blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Ooft Iraida

Jonge Surinamers in de pen

Prakseri: Suriname-nummer tijdschrift Tirade

Bijna een halve eeuw nadat Hugo Pos een Surinamenummer samenstelde voor het tijdschrift Tirade, is er nu een nieuwe Suriname-special, bijeengebracht door Kevin Headley. Jerry Dewnarain bespreekt het nummer.

read on…

Het nieuwe lezen en de vernieuwing van het leesonderwijs in een post-koloniale wereld

door Michiel van Kempen

Als literatuur altijd in beweging is, dan volgt daaruit dat literatuurgeschiedenis en literatuuronderwijs ook altijd meebewegen. Dat is ook altijd zo geweest. Het denken over literatuuronderwijs lijkt op dit moment hevig in beweging te zijn, maar dat is op zich niet zo uniek. Ook dat dat denken mede ingegeven wordt door de vrees voor ‘ontlezing’ is op zich niet zo uniek: inherent aan literatuuronderwijs is de doelstelling om diegenen die niet lezen te bewegen om boeken ter hand te nemen. Voor wat betreft het literatuuronderwijs in het Nederlands is wel een nieuw element dat de literatuur van de voormalige Nederlandse koloniën en als ‘afgeleide’ daarvan de migrantenliteratuur bijzondere aandacht vraagt.

read on…

Nieuwe bloemlezing Michael Slory wordt gepresenteerd in Tori Oso

Met genoegen nodigt Uitgeverij In de Knipscheer u hierbij uit voor de feestelijke boekpresentatie van Alsof men alles loslaat, bloemlezing uit het vrijwel niet eerder gepubliceerd werk van Michaël Slory.Op dinsdag 26 juni in Tori Oso, Paramaribo. read on…

Zevende Clark Accord Foundation lezing door Siglien Staport

[Doorgestuurd bericht van de Clark Accord Foundation]

De Clark Accord Foundation nodigt u uit voor de zevende jaarlijkse Clark Accord Lezing die georganiseerd wordt ter gelegenheid van Accord zevende sterf jaar. read on…

India brengt Bollywood dichter bij Suriname

Interesse in Bollywood, de Indiase filmwereld? Surinamers die zich willen verdiepen in filmmaken kunnen nu een filmcursus volgen in India. Het Aziatische land breidt het pakket aan studie- en trainingsmogelijkheden uit voor Suriname. “Geniet van Bollywood en leer hoe je je eigen films kunt maken”, zo kondigde ambassadeur Satendar Kumar van India één van de vele op maat gemaakte cursussen van zijn land aan. read on…

Zwijgzaam en triest de last van het water verdragen

Geen weg terug – Sterk en verrassend romandebuut

door Chandra van Binnendijk

 

Een roman waarin nadrukkelijk een wezenlijk deel van de Surinaamse geschiedenis de hoofdrol speelt. Voor een schrijver lijkt me dat niet echt een gemakkelijke combinatie, zo een vervlechting van vastliggende historische feitelijkheden met de vrijelijk stromende verbeeldingskracht die je als auteur toch zeker behoort te hebben. Of misschien juist wel…? In elk geval is Iraida van Dijk-Ooft er goed in geslaagd om binnen het strakke raamwerk van de geschiedenis een levendig en menselijk verhaal neer te zetten langs verschillende verhaallijnen die samenkomen in een boeiende roman. Ze heeft hiermee tot leven gebracht wat voor veel mensen slechts een droog stukje uit hun geschiedenisboek is; en ze toont er overtuigend mee aan welke grote kracht literatuur heeft en hoe belangrijk die is, vooral voor jonge naties. read on…

Geen weg terug is een meesterlijke roman

door Ezra de Haan

De vaart waarmee het water steeg

Iraida van Dijk-Ooft (1974) studeerde in 2014 af aan de Schrijversvakschool te Paramaribo. Die opleiding heeft inmiddels een mooie reeks auteurs opgeleverd: Ruth San A Jong, de oprichter van de vakschool, Sakoentela Hoebba, Karin Lachmising en Iraida van Dijk-Ooft. Twee Surinaamse schrijfsters van korte verhalen, een dichter en een romanschrijver. Met haar debuutroman Geen weg terug toont Iraida van Dijk-Ooft aan dat de Suriname literatuur zich inmiddels kan meten met de wereldliteratuur. read on…

Cultuur Top Vijf 2013 Werkgroep (4)

Het eind van het volle jaar 2013 zit er bijna op. Caraïbisch Uitzicht vroeg alle leden van het Bestuur, de Adviesraad van de Werkgroep Caraïbische Letteren en de mensen die dit jaar een opdracht kregen om hun top-vijf van culturele evenementen die zij het afgelopen jaar hebben bijgewoond of de beste boeken die zij lazen. Vandaag de vierde aflevering: verhalenschrijfster, directeur van de Schrijversvakschool Paramaribo en Adviesraadslid Ruth San A Jong.

 
 
1.
Het voorrecht Michael Slory in m’n huiskamer te hebben bij de lancering van zijn dichtbundel Torent een man hoog met zijn poëzie (uitgegeven door In de Knipscheer) op 23 september 2012 (het jaar 2013 duurde lang…) bij de Vereniging Ons Suriname te Amsterdam, live via skype.
2.
Ook het boek van Shrinivási, de pionier in de dichtkunst, Hecht en sterk (In de Knipscheer), te mogen verkopen en er iets mee doen samen met Geert Koefoed die het nawoord deed en een hele tournee rond het boek in Nickerie en Paramaribo verzorgde. Shrini woont op Curaçao en is niet meer in staat te reizen.
3.
De laatste uitgave van Suriname’s nationale historicus: André Loor vertelt (VACO).4.

De opening van de Faculteit Humaniora van de Anton de Kom Universiteit van Suriname in december 2010 (jaja, het jaar 2013 wordt nog langer).
5.
De literaire avond van de Schrijversvakschool, de enige in het Nederlandstalig Caribisch gebied bij gelegenheid van de viering van haar vijfjarig bestaan, met het sterke debuut van Karin Lachmising, Nergens groeit een boom die haar aarde niet vindt (In de Knipscheer), en het afstuderen van twee veelbelovende student-auteurs Iraida van Dijk-Ooft en Sakoentela Hoebba. Ook de start van een jeugdproject waar kinderen in de leeftijdscategorie 9-14 creatief leren schrijven.

Vijf jaar Schrijversvakschool Paramaribo

De Schrijversvakschool Paramaribo bestaat vijf jaar. Het begon in 2007 met voorbereidingen van Ruth San A Jong, oprichter en huidige directeur. Docenten trainen, fondsen werven, studenten interesseren om lessen in creatief schrijven te volgen. Gesprekken met partners van scholen overzee, programma’s en ideeën. Wat zou, gezien de omstandigheden, wel in de Surinaamse samenleving passen en wat niet? Zou zo een school wel relevant zijn voor Suriname? We geven een korte terugblik op ons vijfjarig bestaan.
Donderdag 28 november a.s. zal dat gebeuren in het Jeugdtheater ON STAGE. Op deze avond zullen ook twee van onze vierdejaarsstudenten hun eindpresentaties houden.
Iraida van Dijk en Sakoentela Hoebba hebben de vierjarige opleiding afgerond en zullen beiden afstuderen in het genre Proza. Zij zullen hun bevindingen en enkele teksten uit hun manuscript aan ons voorhouden en verder praten over de rol die de Schrijversvakschool heeft gespeeld in hun groei naar auteurschap. Studeren aan een Schrijversvakschool is nog geen garantie voor auteurschap; een goed boek uitgeven ook niet.
Onze eerste afgestudeerde, Karin Lachmising, zal haar debuutbundel presenteren. Deze is in Nederland gepubliceerd door Uitgeverij In de Knipscheer. Het boek zal te koop worden aangeboden en gesigneerd worden, indien gewenst. U bent van harte uitgenodigd om deze bijzondere literaire dag met ons te vieren. Wilt u vooraf uw aanwezigheid aangeven, zodat wij een plek voor u kunnen reserveren. Wij zien u graag!
Datum: donderdag 28 november 2013
Tijd: 19.30 uur
Inloop: 19.00 uur
Locatie: Jeugdtheater On Stage, Mgr. Wulfinghstraat
Rsvp: info@schrijversvakschool.org – 856 3674

Schrijversvakschool levert twee afgestudeerden af: ‘Het is altijd de bedoeling dat zij internationaal doorbreken’

door Euritha Tjan A Way

Paramaribo – Dat ze er plezier aan hebben beleefd, is van hun gezicht af te lezen. Iraida van Dijk en Sakoentela Hoebba hebben de vierjarige opleiding aan de Schrijversvakschool Paramaribo nagenoeg afgerond en hebben naar eigen zeggen van elk moment genoten. “We hebben de eerste drie jaren de tools gehad om ons verhaal interessant en begrijpelijk voor de buitenwereld neer te pennen. In het laatste jaar is er vrijwel geen begeleiding en dan kom je erachter: ‘ben ik schrijver of niet?’”, legt Van Dijk uit. Beide dames studeren deze maand af en hebben gekozen voor het genre proza. Ze hebben beide geput uit hun eigen omgeving om inhoud te geven aan hun verhaal. “Ik heb een lang verhaal geschreven waarin centraal staat dat wat een mens is, eigenlijk het resultaat is van wat hij heeft meegekregen van familieleden die hem voor zijn gegaan”, legt Van Dijk uit. Hoebba heeft gekozen voor elf korte verhalen. “Eén daarvan gaat over een gezin dat ontdekt dat hun zoon homoseksueel is. Hindoestanen hebben het namelijk sterk dat ze altijd denken aan wat de buitenwacht gaat denken.”
Iraida van Dijk (l) en Sakoentela Hoebba (r) vertellen met veel plezier over de vierjarige opleiding aan de Schrijversvakschool Paramaribo die zij net achter de rug hebben. Foto:  Irvin Ngariman.
Publicabel
In het eerste jaar van de Schrijversvakschool Paramaribo worden de cursisten breed opgeleid. In het tweede jaar doet verdieping zijn intrede en in het derde jaar moeten de studenten weten welk genre hen ligt en hoe ze de aangeleerde technieken kunnen toepassen op hun teksten. Jaar vier bestaat voornamelijk uit manuscriptbegeleiding. Schrijfdocenten, redacteurs van uitgeverijen helpen de studenten bij het publicabel maken van het manuscript.
Puzzel
Beide studenten waren, voordat ze hun opleiding aan de Schrijversvakschool Paramaribo aanvingen, al bezig met schrijven. “Ik had veel dieren om me heen en ik schreef vaker verhalen over hen. Maar nu kan ik terugkijken op die verhalen en besef ik dat ik heel veel geleerd heb”, legt Hoebba uit. Voor Van Dijk leek het alsof de stukken als een puzzel in elkaar vielen. “Ik volgde eerste een korte workshop schrijven met mijn dochter en zag daarna plotseling een advertentie voor de opleiding van de Schrijversvakschool Paramaribo én ik heb altijd al goede reacties gehad op stukken die ik schreef. Dus de opleiding leek mij een logische stap.”

Niet makkelijk
De dames zijn begonnen met zes studenten in een groep en behoren tot de tweede lichting van de opleiding. In 2008 begon de eerst groep, die bestond uit acht personen. Van die acht is Karin Lachmising de enige die vorig jaar afstudeerde. “Nee, het is niet makkelijk”, bevestigt Ruth San AJong, directeur van de opleiding. “De mensen worden onderwezen in de vijf genres en de subonderdelen daarvan. De opleiding duurt bovendien vier jaren. Maar Karin Lachmising bijvoorbeeld is wel internationaal doorgebroken. Haar boek is uitgegeven door uitgeverij In de Knipscheer en zij heeft een lans gebroken voor de anderen.” Volgens San A Jong is het altijd de bedoeling dat studenten internationaal doorbreken. “Maar afstuderen is daar geen garantie voor”, meldt zij.

Van Dijk en Hoebba zullen eind november hun afstudeerpresentatie houden. De Schrijversvakschool doet ook aan manuscriptbegeleiding van mensen die de opleiding niet gevolgd hebben. Verder is de opleiding nu bezig met een project waarbij kinderen op speelse wijze de kneepjes van het vak leren waar inmiddels een website van online is.
[uit de Ware Tijd, 07/11/2013]

Peggy wil niet bijten

Jeugdverhaal over een vampier die geen bloed lust

Eindtekst Schrijversvakschool Paramaribo

door Iraida van Dijk–Ooft

Peggy Piervam wil niet bijten, maar eigenlijk moet ze wel, ze woont aan de Engedingenstraat in spookhuis 74. Ja, daar woont ze met vader, moeder en Peer, haar grote broer. O ja, oma Piervam woont er ook, oma is een oppervampier. Ze weet alles, ze is wel zevenduizend jaren oud. Peggy is bijna zeshonderd, dat is jong voor een vampier. Ze zit op de Gewonemensenschool, dat mag voorlopig nog. ‘Totdat jij gaat bijten!’ zegt papa. Wanneer haar vampierentanden doorkomen, dan wordt het te gevaarlijk voor de kindjes op school. Ze zou maar een hapje van een vriend of een vriendin lusten! Peggy borstelt en flost en gorgelt en stookt, vijf keren per dag. Ze ruikt altijd heel fris naar tandpasta.’ s Avonds controleert ze haar tanden. Een voor een pakt zij ze tussen duim en wijsvinger. Als haar vingers niet meer glibberen, want wat is het glad in haar mond, schudt ze, twee keren aan elke tand. Ze praat ook wel tot haar tanden, precies zoals zij mama tot de planten heeft zien doen en dan niet van groei, groei, groei. Maar, meer van stop, stop, stop. Tanden wisselen hoeft voor haar niet, want Peggy wil niet bijten. Zij heeft het namelijk veel te leuk op school. Ze heeft vrienden en vriendinnen en ze is gek op juf Roos, de klassejuf. Van juf Roos krijgt ze altijd complimentjes. Het is niet moeilijk mooie cijfers te halen als je al zeshonderd bent.Het is avond, Peggy moet naar bed. Ze staat in de badkamer. Niet voor de spiegel, in de spiegel ziet ze niks. Gewoon, midden in de badkamer staat ze. Twee vingers in haar mond. Haar linkerhand hangt slap langs haar zij. Tranen in haar ogen. Ze knippert ze niet eens weg, ze kan zich niet bewegen. ‘Schiet op nou, schatje. Kistje toe… W-Wat is er?’ mama komt de badkamer binnen, geschrokken blijft ze staan. ‘Heeft iemand je geplaagd? Wat is er dan?’

Lees hier verder op de blogspot van de Schrijversvakschool

Iraida M. van Dijk-Ooft – De Oogst

[Winnend verhaal van de Tropische Schrijfwedstrijd]

Ik kijk de kamer rond. Chaos. Kleren, hangers, schoenen. Ondanks dat de airco op zijn koudst staat heb ik het warm. Ik zit op ons onopgemaakte bed, lege fotolijsten en schoendozen aan mijn voeten. De foto’s waar jij op staat heb ik aan een kant gezet. Die hoef ik niet. Ik ben moe. Een deel van mijn kleren en schoenen is al ingepakt. Twee koffers en een doos. Die staan beneden. Ik moet alleen mijn sieraden nog uitzoeken. Ik denk aan de woorden die ik in mijn hoofd had. Zonet nog. Ik wil ze opschrijven in een brief aan jou. Zo meteen ga ik schrijven. Straks, als ik klaar ben. De woorden zoeken een weg naar buiten. Ze wringen zich tussen mijn opeengeklemde kaken. Ze glijden uit mijn mond. Ze klinken vlijmscherp. Zo zijn ze ook bedoeld. Ik ga weg namelijk, ik verlaat je. Ellendeling.

Urmila is de vierde in de rij dit jaar. Je weet het misschien niet, maar ik heb ze geteld. Het bijgehouden in mijn agenda. Faraisha in december, ze is nog op onze owru jari barbecue geweest. Ik zag hoe je haar aankeek. Lygia in februari. Zij was niet lastig. Een paar telefoontjes in de nacht. Niets ondraaglijks, en het belangrijkste; ze was niet brutaal. Ik ben minder te spreken over Simone, miss maart. Die had het lef mij op te bellen. Jullie zouden volgens haar gaan samenwonen. Arm kind. Binnen no time had je geen plotselinge vergaderingen meer. Ze was te plakkerig voor je. Te veeleisend. Je was geschrokken, want in april was je koest. Ik ken je toch. Je wil bij mij blijven. Ik, je ideale vrouw. Niet jaloers. Verdraagzaam. Trouw. Begrijpend. Die kik, vrouwen, heb je nodig. Dat vertelde je me nog voordat we gingen samenwonen. Ik was gewaarschuwd. Ik tel voor twee, dus. Maar dit. Urmila?

Kwaad! Ik ben vals op je. Ja, deze keer echt. Ik neem me voor om ook dat in de brief te schrijven. Niet omdat je het eeuwig met andere vrouwen aanlegt. Niet omdat je die dames lulverhaaltjes vertelt. Ook niet omdat je nadat je met ze hebt geslapen thuiskomt, en me kust met je pas gepoetste tanden glanzend in je smoel. Echt, niet daarom. Maar omdat je Urmila hebt genomen in mei. Urmila, vrouw van Djit. Jouw Djit, onze Djit. Moeder van Roshan en Prya. Urmila die al mijn oude kleren erft. Zelfs mijn bh’s en slipjes. ‘Is niet erg, mevrouw. Geef maar. Mevrouw n’ e tyar’ siki, toch,’ zegt ze wanneer ze verlegen het gedragen kanten ondergoed aanneemt. Onze schoonmaakster. Ik ben inderdaad niet ziek, jij bent dat. Dat ík je moet begrijpen, okay. Maar what about Djit? Tuinman. Chauffeur. Vriend? Die in de auto uren blijft wachten op jou. Die voor je uitkijkt of iemands man niet toevallig thuiskomt. Op wie je steunt wanneer je te dronken bent om te lopen. Klootzak, had je niemand anders kunnen kiezen?

‘Klop, klop. Mevrouw.’ De stem klinkt dof door de gesloten ruiten. Mijn lippen vallen stil. Ik sta op. Als je over de duivel praat … ‘Djit? Je bent toch vrij vandaag,’ schreeuw ik van het raam uit naar beneden.
‘Ik kon gister niet komen, mevrouw. Ik dacht, ik kom vandaag. Begi wan gras’ watra.’
Wakti, m’ e kon. Verdomme.’ Ik veeg de foto’s bij mekaar op een rommelig stapeltje. Ik snuit mijn neus en was mijn gezicht. Djit zal zich wel afvragen. Als ik beneden kom zie ik zijn ronde hoofd, geperst tegen een van de keukenramen. Shit, hij ziet de koffers staan. Ik kijk zo gewoon mogelijk als ik de deur open doe en hem een karaf met ijswater en een beker geef. ‘Alsjeblieft.’ Hij probeert langs mij heen naar binnen te kijken.
‘Urmila heeft bara gestuurd, mevrouw. En chutney. Voor mevrouw … en meneer.’ Zijn ogen vangen mijn ogen, gaan zoekend over mijn gezicht. ‘Yere nó, mevrouw, kon luku. Zet die bara even. Kom kijken.’
‘Djit, boy. Ik …’
‘Even maar, mevrouw. Kom, u gaat schrikken.’

Ik laat de zak met bara op tafel, slof achter hem aan naar de achtertuin. We gaan de met schaduwgaas omspannen kas in. Het is er vochtig, maar koel. Ik denk aan mijn brief aan jou, de woorden blijven komen. Dan blijf ik staan. Verrast ondanks alles. ‘Djit! Onze plantjes dragen!’ Een grijns op zijn gezicht. Onze tomatenplanten dragen. Vuurrood en kogelrond zijn de vruchten. Hij en ik hebben ze samen geplant op een warme dinsdagmiddag, niet zo lang geleden.

En dan weet ik wat te doen. Ik draai me om en trek hem naar me toe. Ik vermijd het om hem aan te kijken. Hij stamelt, ‘nee. Stop! Mevrouw … meneer …’ Ik klamp me aan hem vast, dring me op. Probeer zijn lippen te vangen. Hij ruikt naar aarde, BRUT en roze Palmolive zeep. Hij stoot me van zich af, te ruw. Mijn rug. ‘Sorry, mevrouw.’ Hij kijkt of hij me erg pijn heeft gedaan. Ik zoen hem weer, hij zoent niet terug. Ik wrijf mijn onderlichaam tegen dat van hem aan. Ik steek mijn tong in zijn mond, ik proef Urmila’s chutney. Zijn verweer wordt zwakker. Dan geeft hij toe. Tussen de tomaten.

Erna wil Djit niet praten. Niet luisteren als ik sorry zeg. Hij gaat weg. Gebroken. Ruis in mijn hoofd. Mijn lichaam voelt niets. Ik oogst de eerste tomaten en ga naar binnen. Ik zie twee vliegen ontsnappen uit de vettige zak waar de bara in zitten. Ik onderzoek ze een voor een. Op drie vind ik klompjes witte vliegeneieren. Ik neem die drie, pulk met een vork de eitjes eraf en regel ze voor jou op een bord, met een schep chutney ernaast. Ik snij twee van mijn tomaten in schijfjes en strooi er zout en peper over.

Wanneer je thuiskomt is alles terug op zijn plaats. Je bent blij met het eten dat ik voor je heb klaargelegd. Ik denk aan de brief die ik wilde schrijven. Mijn lege hoofd weet de woorden niet meer.

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter