blog | werkgroep caraïbische letteren

Shrinivási – ‘Eigen herkenbare stem belangrijk bij poëzie’

door Audry Wajwakana

Paramaribo – De Schrijversvakschool Paramaribo trakteerde haar studenten woensdagavond op een flink potje poëzie. De lezing ging over de laatste dichtbundel Hecht en Sterk van Shrinivási. De taalkundige Geert Koefoed nam speciaal voor deze gelegenheid op chronologische wijze enkele werken van Shrinivási door.
Authenticiteit
Volgens hem heeft Shrinivási een manier van dingen verwoorden, die schilderachtig aandoet. “Door de jaren heen is die stijl veranderd, maar wel herkenbaar gebleven. Dat is de authenticiteit van Shrini.” Koefoed doelt op het ‘hoogstaande’ taalgebruik dat Shrinivási bij zijn eerste dichtbundels aanhield met ‘gij’, ‘u’ en hoofdletters. En dan toch weer het alledaagse, moderne taalgebruik toepaste, waarin de woorden ‘jij’, ‘hij’ en zelfs ‘lullen’ in voorkomen. Het laatste was zeer ondenkbaar in de poëtische taal toen. Het is volgens Koefoed aan elke dichter gelegen, een eigen herkenbare stem te hebben. “De thematiek is van iedereen, maar de manier van zeggen maakt het dichterschap uit”, vindt Koefoed. De dichter hanteert volgens de taalkundige een heel erg zintuiglijk dichterschap. Dat is volgens hem de basis van Shrinivási’s dichterschap om heel ‘beschilderend’ te schrijven, waarbij hij elk detail beschrijft. “Daaruit komt zijn beeldspraak voort. Als poëet moet je je blijven verwonderen voor de dingen om je heen”, gaf de inleider de studenten als advies. “Dit is wat Shrini doet.”
Gedichten analyseren
Urmi van Leeuwaarde, docente poëzie aan de Schrijversvakschool, is ingenomen met het feit dat Koefoed bereid was ook een lezing voor studenten te verzorgen. “Hij kan gedichten heel prachtig analyseren. Wij weten dat Koefoed erg gecharmeerd is van de werken van Shrinivási.”
In Hecht en Sterk heeft Koefoed het nawoord geschreven. “Mijn relatie met de dichter dateert vanaf 1968 in de periode toen ik nog les gaf in Suriname. Hij kwam vaak bij mij thuis met zijn gedichten en daardoor is er een vriendschap tussen ons ontstaan. We kennen elkaar nu al vijfenveertig jaar.”
In 1984 heeft Koefoed meegewerkt aan de bloemlezing Een weinig van het andere. De taalkundige komt sinds 1987 elk jaar naar Suriname. “Dit jaar heb ik de gelegenheid aangegrepen om namens de uitgever het boek onder de aandacht te brengen”, besluit hij.
[uit de Ware Tijd, 22/02/2013]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter