoria mas liña i mas karni i wesu, ami lo a preferá di mira un muhé mas fuerte, mas vishonario, realmente un sosten na su banda, den kama pero tambe pafó di kama. E punto fuerte di e eskoho aki si ta ku e pelíkula por kaba ku un fruta di nan dos. Esaki ta duna bèrdat, speransa pa un mihó futuro i ku mas Tula lo nase pa sigui ku e proseso largu i importante di emansipashon di hende en general i di e Yu di Kòrsou en partikular. En todo kaso un bon pelíkula, bon filmá, bunita paisahe, informativo i edukativo i ku sigur ta bale la pena pa mira. Pabien na tur ku a aportá di un òf otro manera na su realisashon. Ken ta sigui ku e siguiente pelíkula òf obra di teatro riba Tula?

Commentaar Artwell Cain:
Ik heb de film Tula de revolt vanavond gezien. Het is oké. De makers lijken zich aan het beschikbare historische materieel te houden. Het verhaal komt bekend voor. Hier en daar zijn scènes gedramatiseerd. Dat maakte het geheel spannender, maar de uitkomst was al bekend. De film heeft een zeker documentaire gehalte . Ieder die over Tula gelezen heeft, kan slechts zeggen dat het min of meer zo is gegaan, volgens het historische relaas. Uiteraard zal het verhaal anders te vertellen zijn op het moment dat meer informatie en gegevens worden ontdekt. De rol van Louis Mercier gaf veel dekoloniaal plezier. Dit in tegenstelling tot de rol van Koro, de verrader die slechts aan zijn eigen vrijheid dacht en zodanig handelde. Het spreekt voor zich dat er meer Koro’s dan Tula’s in de samenleving te vinden zijn toen en nu.

[overgenomen van Facebook]

Uitreiking eredoctoraat Elis Juliana

Volgende week, dinsdag 18 juni 2013, vindt de uitreiking van het eredoctoraat plaats aan de gerenommeerde Curaçaose dichter, auteur, kunstenaar en onderzoeker Elis Juliana.
Aangezien er eerst van uitgegaan werd dat de uitnodiging hiervoor persoonlijk was en er een beperkte lijst van genodigden was, is het publiek hier niet eerder op attent gemaakt. Maar sinds gisteren is bekend dat de UNA  besloten heeft hier een publiek evenement van te maken.
Daarom daarmee deze uitnodiging aan collega artiesten en auteurs, zodat we als auteurs, kunstenaars, cultuur- en literatuurliefhebbers massaal eer kunnen betuigen aan onze aller Elis Juliana.
Als je wilt gaan, moet je je wel aanmelden op onderstaande site (want het aantal zitplaatsen is beperkt). En als je verzekerd wilt zijn van een zitplaats, probeer dan minstens een half uur van tevoren aanwezig te zijn.
N.B. Vergeet niet je aan te melden op:  http://www.una.an/juliana/
[bericht van Ini Statia]

Ini Statia – De ongeschreven geschiedenis van Alma Balente en Corpus Dominus

Alma Balente, een excentrieke, tegendraadse kunstdocente, was trots op haar eiland: een zonovergoten, rotsachtig paradijs, omringd door een turkooisblauwe zee, woeste kusten, hoog opspattend schuim, juweeltjes van stranden en stevig waaiende passaatwinden. Er hing een relaxte sfeer. In de stad met zijn mooie, diepe haven en snoepjesgebouwen in waanzinnige, adembenemende kleuren, proefde en rook je de zilte lucht, vooral als je vanaf de kades de gigantische, statig in- en uitvarende schepen gadesloeg.

Voor de eilandbewoners was Alma hun grande dame: intelligent, gastvrij, uitbundig. Ze bezat een natuurlijke, exotische schoonheid die vooral buitenlandse hoge heren onweerstaanbaar aantrok. Zij aten, dronken, sliepen bij haar en vertrokken daarna met de noorderzon. Alma danste, at en dronk haar pijn weg. Met Carnaval leefde ze zich totaal uit; liters zweet en tranen liet ze tussen de meedeinende massa’s los. Achter dat zorgeloze masker zat echter opgekropte woede. Haar voorouders hadden eeuwenlang onder het juk gezeten van bleke avonturiers uit het verre noorden. Die hadden miljoenen donker gekleurde mensen uit een ander werelddeel opgekocht en onder mensonterende omstandigheden naar het huidige land van Alma en haar familie verscheept, waar ze werden gebrandmerkt en doorverkocht.

Alma voelde zich sterk met dat verleden verbonden. Haar ogen schoten vuur wanneer ze op herdenkingsbijeenkomsten over haar voorouders sprak. Met passie verdedigde ze haar erfgoed: spinverhalen, gelaagde liedjes, opzwepende muziekritmes, soepel bewegende, in rituelen verzonken lichamen, die de herinnering aan het oude continent, hun wortels, vasthielden.

Als creatieve, buitenlandse ondernemer had Corpus Dominus zijn oog op Alma’s eiland laten vallen, nadat hij zijn turbulent verleden en zijn vervolgde, opgejaagde familie was ontvlucht. Overal vertelde hij zijn verhaal. Nooit mocht men vergeten welk leed hem en de zijnen was aangedaan. Iedereen moest weten hoe innemend en innovatief hij was, de weldoener! Op conferenties sprak hij druk gesticulerend; men hing aan zijn lippen.

Op een warme namiddag botsten Alma en Corpus midden op de schommelende pontonbrug tegen elkaar op. De alarmbel had gerinkeld, de brug ging open. Alma rende hijgend naar de overkant, struikelde en viel in Corpus’ armen. Het zweet gutste langs haar glanzende, ronde vormen, terwijl haar golvende, wapperende zwarte haren zijn rood verbrande, met blonde baardstoppeltjes bezaaide gezicht beroerden en haar fier uitstekende mispelbruine borsten zacht tegen zijn gespierde torso bonsden. Ze gierde het uit, lachte haar stralend witte tanden bloot, een geur van muskusolie verspreidend. Heftige trillingen joegen door Corpus’ verhitte lijf. Hij bood Alma meteen een verfrissend drankje aan, waarna zij hem giechelend naar haar favoriete plek meetrok…  

Het werd een zinderende romance. Corpus bezwoer Alma zijn liefde. Haar mysterieuze aantrekkingskracht fascineerde hem, hij zou haar en haar eiland schatrijk maken. Maar hij moest wel zijn gang kunnen gaan. Alma protesteerde, ze was niet te temmen. Ze sprak over miskende lotgenoten die zich hadden opgeofferd, maar zich teveel inhielden, totdat zij als razende, rücksichtslose orkanen te keer gingen. Dit vertelde ze, terwijl ze zich tegen Corpus aanvleide, die liefkozend haar handen streelde, haar vingertoppen kuste, met zijn blauwe ogen diep in haar zwarte pupillen boorde en haar ten huwelijk vroeg. Alma smolt weg en liet zich veroveren.
Alma werd stapelgek op Corpus, op zijn flair en charme. Toch wantrouwde ze hem heimelijk. Een bekende multinational was onlangs spoorslags vertrokken en had een stinkende puinhoop achtergelaten. Tot overmaat van ramp kreeg ook de bloeiende offshore business de genadeklap. De politici lieten zich afkopen, het volk keek verslagen toe. Uit vrees voor meer ellende zweeg men. Velen verlieten stilletjes het eiland. Anderen sloegen aan het stelen en moorden. De gevangenis raakte overbevolkt. Zij die wanhoopten zochten hun toevlucht in kerken die als bizarre paddenstoelen uit de grond schoten. Het geld was op, zeiden de machthebbers. Winstgevende projecten waren nodig, toestromende projectontwikkelaars kochten kustterreinen en stranden op. Maar het lokale publiek kon er niet zomaar meer naar toe. Prijzen schoten omhoog, steeds meer mensen vervielen tot armoede of hielden de schijn op. Vertrapte vrouwen, kinderen en dieren werden misbruikt, mishandeld of afgemaakt. Onfortuinlijke tienermeisjes raakten zwanger, de verwekkers schitterden door afwezigheid. Ontspoorde jongeren werden aan hun lot overgelaten…
Toen doemden er schimmige, onfrisse figuren op die de verdoemden een snelle uitweg boden. Ze hoefden slechts witte genotsmiddelen clandestien te verkopen en te vervoeren of witte kristalletjes te slikken en die naar de afnemers in de rijke landen te brengen, al was dat verboden. Het geweld nam toe: gewapende overvallen en zinloze steek- en moordpartijen vonden op klaarlichte dag plaats.

Ondertussen begon men in de rijke landen onraad te ruiken. Het doorslikken van de kristalletjes bleek niet zonder gevaar. Sommigen stierven onderweg door vergiftiging van gebarsten bolletjes in hun lichaam. Op sensatie beluste media beten zich er in vast, alsof alleen de koeriers schuldig waren.

Alma zag dit alles machteloos aan. Onder haar landgenoten waren mensen die topprestaties leverden, maar men had het alleen over de criminelen. Bovendien gedroeg Corpus zich steeds arroganter. De twijfel knaagde aan Alma. Als een kwaadaardig gezwel woekerde haar verminkte trots. Ze raakte de kluts kwijt.

Corpus voelde zich ook niet zo happy, maar verdoezelde dit. Hij móest Alma bezitten en controleren. En als hij zijn zin niet kreeg, vernederde hij haar in het openbaar. Iedereen was corrupt in zijn ogen.

Alma kon het niet meer aanhoren. Woedend was ze dat hij hun vuile was buiten hing. Hij kon oprotten, zij was niet te koop! En dat irritante opgeheven vingertje, daar werd ze kotsmisselijk van! Ze koos voor zichzelf! Punt uit!

De afbrokkelende liefde haatverhouding tussen Alma en Corpus, hun aanhoudende ruzies werden uitgebreid besproken in de media. Waarom gooide Corpus olie op het vuur? En waarom was Alma zo’n ongeleide projectiel? Waar bleef de liefde? 

Activisten hielden protestdemonstraties, psychologen waarschuwden voor onderbuikgevoelens. Lagen de wonden niet te diep, was de breuk wel te lijmen? Kwam er scheiding of verzoening? Kunstenaars en schrijvers verbeeldden verbijsterd het gebeuren. Zonde als de waarheid ongeschreven bleef! Gelovigen, priesters en priesteressen, dominees, rabbi’s, imams, goeroes en profeten knielden neer, baden tot God en het Universum en …

God schudde haar hoofd.

Longlist Tropische schrijfwedstrijd

110 inzendingen zijn binnengekomen op de Tropische schrijfwedstrijd die is georganiseerd door de Schrijversvakschool Paramaribo en Schrijvenmagazine. De teksten waren veelal verschillend, verrassend, gedurfd en origineel. Het thema ‘Zonde van het ongeschreven woord’ heeft de creativiteit geprikkeld. Velen hebben alle moeite gedaan om de zin te verwerken in de tekst of geprobeerd het thema te analyseren, anderen hebben hun ‘ongeschreven’ woord op de tik gegooid. De jury heeft ontzettend plezier gehad in de variëteit aan hersenspinsels. Meedoen is altijd winnen. Volhouden en blijven schrijven ook! In de onderstaande lijst de 17 beste teksten. We hebben gelet op originaliteit, het ‘Tropisch’ element, de stijl en verrassingselementen. Van deze longlist wordt een top 3 gekozen. De juryleden zijn driftig bezig de teksten nog eens na te lezen voor de juiste beoordeling. Op 14 juli wordt de winnaar bekend gemaakt. Veel succes aan iedereen. Nogmaals, meedoen is altijd winnen!

Longlist
•Asha Bienko met Dagelijkse zonden
•Bianca Nederlof met Antwoord
•Eugene Ammann met Dienblaadje
•Gerry Knobbe met Wat woorden
•Inge van Prooijen met Verkeerd ingeschat
•Ini Statia met De ongeschreven geschiedenis van Alma Balente en Corpus Dominus
•Iraida van Dijk met De oogst
•Janna van der Kamp met Zonde van het ongeschreven woord?
•Jeanette Kim met Vader: onbekend
•Jolanda van den Braak met Zonde van het ongeschreven woord
•Lianne de Wilde met Zonde van het ongeschreven woord
•Madeleine Brugmans met Zonde van het ongeschreven woord
•Mandy Meijer met Zonde van het ongeschreven woord
•Melissa Wouters met Het testament
•Nicolette de Wandeler met Zonde van het ongeschreven woord
•Sakoentela Hoebba met Het roze briefpapier
•Sergio Bunsee met Het ongeschreven woord

Curaçao: vijfde maal Literatuurfestival Krusa Laman

Curaçao tekent voor de vijfde editie van het Internationaal Literatuurfestival Krusa Laman Writers Unlimited Willemstad

Tussen 12 en 22 april 2012 wordt op Curaçao voor de vijfde keer het internationale literatuurfestival Krusa Laman-Writers Unlimited Curaçao georganiseerd. Krusa Laman/Crusa Lama/Crossing the Seas is een schrijverstournee van het Internationale Literatuurfestival Writers Unlimited Den Haag (voorheen Winternachten), dat sinds 2003 op Curaçao, Aruba en Sint Maarten wordt gehouden.

read on…

Donatie kinderboek bij Internationale Dag van de Moedertaal

Willemstad – Op maandagochtend 21 februari 2011 is de Internationale Dag van de Moedertaal op plechtige wijze geopend in het kantoor van taalinstituut Fundashon pa Planifikashon di Idioma (Stichting voor Taalplanning, FPI). Er waren verschillende hoogwaardigheidsbekleders aanwezig, waaronder de waarnemend gouverneur mr. Van der Pluim-Vrede, de minister van Onderwijs en Cultuur, de heer mr. dr. René Rosalia en de minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn, de heer Hensley Koeiman.

read on…

Antilliaanse literatuurmethode Kadans

Ini Statia, gast op het onlangs gehouden Wan Tru Puwema confest in Suriname, deed Schrijversgroep ’77 de studieboeken van de literatuurmethode Kadans cadeau. De methode, die uitkwam in 2006, bestaat uit twee studieboeken, twee docentenhandleidingen, twee dvd’s en een cd.

De boeken, beide van ruim formaat en stevig ingebonden, behandelen literatuurgeschiedenis, literaire ontwikkeling en literaire berippen. Samenstellers zijn Ronnie Severing, Wim Rutgers en Liesbeth Echteld. De boeken zijn uitgegeven door de Fundashon di Planifikashon di Idioma, te Curaçao, waar Ini Statia werkzaam is. De grafische vormgeving is bijzonder fraai. De boeken zijn in kleur, met veel illustratiemateriaal. De literatuurgeschiedenis is beschreven van de prehistorie tot de moderne tijd (2006) en bevat dus nog erg aktueel materiaal. Verder wordt bij het beschrijven van de geschiedenis aandacht besteed aan verschillende wereldculturen en is er speciaal aandacht voor de Antilliaanse literaire ontwikkeling, die wordt geplaatst in een wereldkader. Ook Suriname wordt regelmatig genoemd. Bij de literaire ontwikkeling en begrippen wordt er in de diepte gegaan met teksten van voornamelijk Antilliaanse schrijvers. Er is aandacht voor proza, poëzie en toneel. De boeken zijn een must voor iedereen die zich bezighoudt met literaire ontwikkelingen in het Caribisch gebied.

[Bericht van Schrijversgroep ’77]

Een verrassende avond vol literaire kunst

door Charles Chang

Paramaribo – “Wan tru puwema na wan skreki sani!” Met deze kreet aan het begin werd vrijdagavond de feestelijke afsluiting van het gelijknamige confest (conferentie/festival) beleefd. Pangi’s hingen aan het plafond, schotten van zwarte lappen hielden de stem verborgen of vormden de achtergrond voor een voordracht. De belichting toverde de spreker uit zijn of haar donkere hoek. Regisseur Tolin Alexander toonde daarmee zijn artistieke waarde.Voor het eerst zat het publiek in Tori Oso niet als in een theater opgesteld maar creatief in een flauwe S door de lengte van de zaal. De avond die gelijk met Divali viel, startte met de Surinaamse schrijvers uit Nederland.

Brandend ging de dia van Usha Marhé naar Karin Amatmoekrim en dan naar Clark Accord die ook uit eigen werk – in zijn geval De koningin van Paramaribo – voorlas. “Een backpoen kost twee gulden vijftig en de sigaar vijf gulden,” luidde het tarief van Maxi Linder. De vierde uit Nederland, dichter en zanger, Raj Mohan, lijmde met lyrische zang in het Sarnami de optredens aan elkaar. Een vocale performance ondersteund met gevoelig snaarwerk van Jimmy Westfa en ritmisch slagwerk van Bongo Charlie. Els Beerten en Kaat Vrancken vormden een Belgisch duo voor story en poëzie in het Vlaams. “Wenken voor Schrijvers is speciaal voor alle schrijvers die wij hier zijn tegengekomen,” zegt Vrancken die erg onder de indruk was van de afgelopen vijf dagen.

