blog | werkgroep caraïbische letteren

Shrinivási 90

door Michiel van Kempen

Vandaag, 12 december 2016, wordt Shrinivási, de grand old man van de Surinaamse poëzie, 90. Een felicitatiegroet.

shrini-szulc

Shrinivási. Foto © Michel Szulc-Krzyzanowski

 

Nu dertig jaar geleden was aan het begin van de uitzending van de Surinaamse Televisie Stichting het gedicht ‘Suriname’ te horen, elke avond opnieuw. U kent het ongetwijfeld, het is één van Shrinivási’s bekendste gedichten, door allerlei mensen voorgedragen en ook door Raj Mohan gezongen in een vertaling naar het Sarnami.

Dit land
heb ik gekozen
hier geplant
in het getij van
de dagen en nachten
mijn leven,
bij de schrokkige zee
die het strand
van mijn hart
aanvreet en
stuk slaat
op gezette tijden,
maar in een vergevingsgebaar
legt tussen de wortels
van wanhoop
kust voor latere geslachten.

We luisterden ernaar, omdat we de moed al hadden opgegeven om Radio Nederland Wereldomroep goed te ontvangen: die was voorzien van een snerpende stoortoon door de totalitaire voorhoede die na de zogenaamde revolutie van 1980 aan de macht was gekomen. Shrinivási zal er niet blij mee geweest zijn dat zijn poëzie gebruikt werd als vlag op de modderschuit van dit legergroene nationalisme. Annexatie van geestelijk erfgoed voor malafide hergebruik: het was Anton de Kom ook al overkomen. Het overkomt natuurlijk veel goede teksten dat ze worden ingezet binnen een context waar ze nooit voor bedoeld waren. Shrinivási’s gedicht was al in 1968 verschenen in zijn bundel Pratikshá (Verwachting), die deels het resultaat was van zijn ‘Cubaanse periode’: de Shrinivási met Che Guevara-alpinopet. Ik kan me niet herinneren dat ik Shrinivási ooit gevraagd heb wat hij nou van het gebruik van zijn gedicht vond. Misschien zag hij de ironie van de situatie wel in, dat juist van hem, de vrijheidsminnaar, een gedicht het vijandelijke kamp werd binnengehaald waarin er sprake is van wanhoop én vergeving.
Shrinivási woonde in die jaren aan de Verlengde Mahonielaan in Paramaribo in een houten huisje, pal naast het huis van zijn ouders, waar hij later zou intrekken – het is te zien in de OHM-documentaire Verlangen niet, en eindelijk geen verdriet die Ram Soekhoe in 2001 over hem maakte. Je ziet hem bezig in de keuken, terwijl de glasgordijnen als door een magische hand worden opgetild.
Van de opnames voor die film is me vooral een scène bijgebleven die – in het heetst van het jaar – werd opgenomen in de Cultuurtuin. Ik herinner me die scène, omdat we een bepaalde vraag vier of vijf keer moesten overdoen. We hadden natuurlijk een voorgesprek gehad en dat ging over de aandacht die de verschillende dichters hadden gekregen ten tijde van het tijdschrift Moetete. Shrini keek nogal kritisch aan tegen die tijd, maar zodra de camera draaide leek het alsof hij in een ander kostuum gleed en naadloos samenviel met het beeld dat ook toen al van hem bestond als ‘de dichter van de verzoening’.
Op een bepaald moment liep er een voorbijganger in het beeld die iets tegen Shrini zei, terwijl deze juist aan een lange monoloog bezig was. In één beweging door nam Shrinivási hem waar met zijn grijs-blauwe ogen, groette terug en ging onverstoorbaar door met zijn verhaal. Die superconcentratie moet wel ten grondslag liggen aan de bijzonder scherpe en fijnzinnige observaties in zijn poëzie. Je zou het bijna vergeten, maar de poëzie van Shrinivási is allerminst politiek correct, hij is dan wel vaak mild in zijn conclusies, zijn observaties zijn even zo vaak zo scherp als een scheermes. Shrinivási heeft nog ’t meeste weg van zo’n auto met een 360-graden-camera van Google Earth of Tomtom: die auto registreert alles, maar je ziet niet wat er van binnen gebeurt. En ook bij Shrinivási zou je kunnen zeggen dat al zíjn opnames resulteren in een kaart, een mentale kaart welteverstaan, een kaart van de samenleving gegoten in de mal van een volstrekt eigen poëtica.

De dichter die zingt over het land ‘Tussen de Marowijne/ en de Corantijn/ de zee en de zuidgrens’ (het gedicht ‘Moedertaal’) is allerminst de heraut van welke politieke gezindheid, filosofie of religie dan ook. Het eenheidsbeleven dat Shrinivási in enkele van zijn prachtigste gedichten belijdt, is geen politiek-correct idee van nationalistische snit, het is evenmin het cerebrale product van de denker, de intellectueel, nee, bij Shrinivási is het van genetische aard: zijn overgrootouders waren Brits-Indische immigranten, van moederszijde uit Uttar Pradesh in Noord-India, van vaderszijde uit Andhra Pradesh in het zuiden van India. Zijn vader was katechist-onderwijzer op de Sint Vincentiusschool, katholiek, zijn moeder luisterde naar de islamitische namen Husain Bibi Mohamed Sha. Het genoom van de dichter Shrinivási valt naadloos samen met het genoom van de mens Martinus Haridat Lutchman. Drie religies, drie culturen, rie continenten.
Dat is ook wat ik probeerde uit te drukken met de drie kwatrijnen die ik schreef ‘voor een echte dichter’ in de jubileumbundel die Effendi Ketwaru en ik tien jaar geleden, bij zijn 80ste verjaardag, voor Shrinivási samenstelden. Met twee ervan wil ik hier eindigen en de derde heb ik voor deze gelegenheid geschreven:

I

Je ziet me aan, wat is er aan de hand?
Je kijkt me aan maar ziet me niet
Alsof de wereld door je iris vliedt
Ik begrijp: ik zit al aan je binnenkant

II

De mensen willen je naar hún beeld en gelijkenis kneden
als een golem, uit modder, zwijgend en zonder rede,
een dommekracht, zeven maal omlopen: “Shanti, shanti, dahat, dahat”.
Zij lezen slechts hún waarheid en miskennen de échte schat.

En een nieuw kwatrijn:

Voor Shrini’s 90ste verjaardag

Cellen sterven, genen niet
Het genoom hecht zich aan het vlees van de poëzie
Leven berst uit papier en inkt
En jij met je priemend-grijze ogen waakt dat dat leven niet verdrinkt

 

jubileumbundel

 

[Toespraak uitgesproken bij de viering van Shrinivási’s 90ste verjaardag in Theater De Vaillant, 10 december 2016.]

1 comment to “Shrinivási 90”

  • Beste Michiel,

    Mooi dat je Shrini nogmaals in het zonnetje zet. Hierbij ook mijn felicitaties!
    Ik maak graag een kanttekening: de film heb ik samen met Elles Tukker (en jou) gemaakt.

    Hartelijke groet,

    Ram Soekhoe

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter