blog | werkgroep caraïbische letteren

Surinaamse joden, gestorven in holocaust en oorlog (8)

50. Betje Lopes de Leaô Laguna-da Silva, 7 augustus 1882 – de site van OGS heeft bij ‘Leao’ geen teken op de o. Weduwe van B.J. Lopes de Leaô Laguna en zuster van Isaac David en Arnold da Silva (zie onder). Haar laatst bekende adres was de G. Terborgstraat 17hs in Amsterdam. Haar dochter Hettie, op 18 december 1907 in Watergraafsmeer geboren, woonde bij haar. Hettie was schoonheidsspecialiste. Zij werd op 17 september 1943 in Auschwitz vermoord, op 35-jarige leeftijd. Haar moeder Betje werd op 7 juli 1944 in Auschwitz om het leven gebracht, op dezelfde dag als haar broer Isaac David da Silva en haar schoonzuster Anna da Silva-Palache (zie onder). Op dezelfde dag overleed ook Rebecca Lopes de Leaô Laguna (Amsterdam, 3 oktober 1883), pianolerares, en wellicht familie. Betje was 61 jaar.

monument oorlogsslachtoffers

10 oktober 1965. Bij het bezoek van koningin Juliana aan Suriname legt zij een krans bij het Monument voor de Oorlogsslachtoffers.

 

51. Elisabeth Estelle Lyons [Lijons], 15 februari 1871, dochter van Juda Lyons (1836) en Johanna Leefmans (1862). Haar laatst bekende adres was Ruysdaelstraat 102-II in Amsterdam. Haar tante en een van haar nichten – Helene Elise Leefmans-Bal(l)in en haar dochter Estelle (1888) – woonden in de naastgelegen Frans van Mierisstraat 77hs. Helene Leefmans was de schoonzuster van Elisabeths’ moeder. Elisabeth Lyons werd op 14 mei 1943 met 1364 andere uit Nederland afkomstige joden vergast in Sobibor. Zij was 72 jaar. Haar stiefzuster Marie Evelyne (13 december 1895) overleefde en werd bijna 100 jaar. Zij overleed op 2 december 1994 in Amsterdam.
(met dank aan mevrouw Anne E. Otto, achterkleindochter van Helene Elise Leefmans, sept.2006).

52 JM Simcha Alexandrina Monsatofils, 2 april 1972, dochter van Hendrik Alexander Monsantofils en Sally Heilbron. Zij was de oudste van vijf kinderen, die allen de naam Alexander droegen. Na haar kwamen vier broers: Alexander Aron Philip (1873), Abraham Alexander (1875), Alexander Egbert Maurits (1879-1898, verdronken) en Alexander Isack (1882). Sally Monsantofils-Heilbron stierf in 1892. Simcha ging naar Nederland. Zij overleed op 4 december 1940, om 21.45 uur, als patiënt van de instelling het Apeldoornse Bos. Door hulpportier Abraham Polak werd twee dagen later aangifte van haar overlijden gedaan bij de gemeente Apeldoorn.
Bronnen:
Digitaal Joods Monument en Community
www.network54.com/Forum/133847/thread/1046006602/last-1166739964/zoek+info+monsantofils
Haar naam komt niet voor op de sites van de Oorlogsgravenstichting en DutchJewry (mei 2013).

Kinderen Morpurgo-Alberga
53. Willy Albert Morpurgo, 16 december 1899, zoon van Jacques Morpurgo en Annie Alberga. Wellicht verwant met Julia Bueno Bibaz-Morpurgo (zie boven). Willy was kelner. Zijn laatst bekende adres was Willemstraat 22 in Utrecht. Willy kwam op 1 februari 1943 in Auschwitz om het leven, op 43-jarige leeftijd. Rond dezelfde tijd stierf hier ook zijn zwager Michel Fregge (zie onder).
53. [] S Ivy Gerharda Fregge-Morpurgo, Amsterdam, 19 november 1906. Volgens De Bye was zij een zuster van Willy Albert. Zij trouwde met de verpleger Michel Fregge (Amsterdam, 24 oktober 1903). Het echtpaar kreeg zes kinderen: Leo (30 november 1929), Annie (20 november 1930), Jack (22 mei 1932), Mia (9 november 1932?), Albert (7 augustus 1935) en Netty (22 januari 1937). Vermoedelijk is 1932 bij Mia een verschrijving voor 1933 of 1934. Hun laatst bekende adres is de President Brandtstraat 50-II in Amsterdam. Zij woonden daar samen met een ander groot gezin, Harpman-Levie, met vijf kinderen. Ivy Gerharda en haar zes kinderen werden allen op 24 september 1942, twee maanden na het begin van de deportaties, in Auschwitz vergast. Ivy Fregge-Morpurgo was 35 jaar, de kinderen 12, 11, 9, 8 of 7, 6 en 4 jaar. Michel Fregge stierf in hetzelfde kamp op 31 januari 1943, rond dezelfde datum als zijn zwager Willy Morpurgo. Hij was 39 jaar.

Paramaribo Saramaccastr. 1952

Paramaribo, Saramaccastraat, 1952

54. JM Jacques George Nassy, 27 april 1891. De site van Joods Monument schrijft: ‘Jacques George Nassy studeerde geneeskunde te Amsterdam, waar hij op 21 februari 1917 zijn artsexamen aflegde. Hij promoveerde op 10 juni 1918 in Amsterdam op een proefschrift over “Verduurzaming van ‘virus fixe’ in verband met de bestrijding der hondsdolheid in de tropen”. Jacques George Nassy was officier van gezondheid 1e klas in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Hij had een praktijk als huisarts in Amstelveen (Nieuwer-Amstel).’ Jacques George stierf op 11 juni 1942 in Amstelveen, 51 jaar oud.

Gezin Nassy-Polak
55. Judith Louise Nassy-Polak, 4 augustus 1892. Zij was de weduwe van ‘Joost’ Nassy, zoon van Samuel Henry Nassy en Judith Robles. Mogelijk was zij een schoonzuster van de arts Jacques George (zie boven) en zuster van de arts Maurice Samuel Polak (zie onder). Haar ouders waren Samuel Maurits Polak en Esther Elizabeth Gomperts. Van het echtpaar Nassy-Polak zijn drie kinderen bekend: Henry Jules (Paree, 7 april 1925) – Paree ligt op Oost-Java -, Lygya Esther (idem, 20 mei 1926) en Rachel Rebecca (idem, 1 maart 1931). Henry zat in augustus 1941 op de 2e Ambachtschool te Amsterdam. Het laatst bekende adres van het gezin is de Deurloostraat 104hs in Amsterdam. Daar woonde in 1941 ook het echtpaar Bueno de Mesquita-Bueno de Mesquita (zie boven) en in 1943 Blanche Taytelbaum-Levie. Judith Louise en haar dochters Lygya Esther en Rachel Rebecca werden op 28 mei 1943 in Sobibor vergast, 50 jaar, 17 jaar en 12 jaar oud. Henri Jules stierf acht weken later in hetzelfde vernietigingskamp, op 23 juli 1943. Hij was 18 jaar.
56. Leo Jacob Nassy, 11 juli 1924, zoon van Jacob Nassy en Seline Gomperts. Zijn adres in Nederland is niet bekend. Hij werd op 2 juli 1943 in Sobibor vergast. Leo Jacob was 18 jaar.

Gezin de la Parra-Swijt
Drie van de 11 naamdragers de la Parra op de OGS-slachtofferlijst zijn in Nederlands-Indië, 2 kinderen en 1 jongere in Nederland geboren. Ook andere familienamen van slachtoffers komen in zowel Suriname, Nederland, als in Nederlands-Indië voor.
57. Marinus Alfred de la Parra, 12 november 1878, huidarts. Marinus de la Parra studeerde geneeskunde in Utrecht, waar hij op 27 november 1908 zijn artsexamen aflegde. Hij specialiseerde zich in huid- en geslachtsziekten. Hij trouwde in Paramaribo met Jansje Swijt; Henri Jacques (‘Hans’), Herman Marinus en Max zijn kinderen van dit echtpaar (zie onder). Na de Eerste Wereldoorlog vertrok het gezin naar Amsterdam. Marinus Alfred de la Parra woonde en hield praktijk in de Sarphatistraat 97 in Amsterdam en daarnaast had hij ook een praktijk aan de Lutmastraat 7 en in de Marnixstraat 321 en, alleen voor joodse patiënten, in 1942 aan de Noorder Amstellaan 123 (zie J.H. Coppenhagen, Anafiem Gedoe’iem. Overleden joodse artsen uit Nederland 1940-1945 (Rotterdam 2000) 125). Het laatst bekende adres van het paar De la Parra-Swijt was De Lairessestraat 115 in Amsterdam. Marinus Alfred de la Parra kwam op 30 oktober 1944 in Auschwitz om het leven, evenals zijn vrouw. Hij was 65 jaar.
58. Jansje (‘Jeannette’) de la Parra-Swijt, 21 juni 1884, echtgenote van Marinus Alfred, moeder van Henri Jacques, Herman Marinus en Max. Zij was mogelijk familie van Rebecca Fernandes-Swijt (1870), Cornelia Tellina Vas Nunes-Fernandes (1896) en Celine Telline Swijt (1905). Jansje de la Parra-Swijt kwam op dezelfde plaats en dag om het leven als haar man. Zij was 60 jaar.
59. Henry (‘Hans’) Jacques de la Parra, 22 april 1907, zoon van Marinus Alfred en Jansje de la Parra. Tandarts. Hij trouwde en kreeg twee kinderen: Myrna Jeannette (Amsterdam, 5 januari 1936) en Glanda Marianne (idem, 19 februari 1938). Het laatst bekende adres van het gezin was Beethovenstraat 118hs, Amsterdam. De dochters, 8 en 6 jaar, werden op 1 oktober 1944 in Auschwitz om het leven gebracht, vier weken voor hun grootouders. Hun moeder overleefde. Henri Jacques de la Parra stierf vijf maanden later in Bergen-Belsen, op 20 februari 1945. Hij was 37 jaar.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter