blog | werkgroep caraïbische letteren
Posts tagged with: Leeuwin Wilfred

Eredoctorale erkenning Deryck Ferrier

door Wilfred Leeuwin

PARAMARIBO – Met zijn rede getiteld Moderne uitdagingen voor de evolutie van welvaart en welzijn in de vrije Surinaamse samenleving heeft Deryck Ferrier een eredoctoraat toegekend gekregen van de Anton de Kom Universiteit van Suriname. De landbouwkundig ingenieur en socioloog kreeg de ere-onderscheiding voor zijn verdiensten aan de wetenschap en zijn indrukwekkende bijdrage aan de ontwikkeling van Suriname. read on…

Milieuorganisaties en natuurvrienden protesteren bij Braamspunt

Enkele milieuorganisaties en natuurvrienden hebben op zaterdag 18 februari op Braamspunt geprotesteerd tegen het besluit van de regering om zandafgravingen weer toe te staan ter plekke. read on…

Persvrijheid in Suriname heeft ‘acceptabel’ niveau

door Wilfred Leeuwin

Suriname is op de wereldindex voor persvrijheid twee plaatsen vooruit geschoven. Op zich een goede zaak. Echter is het van belang goede nota te nemen van wat die positie daadwerkelijk inhoudt en hoe die positie, de 29 ste plek op de index, vertaald moet worden en wordt becommentarieerd door Reporters Without Borders (RSF), die de lijst samenstelt. Enige toelichting op hoe de positionering plaatsvindt, is belangrijk bij de publieke opinie, vooral voor politici en journalisten over vrije persvrijheid in Suriname. read on…

Suriname doet het goed op persvrijheidindex

door Wilfred Leeuwin

Suriname doet het goed als het gaat om persvrijheid en het recht op vrije meningsuiting. Het land klimt op de wereldindex van Reporters without borders (RSF) van de 31ste naar de 29 plaats. Slechts eenderde van de 180 landen die op de index voorkomt, heeft de plaats van het vorig jaar behouden of is gestegen op de index. Tweederde van de 180 landen over alle regio’s wereldwijd, heeft dit jaar een daling ondergaan. De daling is kenmerkend omdat er ook landen tussen zitten, waar de democratie en de persvrijheid hoog staan aangeschreven. read on…

‘Wetenschappelijk’ artikel als opium voor het volk

door Wilfred Leeuwin

De ongefundeerde en wat mij betreft zeer domme aanval van professor Gloria Wekker op het christelijk geloof in haar ingezonden stuk op Starnieuws van 31 december 2014 [zie ook op CU] onder de kop ‘Religie als opium van het volk’, is een schandelijke presentatie van wat ik denk dat de wetenschapsbeoefening had moeten zijn. read on…

Jagdew, eerste gepromoveerde Faculteit der Humaniora

door Wilfred Leeuwin

De Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS) heeft woensdagavond in de Centrumkerk haar eerste gepromoveerde afgeleverd van de Faculteit der Humaniora. Eric Jagdew verdedigde met succes zijn proefschrift, Vrede te midden van oorlog in Suriname. Inheemsen, Europeanen, Marrons en Vredesverdragen 1667-1863. Hij is de eerste wetenschapper in deze materie met een doctorale bul. read on…

Persvrijheid, censuur en redactionele verantwoording

door Wilfred Leeuwin

Toen op dinsdagavond om 10 minuten over 7 de uitzending van het Jeugdjournaal werd beëindigd, had ik als journalist een bevredigend gevoel. Een journalistieke blunder en misstap was op een volwassen, verantwoorde en door de daarvoor aangewezen personen en instanties op een juiste manier aangepakt, opgelost en wat mij betreft afgesloten. De nasleep van het voorval dreigt evenwel een politiek geharrewar te worden, waarbij onjuiste accenten en foutieve uitleg over, persvrijheid, censuur en redactionele verantwoording, de boventoon dreigen te voeren.

.

Censuur en persvrijheid 
Censuur is per definitie geen onvriendelijk woord en houdt in, controle uitoefenen op, in dit geval wat wel of niet als publicatie mag worden vrijgegeven. In de journalistiek hebben censuur en het recht op vrije meningsuiting/persvrijheid een hechte relatie met elkaar. Persvrijheid garandeert elk individu het recht, nieuws en informatie te verzamelen, ideeën te verwoorden en die middels beeld, geschrift, gesproken tekst en andere vormen van media, te publiceren. Censuur of beter gezegd controle hierop is de verantwoordelijkheid bij de beleving van het recht op vrije meningsuiting. Juist om in die beleving geen andere rechten, zoals ‘privacy’ en het aantasten van de goede naam van derden te beschadigen.

De controle krijgt een tegenovergestelde en negatieve betekenis in het woord censuur wanneer de brenger van het nieuws de feiten verdraait, verzwijgt en verkleurt. Dit wordt zelfcensuur genoemd. Wanneer vanuit de overheid de publicatie van het nieuws, bij welk medium dan ook, belet, de feiten verdraaid of ongedaan maakt, is er sprake van opgelegd cesuur. Overigens moet met klem worden benadrukt dat het geenszins de taak is van de overheid controle uit te oefenen op het nieuws, ook niet bij de staatsmedia. Zelfcensuur vindt vrijwel dagelijks plaats bij de verschillende media.Voor wat betreft (opgelegd) censuur, zijn er tal van voorbeelden, maar verwijs ik hier bewust naar slechts drie gepleegd door de ene en dezelfde overheid, uit twee verschillende regeerperioden, zo u wilt dezelfde overheid met twee verschillende gezichten. Het eerste is in de jaren tachtig, tijdens en na de staatsgreep en de daarop volgende militaire periode toen censoren op de verschillende nieuwsredacties werden geplaatst om het nieuws te controleren, voordat het werd gepubliceerd. In die periode zijn mediabedrijven ook gesloten en letterlijk weggeschoten. Het tweede voorbeeld is toen op 10 mei 2007 een uitzending van het programma Suriname Vandaag, ook door dezelfde overheid, maar nu met een andere politieke geaardheid uit de uitzending werd gehaald. Dit programma onderging hetzelfde lot in 2009. In alle drie gevallen is sprake geweest van censuur door de overheid, omdat niet haar belang werd gediend. Benadrukt moet worden dat het politieke belang, zeker dat van een zittende regering niet hetzelfde is als het algemeen belang. In een democratie is het slechts aan de rechter toebedeeld uit te maken wiens en welk belang of recht zou zijn geschaad. Deze voorbeelden zijn voor de journalistiek afgrijselijke dieptepunten, die internationaal ook als zodanig staan opgetekend.

Afgaand op het moment en de omstandigheden waarop op maandag 9 december een uitzending van het Jeugdjournaal via de STVS uit de ether is gehaald, mag worden geconcludeerd en aangenomen dat op dat moment, wat de reden ook mag zijn geweest en wie dat ook zou hebben gedaan, er sprake is geweest van censuur door de STVS. Om de discussie gezond te houden is belangrijk daar niet bij stil te blijven staan. Het is juist het vervolg traject in deze kwestie die maakt dat achteraf, na hoor- en wederhoor en de acties die zijn ondernomen door de STVS en het Jeugdjournaal, er van censuur totaal geen sprake is en kan zijn geweest, maar een incident. Censuur wordt alleen opgelegd door een overheid, een gezagvoerder of aangewezen persoon of instantie. Door iemand die daarvoor de verantwoordelijkheid draagt.

In het onderhavige geval is de vermeende of in eerste instantie opgelegde censuur genomen door een onbevoegde medewerker bij de STVS. De verantwoordelijken bij de STVS, in dit geval zeker twee personen (Shirley Lackin als lid van het managementteam belast met de dagelijkse leiding bij de STVS en Borger Breeveld, lid van het managementteam), hebben in overduidelijke taal niet alleen deze handeling betreurd, afgekeurd en verworpen en zich verontschuldigd, maar is ook aan het Jeugdjournaal de gelegenheid gegeven het programma alsnog zonder inmenging van de STVS, in zijn geheel uit te zenden. Het Jeugdjournaal heeft niet alleen de gelegenheid gekregen dit te doen, maar heeft zelfs de ruimte gekregen haar doelgroep (kinderen) omstandig uit te leggen wat zich heeft voorgedaan. Sterker nog, in die uitzending is aan de doelgroep/kijkers een wat mij betreft goed item gepresenteerd over het onderwerp censuur. Lackin is ook nog in datzelfde programma in beeld verschenen om aan te geven dat de gepleegde censuur/ handeling nooit had mogen plaatsvinden.

Verantwoordelijkheid 

Lackin heeft uitgelegd dat alle programma’s die worden aangeboden, worden gescreend en bekeken om na te gaan of die geschikt zijn voor de uitzending. In de journalistiek is dit een normaal gegeven. Op alle redacties is dit de taak van de hoofdredacteur die de journalistieke verantwoordelijkheid draagt binnen het medium er op toe te zien dat het aangeboden programma, ingezonden artikel of ingesproken bericht, beantwoordt aan niet alleen de rechten van artikel 19 van de grondwet (het recht op vrije meningsuiting ) maar ook de plichten. Dit heeft niets te maken met censuur en het beknotten van de persvrijheid. Ook aan de redactie waar ik mijn journalistiek beroep uitoefen, worden artikelen aangeboden. Sommige doorstaan de journalistieke criteria, bij andere wordt de aanbieder aangegeven dat het stuk door de beugel kan mits hij enkele aanpassingen pleegt, terwijl sommige aanbieders met een nette maar kordate brief worden bedankt voor het opsturen van het stuk naar onze redactie, maar dat het niet geplaatst kan worden, omdat het niet voldoet aan de voorwaarden.

Gebruikmakend van het recht op vrije meningsuiting lijkt het mij een gezonde zaak dat de publieke opinie, rond censuur, persvrijheid en de redactionele verantwoordelijkheid, zich blijft ontwikkelen met positieve, rationele en vooral goed onderbouwde stellingen, zonder dat de begrippen bewust of onbewust uit hun context worden gehaald of een foutieve betekenis aan wordt opgehangen.

Wilfred Leeuwin is journalist.

[van Starnieuws, 11 december 2013]


P.s. Belangwekkend onderwerp. Maar zou de heer Leeuwin voortaan een journalistieke toon kunnen hanteren in plaats van deze quasi-juridische krullendraaierij – red. CU. Voor diegenen die de context niet kennen, even een toelichting:

In de uitzending van dinsdag was een kort stukje te zien van de herdenkingsdienst voor de slachtoffers van de Decembermoorden die maandag uitgezonden had moeten worden. Verder werd uitgelegd wat censuur is waarom dat niet goed is. Direct na de aankondiging van het item over de Decembermoorden was de uitzending gestaakt. Dit leidde tot verbazing en verontwaardiging bij de makers en veel Surinamers. De Surinaamse Vereniging van Journalisten sprak van censuur.

Adek-Universiteit dringend op zoek naar academici

door Wilfred Leeuwin

Het tekort aan wetenschappelijk personeel is ten hemel schreiend. De situatie is zo erg dat het een enorme impact heeft op de kwaliteit van de hoogste onderwijsinstelling. De meeste docenten hebben niet de vereiste doctorale of een PHD titel. 

De Faculteit der Maatschappijwetenschappen beschikt slechts over twaalf gepromoveerde docenten, van wie zeven deeltijds zijn. Het gewenste en verantwoorde aantal is negentig. Het resultaat dat neergezet wordt, is volgens voorzitter Ryan Sidin van het universiteitsbestuur ver onder de maat.

Oproep voor sollicitatie 

“Het gaat niet alleen om onderwijs geven, maar om alles wat daarmee te maken heeft”, zegt Sidin in gesprek met Starnieuws. Op een wetenschappelijke instelling als de Anton de Kom Universiteit van Suriname, met een studentenbestand van 5000, zijn er meer dan 1400 studielimieters, zegt de Adek-bestuursvoorzitter. De instelling heeft nu een algemene oproep gedaan aan hoogopgeleiden in Suriname om te solliciteren. Sidin zegt dat gezien de voorlopige registratie het vrijwel zeker is dat de universiteit zal moeten uitkijken naar buitenlandse wetenschappers. Gedacht wordt om docenten te halen uit onder andere Brazilië.

Naast het gemis aan kader met een doctoraal of PHD, zijn er ook weinig ervaren docenten. Het tekort heeft direct effect op de kwaliteit van het onderwijs. Vooral als het gaat om het begeleiden van studenten in een afstudeerfase zijn er grote problemen. Sidin legt uit dat het nu ook voorkomt dat een begeleider per jaar twintig studenten bijstaat bij het afstuderen. Dat is volgens hem een zeer verontrustende situatie en is het effect daarvan ook te zien aan de lange perioden van afstuderen en alle problemen die komen bij kijken.

Complex probleem 
Het bestuur heeft nu een exercitie gepleegd en het blijkt volgens Sidin dat het probleem veel groter en complexer is. Er zal dringend een oplossing gevonden moeten worden. Een daarvan is om in een periode van vijf tot zes jaar wetenschappers uit binnen- en buitenland aan te trekken. In die periode zal gekeken worden hoe met beurzen en studiefinanciering eigen krachten op te leiden in het buitenland. Met die mensen zal op basis van afspraken en een dosis vertrouwen geprobeerd worden een begin te maken aan het wegwerken van het tekort. Sidin zegt dat er op de universiteit nogal wat docenten rondlopen die zo na hun afstuderen binnen een maand al docent worden. “Zonder enige ervaring of zelfs te zijn ingewerkt”, zegt Sidin.

De wetenschapsbeoefening van de universiteit komt volgens de bestuursvoorzitter niet tot zijn recht. Van de drie taken, onderwijs, onderzoek en dienstverlening, wordt geprobeerd zo goed als mogelijk inhoud aan te geven. “Van onderzoek en dienstverlening komt weinig terecht’, zegt Sidin. Los van degene die wel wat onderzoek doen, geniet onze universiteit zeker geen prijs daarvoor”, verzucht Sidin.

[uit Starnieuws, 27 maart 2013]

‘Petjih’ symbool voor strijd en nationalisme

door Wilfred Leeuwin

“U moet vandaag, in vergelijking tot voorgaande jaren, maar eens extra goed opletten op het hoofddeksel van de Javaanse Surinamer. Een bijna ovaal uit textiel gemaakte zwarte ‘pet’. Nee, het is geen pet, maar een petjih en die benaming is belangrijk voor ons, zeker bij de herdenking van 122 jaar Javaanse immigratie”, zegt Edward Redjopawiro, een nazaat van de Javaanse immigranten in gesprek met Starnieuws.

De naam petjih is afgeleid van het Nederlandse woord petje, gegeven door de koloniale overheerser. De bedoeling was om de onderdrukte positie te benadrukken en de laatdunkende manier hoe tegen de inlander in Indonesië werd aangekeken. Om deze reden werd in de vroegere kolonie, van waar de Surinaamse Javaan afkomstig is, dit hoofddeksel verafschuwd en geweigerd te dragen.

Symbool nationalisme
Su-Karno, de Indonesische vrijheidsstrijder, keek evenwel anders aan tegen het in Indonesië vervaardigd product. In de strijd naar vrijheid en de onafhankelijkheid van het land verhief hij de petjih tot symbool voor strijd en nationalisme, tegen onderdrukking en minderwaardigheid. De verheffing van het hoofddeksel is volgens Redjopawiro een ware revolutie geweest voor de Indonesiër in zijn drang naar zelfbeschikkingsrecht en vrijheid. “De onderdrukking van toen heeft een sterke beïnvloeding gehad op de Indonesiër”, legt Redjopawiro uit. Hij heeft in Suriname, Indonesië en Nederland onderzoek gedaan naar de koloniale periode en de immigratie van Javanen uit Indonesië. Hij is de auteur van het boek Impact of the indonesian immigration on the legal system of Suriname.

De petjih zal bij een Indonesiër die naar officiële gelegenheden gaat, zeker in het voormalige moederland niet ontbreken. “Hij zal een nette westerse pak aanhebben met jas en das, maar op zijn hoofd zal een petjih niet ontbreken, als nationaal en of religieus symbool, zoals in Suriname de petjihbekend is”, zegt de Redjopawiro. Hij geeft aan dat naast klederdracht, de naamgeving van de Indonesiër een andere bijzonderheid is. De naam wordt bewust gekozen als symboliek voor een bepaalde levensverwachting, gemoedstoestand, gericht op een hoopvolle toekomst en zelfs teleurstelling en religieuze overweging.

Naamgeving
Javanen met een Christelijke of Islam opvoeding hebben vaker evenals bij andere etnische groepen een Christelijke of Moslim naam. Johan, Petrus, Mohammed of Abdoel, maar Javanen hebben ook namen van dagen van de week. Senin, staat bijvoorbeeld voor maandag, en Kedmis voor donderdag. De naam Pawiro betekent strijder. In het geval van Redjopawiro betekent zijn naam strijder voor geluk en rijkdom. Su-Karno de Indonesische vrijheidsstrijder heette bij zijn geboorte Koesni. Tijdens zijn vierde jaar werd hij ernstig ziek en werd voor verzorging naar zijn grootmoeder gebracht waar hij herstelde. Zijn familie gaf hem toen de naam Karno wat held betekent. Karno is afkomstig uit het Mahabharata Epos. De ouders van de Karno zagen al dat hij een groot man van betekenis zou worden en noemden hun zoon Su-Karno. Su staat voor grootte.

In Suriname hebben nazaten de Su ook voor hun naam. Minister Suwarto Moestadja bijvoorbeeld staat voor ‘grote schrijver’. Sommige nazaten krijgen of nemen bewust een andere naam aan na een gebeurtenis. Zo heette de voorzitter van de Pertjajah Luhur bij geboorte Paul Somohardjo. Toen hij een baby was, raakte hij schijndood. Bij de voorbereiding voor zijn begrafenis ontdekte men dat hij leefde. Door dit voorval kreeg hij Salam als tweede naam. Salam betekent vrede.

[van Starnieuws, 9 augustus 2012]

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter