blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Roessingh Albert

In Memoriam Els Moor 14 maart 2014

door Albert Roessingh

Lieve Els,

Laten we eerst vaststellen dat je de manier waarop we hier afscheid van je nemen absoluut niet gewild zou hebben. Want je wilde in alle stilte, zonder enige bombarie of poeha, heengaan. Dat we het niettemin toch doen heeft een reden….

We doen dat omdat er zoveel mensen je ontzettend dankbaar zijn en dat willen we niet onder stoelen of banken steken. We doen dat omdat Suriname – zoals iemand me schreef – een bijzondere vrouw heeft verloren. En daar moesten we, wilden we gezamenlijk aandacht aan schenken. read on…

Dag van de Zwarte Beschaving te Wanhatti

De Dag van de Zwarte Beschaving, Blakaman Dey, wordt zondag te Wanhatti, district Marowijne gehouden. Volgens Iwan Wijngaarde, voorzitter van de organisatie Feydrasi Fu Afrikan Srananman (FFAS), staat de viering in het teken van het VN Internationaal Decennium voor mensen van Afrikaanse afkomst. read on…

Hindostanen en seks – afl. 3: Een zingend hart

door Anita Nanhoe

We kennen het wel: hij moet van respectabele huize komen, geen drugs gebruiken, niet drinken, dezelfde religieuze overtuiging hebben, een mokkakleurtje, minimaal een hbo-opleiding hebben en bij voorkeur maatpakken dragen. Verder kunnen ouders nog limieten stellen aan de haarlengte, de tatoes en de piercings. Zij moet eveneens aan deze criteria voldoen. Daarnaast moet zij een onberispelijk kuis imago genieten, de kookkunsten beheersen en overtuigend volgzaamheid uitstralen. Het helpt als zij in aanwezigheid van oudere generaties iets predikt over karma en dharma. Daar kun je gegarandeerd witte voetjes mee halen! Hoe grijzer de gesprekspartner, hoe witter de voetjes. read on…

Wat kunnen we doen met gedichten?

door Els Moor

Hieronder volgen enkele gedichten waarmee met kinderen iets gedaan kan worden. Creatief bezig zijn, met een doel en dus een doelgroep! read on…

Waarde en waardigheid (2)

door Willem van Lit

Deel 2 van hoofdstuk 2 van Cariben laten we het onmogelijke vragen.

Inwendige noodzaak en ontremming
Soms verweeft me het idee dat ik slechts met een gering aantal woorden de nuance kan ontwerpen, die de loop van gebeurtenissen naar een ander patroon of debiet kan verleggen. Er moet een eenvoudige manier zijn om inzichten te krijgen en te verlenen, die motieven, belangen of intenties anders kunnen structureren en die mensen uit hun behoud of stellingen krijgen. En zo zou alles plotsklaps helder worden, verklaarbaar en toegemeten aan de ware maat en regelmaat der dingen. Dit idee komt voort uit een hartstocht die zich hult in het voorkomen de stem van de rede te zijn, een gemoedstoestand die me aanzet tot handelen-in-mezelf en die ik denk te kunnen uitstralen naar anderen met plausibele beweegredenen. Er moeten wel geobjectiveerde argumenten aan ten grondslag liggen. Dit is in feite de taak van elke raadgever: de ander bewust maken van de innerlijke drijfveer die tot handelen aanzet, scherper nog: die de ander aanzet tot het nemen van risico’s, een handeling tot investering met een opbrengst die niet gegarandeerd is. De ander moet wel uitgaan van de integriteit van mijn oproep, de hechtheid en oprechtheid van mijn redevoorstel: vertrouwen.

Voor velen ben ik echter bij voorbaat verdacht. read on…

Sletvrees bij hetero’s en homo’s

Nieuw zomer- en herfstnummer 2014 van Oer Digitaal Vrouwenblad

Vijf jaar Oer Digitaal Vrouwenblad!
Was het niet dat een recensente ons hierop had gewezen dan was het ons ontgaan! We hebben vijf jaar ons best gedaan om mooie nummers te maken. Die jaren zijn omgevlogen en ook het huidige nummer hebben we in de afgelopen periode met veel plezier gemaakt. Het maken van Oer heeft ons dus al vijf jaar veel voldoening opgeleverd. We mochten veel reacties van lezeressen ontvangen, die ons gesteund en gemotiveerd hebben om door te gaan. Dank daarvoor! read on…

‘Write now!’ Schrijfwedstrijd voor jongeren

door Jerry Dewnarain

Jongeren tussen de 15 en 24 jaar die van schrijven houden kunnen in Suriname meedoen aan ten minste twee wedstrijden: de ‘Write now!’- en de ‘Clark Accord Sori Yu Talenti-schrijfwedstrijd’. Elk jaar vinden deze plaats. De uitslag van de ‘Clark Accord Sori Yu Talenti-schrijfwedstrijd’ is op 9 mei 2014 bekendgemaakt. Wat betreft ‘Write now!’ waren er zeven voorrondes in Nederland, drie in Vlaanderen en één voorronde in Suriname. De uitslag van deze voorrondes is intussen ook al bekend. Een vakjury besluit tijdens de finale op 22 juni in Rotterdam welke jonge schrijver de hoofdprijs in de wacht sleept: een MacBook, een coachingstraject bij literair agentschap Sebes & Van Gelderen en optredens bij onder andere de ‘Geen Daden Maar Woorden Festivals’ en het ‘Wintertuinfestival’. Maar er is ook een publieksjury. Voor ‘Write now!’-Suriname is de 20-jarige Stefanie Sewotaroeno de winnaar van 2014. read on…

Kinderen klimmen in de pen bij Schrijversvakschool

door Euritha Tjan A Way

Paramaribo – Kinderen hebben een eigen verhaal en dat kunnen ze zelf vertellen. Dat is de stellige overtuiging van Ruth San A Jong, directeur van de Schrijversvakschool Paramaribo. Zij heeft haar kennis kunnen koppelen aan kapitaal gesponsord door de Nederlandse ambassade en geeft samen met andere docenten vanaf de grote vakantie schrijftraining aan kinderen in de leeftijdsklasse negen tot veertien jaar. De directeur kan bijna niet stil zitten van enthousiasme. “We gaan leuke dingen doen met de kinderen. We gaan het hebben over moderne thema’s zoals Blackberry’s en pingen, maar ook minder leuke dingen. Bijvoorbeeld hoe het is om ziek te zijn? En wat er gebeurt met kinderen, zoals na de brand? Kortom we gaan ze helpen om hun verhaal te vertellen.”
Behoefte
De behoefte is er al een hele tijd. “Vanaf de opstart van de school in 2008 kreeg ik ouders aan de lijn die niet wisten hoe ze schrijvende kinderen thuis kunnen begeleiden. Toen nam ik me voor om eens met kinderen te starten, maar bij de opstart van de training met een instaptarief van ongeveer SRD 75 was er weinig animo. Toen besloot ik het nogmaals te proberen in de paasvakantie. En voilà! Een tweedaagse gratis schrijfworkshop leverde een volle bak kinderen op”, lacht de directeur die zelf ook schrijver is.

Krant
De bedoeling is om kinderen spelenderwijs de fijne kneepjes van het schrijversvak bij te brengen, waaronder zintuiglijk schrijven, werken met associaties en beelden, verschillende dichtvormen, personagevorming en werken met een plot. Niet te technisch en toch nog effectief en creatief. De training duurt elke keer drie maanden, waarbij elke les twee uur duurt. Na een cyclus van twaalf lessen geeft de school een krant uit met alle verhalen van de kinderen.

Interactief
Aan het einde van het traject in mei 2014 worden de mooiste verhalen gebundeld en uitgegeven. “Ik mik erop die bundel te launchen tijdens het Kinderboekenfestival. Dan kunnen kinderen massaal het verhaal van elkaar lezen”, droomt San A Jong. Het boek zal ook worden voorzien van illustraties die door kinderen zelf worden getekend. “De tweede groep, mag de verhalen van de eerste illustreren onder begeleiding van een kunstenaar”, ontvouwt San A Jong die benadrukt dat het een interactief geheel wordt. “We gaan ook naar films kijken, krijgen een dagje bijvoorbeeld de dierenbescherming op bezoek. Alles van de kinderwereld om het kind creatief te stimuleren.”
De schrijver van het boek De laatste parade denkt in de eerste plaats aan kinderen uit tehuizen. “Het is nu eenmaal zo dat deze groep achtergesteld is ten opzichte van die uit een gezin. De leerprestaties liegen er niet om en de sociale achtergronden van deze kinderen zijn vaak erbarmelijk. Schrijven draagt bij aan de persoonlijke vorming van assertieve, zelfbewuste kinderen. “We sluiten echter niemand uit. Het instaptarief is SRD 25 en we mikken op klassen van acht tot tien personen.” De initiator van dit project hoopt dat dit zaadje als vrucht ook zal opleveren dat de taalontwikkeling en leescultuur van de doelgroep een duwtje krijgen.

[uit de Ware Tijd, 13/08/2013]

Trommelgeesten (6)

door Fred de Haas
Suriname
In Suriname zijn nog vele herinneringen bewaard gebleven aan het Afrikaanse verleden. Dat heeft een duidelijke reden. In de 17e en 18e eeuw zijn er in Suriname bloeiende gemeenschappen geweest van gevluchte slaven die lange tijd werden aangeduid met de naam ‘Bosnegers’, een naam die in de late 20e eeuw is vervangen door de term ‘Boslandcreolen’ of ‘Marrons’. Twee bekende Boslandstammen zijn de Saramakkaners (zie You Tube: Suriname, Saramaccanen, Marrons, bosnegers, dansen, zingen, oerwoud + Harry) en de Aukaners of Dyuka (Zie You Tube Dutch Guiana – Land of the Djuka 1933).
De gemeenschappen van Boslandcreolen, die diep in de tropische bossen leefden, werden op den duur met rust gelaten door de kolonisten omdat het onmogelijk bleek ze te onderwerpen. De Boslandcreolen vermengden zich niet met de inheemse Cariben en Arowakken en behielden hun eigen uit Afrika meegenomen tradities waarvan we hieronder enkele facetten zullen behandelen.
 .
Surinaamse Winti
In Suriname vind je de uit Bénin/Dahomey stammende cultus van de ‘Winti’ (een woord dat afkomstig is van het Engels/Nederlandse ‘wind’): de geesten van hemel en aarde. Er zijn ook andere benamingen voor de term ‘winti’, namelijk ‘Gado’ (God), ‘Bohsum’ (afkomstig uit de taal van de Twi) en ‘Komfo’ (uit de taal van de Ashanti. Zie een reportage uit Ghana: You Tube / Akomfo: dancers of the Gods (waar een Ghanese priester zijn werk en religie uitlegt). Zie ook You Tube /  Sranang Culturu na wi Culturu.mp4).
Iedereen heeft een eigen Winti die zich soms in dromen kenbaar maakt en ook tijdens een rituele dans (ook in Suriname wordt er gedanst op het ritme van trommels) bezit kan nemen van het individu. Als iemand de indruk heeft dat een bepaalde Winti hem schade toebrengt kan hij hulp zoeken bij een Bonuman, een soort medicijnman die de kunst verstaat om de Winti gunstig te stemmen, bijvoorbeeld door middel van een kruidenmengsel en het offeren van een kip waarmee de ‘patiënt’ wordt ‘gereinigd’, een praktijk die men ook aantreft in Haïti en Brazilië. Surinamers in Nederland die dachten dat ze door een Winti werden belaagd zijn wel eens op kosten van de verzekeringsmaatschappij naar een Bonuman in Suriname gereisd…
De Boslandcreolen geloven ook dat een mens meer zielen heeft. Die zielen heten ‘Akra’. Zo’n Akra kan verscheidene eisen op tafel leggen, zoals het verschaffen van een maaltijd, een vervoersmiddel, een gouden ketting enzovoorts. Alleen de persoon die de Akra in kwestie heeft mag die voorwerpen gebruiken.
De rituelen die worden uitgevoerd dragen kenmerken van de meeste culturen die in Suriname zijn vertegenwoordigd: Indiaanse, Chinese, Hindoestaanse, Javaanse en Afrikaanse.
De Afro-Surinaamse ideeën van de Boslandcreolen zijn afkomstig uit Ghana, Nigeria en Bénin/Dahomey. Deze ideeën zijn door hen tot een samenhangend geheel gesmeed. Ze hebben een heel praktische instelling. De wereld is voor hen het belangrijkste. Ze geloven niet in straf of beloning in een hiernamaals. Je krijgt het allemaal hier op je brood. Er zijn ook geen ‘priesters’. [Dit is onjuist – red. CU]. Ouderen geven hun kennis mondeling door en zorgen voor de opleiding van de mediums (meestal vrouwen). Men noemt die mediums ‘Hasi’, een benaming die waarschijnlijk is afgeleid van ‘Vodunsi’ dat in het Fongbe (de taal van de Fon uit Bénin/Dahomey) ‘echtgenote van de Vodun (= godheid)’ betekent.
Als de mediums in trance raken van de Kromanti (= de goden van de Fanti en Ashanti) dan kunnen zij zich heel wild gaan gedragen en lopen dan soms op blote voeten op stukjes glas of gloeiende as, een prestatie die een wetenschappelijke verklaring heeft en niets met ‘wonderen’of zo te maken heeft. Ook slaan ze dan wel een soort wartaal uit die ‘kromantitongo’ wordt genoemd (You Tube /  Papa winti 2). De Kromanti kunnen zich ook als clowns gedragen en maken dan allerlei grappen, tot groot vermaak van de omstanders.
Er zijn nog tal van andere geesten die allemaal hun eigen, specifieke eigenschappen hebben. Zo is er een algemene verering van Mama Gron (= Moeder Aarde) die voor regen zorgt en de aarde vruchtbaar maakt.
[vervolg, afl. 7, klik hier]

Vertellers inspireren vrijgevigheid

door Charles Chang
 
Paramaribo – Het is lachen en nogmaals lachen op de schrijversavond van Schrijversgroep’77 in Tori Oso. Waar in de eerste helft nog sprake was van enige afwisseling, werd de tweede helft helemaal gevuld met fatu tori van Max Scholsberg. De stamgast en winnaar van de Tori Oso battle 2012 is ook de trekker van de avond. Op voorstel van Tori Oso werd Scholsberg in het programma van Schrijversgroep opgenomen, in de hoop meer publiek aan te trekken – wat ook gebeurt.
De avond is namelijk bedoeld als fundraising voor de publicatie van twee gedichtenbundels. Vorig jaar februari werd ‘Het Jaar van de Poëzie’ uitgeroepen door de Henri Frans de Ziel stichting en de Schrijversgroep 77. “Het thema was vrij en het aantal inzendingen boven verwachting,” zegt commissielid Arlette Codfried hierover. De twee bundels in de pijplijn krijgen de titels Uma en Fri en aan de hand hiervan zijn de gedichten geselecteerd. Ondertussen is het redigeerwerk (pro Deo) gedaan, alleen het drukwerk moet nog gedaan worden. “En daarvoor zoeken we nog fondsen”, aldus Codfried.
Tori
De avond begint met twee voordrachten van Josta Vasseur over vrijheid, gevolgd door een liefdesverhaal van Ismene Krisnadath waarin nimfen mannen verleiden op een Caribisch eiland. Het gedicht ‘Kumba Té’ van Rose-Marie Maître proeft ook naar vrijheid en stonfutu puwemaman Alphons Levens heeft een soortgelijke inhoud met ‘Emancipatie’ uit 1997.
Daarna komen twee professional storytellers aan bod, Hilli Arduin en Guillaume Pool, die het publiek vermaken met hun verhalen, respectievelijk ‘Oom Tampa die verzot was op maagden’ en ‘De koning die van verhalen hield, maar altijd in slaap viel’. Pool wil de moraal van zijn verhaal pas kwijt in de pauze. “Gecompliceerd,” zegt hij eerst geheimzinnig en daarna “De moraal is: heb respect voor het verhaal!”
Geldbriefje
Na de pauze start Scholsberg met fosten tori over zijn oude woonbuurt Frimangron, een ware verhalenbron, waaruit hij vaker put op de avond. Familie Cederboom, Karel tip tip, oma Misman, maar ook de (verkeerde) radio-uitspraken zijn deze keer de lachonderwerpen. Het publiek dat hem beter kent, roept tussendoor ‘Pokai!’, ‘Kra trafa!’ en ‘Ijskast!’ Maar ‘Schollie’ reageert alleen op ‘Ijskast’ die de familie Cederboom gebruikte als klerenkast (…).
De toriman kent de etnische talen en toont een fotografisch geheugen door een ingewikkelde liefdesbrief van lang geleden uit het hoofd voor te dragen. Vlot als een trein brengt hij de ene fatu na de andere. “Hij kan zo de hele avond doorgaan!”, reageert een bezoeker enthousiast. Het effect was er wel naar, na afloop deden velen een geldbriefje in de donatiedoos.
[uit de Ware Tijd, 01/02/2013]

De avond bracht srd 600,- op.

Lie A Fo… petje af…chapeau!

door Albert Roessingh

Voor mij ligt een prachtige catalogus van een waarschijnlijk al even spetterende tentoonstelling  die in ons buurland Frans Guyana wordt gehouden. De catalogus draagt als titel John Lie A Fo retrospective 1982-2012. De expositie  wordt gehouden vlak over de grens in Saint Laurent du Maron van 23 november tot 15 februari 2013. Bij  Galerie L’Encadrier in de Salle de la relegation collective, Camp de la Tranportation.

Wat drijft veelzijdig kunstenaar John Lie A Fo?
Zelf verwoordt hij het zo in de catalogus: ‘Mijn ouders zijn geen bosnegers of indianen maar hun cultuur is ook de mijne. Ik ben geboren en getogen in een multicultureel land met zijn indianen, Chinezen, Hindostanen, creolen, bosnegers, Javanen, Libanezen enz. Een feest van diversiteit waar wij allemaal deel van uitmaken! Dat verplicht ons dit rijke gegeven  te respecteren, te verdedigen en trots te zijn op onze kleurrijke culturele bagage.Want het gaat om onze culturele erfenis, en dat te beseffen maakt ons tot een sterke en trotse Surinamer.’
Lie A Fo tapt uit vele vaatjes. In 1945 geboren uit ouders van Chinese en Chinees-Javaanse ouders, vertrekt hij in de zestiger jaren naar Nederland. Om beroepsmilitair te worden. Maar het is de tijd van de flower power  en de ‘Imagination au pouvoir’ (de verbeelding aan de macht) en liever dan in het leger te dienen  trekt John als een kind van zijn tijd zingend en gitaar spelend door Europa. En passant pikt hij er zijn prachtige vrouw Maria op, een danseres. Dan ontdekt hij zijn andere grote liefde, de beeldende kunst. Hij omarmt en verbindt zich voor het leven met een beeldtaal die aan de Cobra beweging doet denken. Dit was een beweging binnen de beeldende kunst in Europa, kunstenaars uit Copenhagen, Brussel en Amsterdam, die kort heeft bestaan, maar veel invloed heeft achtergelaten. Deze kunstenaars keerden zich tegen de kunst volgens vastgelegde regels en grepen terug op primitieve kunst.
Terug in Suriname stort Lie A Fo zich als een sibi busi op zijn rijke culturele achtergrond. Zijn werk roept sterke associaties op met het werk van Picasso. Hij zoekt niet, maar vindt. Veelzijdig, vitaal, brutaal en uitbundig. Want het leven moet gevierd worden. In de jaren 80 vertrekt hij naar Frans-Guyana. Zijn onafhankelijke geest en het politieke klimaat van toen in Suriname kunnen niet langer samen door een deur. Hij ontworstelt daar eigenhandig een plek aan het bos, dat zijn thuis wordt. En hier ontstaat dan in een voortdurende stroom zijn mythisch magische wereld van sjamanen, fabeldieren, verlokkende vrouwen en geheimzinnige rituelen in bonte kleuren. In verf, in hout, als zeefdruk, als ets en als keramiek. In al die verschillende kunstuitingen en beelden valt iets op, dat voortdurend hetzelfde blijft. John is zijn hele bewogen leven lang in al zijn werk het kind in zichzelf niet vergeten! Het kind dat verwonderd om zich heen kijkt, alles gretig in zich opneemt en er al spelend een eigen verhouding tot de wereld vindt.  De hele bonte wereld om hem heen geeft hij een plek binnen zijn oeuvre.
Ik denk dat het niet voor niets is dat John Lie A Fo in zijn werk van de laatste jaren  het zware lot van de ‘ kindslaven’ / de ‘resavecs’ van Haïti aangrijpend verbeeldt. Want wie een kind aanraakt of er zelfs maar naar wijst, die krijgt met John Lie A Fo te maken! Dus er zit maar één ding op. Koop de catalogus en ga, als  het even kan, kijken in Saint Laurent naar de expositie. Zo  leer  je van John  Lie A Fo om weer om je heen te kijken met de grote nieuwsgierige ogen van een kind.

Direction artistique et editoriale: Anne -Marie Pichart- Libert, David Redon: John Lie A fo Retroperspective 1982-2012 Catalogue d’ exposition. Uitgeverij: Galerie L’ Encadrier, oktober 2012, ISBN: 978-2-954328, verkrijgbaar bij Readytex.

Ontruiming Fort Zeelandia ‘on hold’

door Rick Smits

De plannen om Fort Zeelandia te ontruimen en een andere bestemming te geven staan voorlopig in de ijskast. Dat vertelde Eugène van der San, directeur van het Kabinet van de President, vanmiddag in gesprek met  De West: ‘Er wordt gewerkt aan een genuanceerder gewijzigd plan’. Van der San gaf dit aan nadat we hem vroegen hoe het nu eigenlijk stond met de kabinetsplannen die in mei van dit jaar bekend werden gemaakt. Paul Middellijn, destijds cultureel adviseur van het Kabinet, kwam toen met het idee om het Fort ‘een nieuwe culturele invulling te geven, die past bij de inzichten van de regering’.  Er ontstond veel ophef over dit plan, omdat het zou betekenen dat het Surinaams Museum zou moeten verhuizen, en ook het in Fort Zeelandia gevestigde restaurant Baka Foto zou op zoek moeten naar een nieuwe locatie.

Fort Zeelandia, met op nr. 5 de Officierswoning, nu Directiekantoor van het Surinaams Museum. Foto Augusta Curiel.

 

Een andere reden voor de ophef was dat de uitvoering van het plan zou betekenen dat President Desiré Bouterse wellicht weer zou terugkeren naar de plek waar dertig jaar geleden de Decembermoorden plaatsvonden. Ook zou de uitvoering van het plan volgens velen betekenen dat het herdenkingsmonument voor de Decembermoorden zou verdwijnen.
Paul Middellijn is inmiddels niet meer werkzaam bij het Kabinet van de President. Betekent dit dat de huidige occupanten voorlopig niets te vrezen hebben? Mevrouw Hanna van Petten, financieel directeur van het Surinaams Museum: ‘We wachten het rustig af. We hebben enige tijd geleden een brief naar het Kabinet gestuurd waarin we schreven wat onzes inziens de consequenties zouden zijn van het plan. Daar hebben we nog geen reactie op gehad. Ik weet niet hoe dit zal aflopen, alles is mogelijk in dit land’. Wat zou er gebeuren als het Surinaams Museum daadwerkelijk ontruimd zou moeten worden?
‘Van 1982 tot 1996 konden we ook niet terecht in het Fort. Toen hadden we een tijdelijk onderkomen in de buurt van Zorg en Hoop. Daar zouden we opnieuw naar kunnen verhuizen, als dat nodig blijkt’.

Albert Roessingh – Op de vlucht

 

Van der San zegt niets van een brief aan het Kabinet te weten. Wel is hij een voorstander van een andere bestemming voor het Fort: ‘Ik vind dat Fort Zeelandia een andere look zou moeten krijgen. Zoals het nu is past het wat mij betreft niet in het geheel van de omgeving, het is een beetje een dode hoek’.
Museumdirecteur Laddy van Putten wil niet inhoudelijk ingaan op de zaak: ‘Er wordt te veel over gepraat, we hebben besloten hier niet over naar buiten te treden. We wachten de ontwikkelingen rustig af’. Voorlopig is er geen reden tot zorg. Volgens Van der San is het in ieder geval zeker dat er op korte termijn niets met de plannen zal worden gedaan.
[uit de West, 4 december 2012]
  • RSS
  • Facebook
  • Twitter