Daarna volgde het ‘Antilliaans’ blok. Olga Buckley, bijgestaan door Munye Oduber, vertelde een anekdote over Jozef de dansbakru die goed in de gaten gehouden werd door zijn vrouw Ramona. In het ware verhaal over haar ouders, sprak haar vader uit Grenada alleen Engels en haar moeder uit Venezuela alleen Spaans. Toch had het echtpaar een eigen taal thuis (Spanglish) om met elkaar te communiceren. Roy Evers bracht samen met Ini Statia een ander sterk Caribisch verhaal. Was de jonge Mimi zwanger van João, de zoon van een Portugese handelaar of van Boisi, de zoon van een tuinman? Mimi’s oma hoopt dat João de vader is, maar als het toch de zwarte Boisi is, is dat ook goed, “want Boisi studeert voor arts en artsen verdienen goed!”

De vier vertellers drukten zich af en toe uit in de eigen taal, het Papiaments, wat goed paste op het thema meertaligheid, taal en leven. Van de Zuid-Afrikanen mocht de volle zaal ook hetzelfde verwachten: het volkslied, Nkosi sikelela Afrika (God bless Afrika), werd in het Xhosa gezongen. Dramatisch en krachtig gesticulerend las Tanya Chan-Sam uit haar boek Mr Mohani over de levende verbranding van een zwarte collaborerende politieman in een volkswijk. Chan-Sam: “Dit heette necklacing en gebeurde veel tijdens de apartheid. De autoband om de nek werd dan aangestoken.” Als laatste voor de avond kwamen de lokale schrijvers aan de beurt. Voor Karin Lachmising zijn klanken zuiver zonder woorden en gezicht. “Ik zal schrijven zolang ik kan zwemmen in een rivier van woorden,” zegt Jeffrey Quartier in zijn voordracht. “Wan tru puwema na wan skreki sani!” riep Carry-Ann Tjong Ayong op haar beurt. Sombra dook op met een gedicht uit het donker, Ismene Krisnadath verscheen hoog op een ladder met eigen werk. Ceremoniemeester Arlette Codfried had het laatste woord: “… einde, ik wens u verder een fijne avond.” Lang zal eenieder zich deze verrassende avond vol literaire kunst blijven herinneren.

[overgenomen uit de Ware Tijd, 08/11/2010]

Literair festival Wan tru puwema

In november vindt in Suriname het literaire festival Wan tru puwema plaats. Het programma omvat o.a. scholenbezoeken, een schrijversconferentie te Berg en Dal en twee publieksavonden.

Het programmaboekje is nu al beschikbaar. Veertien buitenlandse auteurs en vijftien Surinaamse auteurs staan er in. Uit Aruba komen Olga Buckley en Munye Oduber, uit België zijn het Kaat Vrancken en Els Beerten, uit Zuid-Afrika Diana Ferrus, Tanya Chan-Sam, Florence Filton, uit Nederland komen Clark Accord, Karin Amatmoekrim, Usha Marhé en Raj Mohan en ook de uit India afkomstige schrijfster Pushpati Awasthi, verder nog uit Curaçao Ini Statia (foto rechtsonder) en Roy Evers.

De programmaboekjes zijn gratis verkrijgbaar via de Schrijversgroep 77. Op 4 november is er een discussieavond in Tori Oso en op 5 november een feestelijke afsluitingsavond in Divalisfeer, ook in Tori Oso. In de volgende nieuwsbrieven zal meer info gegeven worden over de publieksavonden. Info: 520513/ 8912005

Discussies

In het kader van Wan Tru Puwema is er op 4 november een discussieavond. De discussies staan onder leiding van Rappa, o.a bekend van zijn satirische politieke stukken en Arlette Codfried, die in haar verhalen en columns regelmatig gewetensvragen verwerkt. De discussies gaan over Taal en Leven, en dan vooral de meertalige levenssituatie. Aan de discussies doen de volgende auteurs mee: Florence Filton (Z-A), Clark Accord (Ned), Roué Hupsel (Sur), Ini Statia (Cur), Roy Evers (Cur), Pushpita Awasthi (Ind), Kaat Vrancken (Be), Usha Marhe (Ned). Er zullen twee discussieronden gehouden worden. Vrije toegang. Start 20.00 u, Tori Oso.

Feestavond

De afsluiting van Wan Tru Puwema, op 5 november, staat in het teken van licht. Het is op die dag Divali. Er zullen landepresentaties worden verzorgd. Alle deelnemende landen verzorgen een presentatie. De regie is in handen van Tolin Alexander. Vrije toegang. Start 20.00 u, Tori Oso.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter