blog | werkgroep caraïbische letteren

Schaamte

door Pim de la Parra

.
Vorige maand was ik gastheer van twee owru mati’s met wie ik vroeger op de Hendrikschool en de AMS heel wat kattekwaad heb uitgehaald. De een woont in San Francisco en de ander in Rotterdam. Ik zal ze hier Henk en Ramon noemen, maar dat zijn schuilnamen. Omdat we elkaar meer dan een halve eeuw niet hadden gezien, was onze reunie in Switi Sranan best even wennen.

Maar toen we onze herinneringen met elkaar deelden, waren we in no time weer terug in onze tienerjaren. Ons saamhorigheidsgevoel bleek zo verjongend, dat we de tijd vergaten en liefst bij elkaar wilden blijven om in Kwatta, Wanica of Para op safari te gaan, zonder enig vooraf bepaald doel, en zonder dat onze ouders zouden weten waar we uithingen. In de gehuurde auto van Henk bevonden we ons bij onze eerste ontmoeting midden in de nacht ergens in de buurt van Onverwacht, toen Ramon zich opeens herinnerde dat hij vroeg in de ochtend had afgesproken met zijn hoogbejaarde tante in haar verzorgingsflat. We keerden terug naar de stad en spraken af elkaar heel snel weer te zullen zien.

bananenpalm

foto © Aart G. Broek

Onze hernieuwde kennismaking was voor ons allen heel verrijkend. In korte tijd heb ik veel geleerd over flexibiliteit, waarvan de essentie is dat je bereid bent om dingen los te laten. Henk en Ramon zijn allebei weduwnaar en net als ik grootvader. Ze maken allebei een heel vitale indruk en zien er minstens vijftien jaar jonger uit. Ze zwemmen, golfen en tennissen en Henk loopt al jaren de New York Marathon. Ze zijn niet opnieuw getrouwd maar hebben allebei een vaste vriendin. Ramon bekende dat hij en zijn vriendin geen sex meer hebben en dat hij dat niet erg meer vindt. “Ik ga mee met wat het leven brengt”, zei hij. “Het heeft geen zin om tegen de stroom van het leven in te roeien; dat levert je alleen maar frustratie op.”

Henk, de jongste van ons drieën, zei: “De dood van Sonja was een grote schok voor me, maar daardoor was ik gedwongen om alles los te laten. Als je het verleden niet achter je durft te laten, dan kun je het onbekende niet leren kennen. Ik vertrouw helemaal op wat de kosmos met me voorheeft en leef onbezorgd van dag op dag.”

agb-2013.curacao - kopie

foto © Aart G. Broek

Het weerzien met hun geboorteland was voor beiden wel een schok. Ramon, die Amerikaans staatsburger is, kon niet begrijpen waarom allerlei fundamentele zaken niet beter zijn geregeld. Henk, die een Nederlands paspoort heeft, vond het onvergeeflijk dat de halve stad na een stevige regenbui nog steeds onder water loopt. Beide mannen vroegen zich af wat er met mij aan de hand was om zo bewust te remigreren, terwijl er hier geen infrastructuur is om films te kunnen maken. Ieder van hen voelde zich nog wel een beetje thuis in Suriname, maar ze wisten zeker dat ze hier niet echt gelukkig zouden kunnen zijn. Daarvoor ontbrak er toch te veel waar ze aan gewend waren geraakt en dat bij een modern leven zou horen. “Ik zou me schamen als ik hier zou wonen,” zei Ramon.
“Voor wie of wat zou je je dan schamen?” vroeg ik. “Ik woon hier alweer twintig jaar en ik schaam me nergens voor en hoef me ook nergens voor te schamen!”, zei ik. Ze keken me met strakke tronies aan en zwegen allebei.
Bij onze laatste ontmoeting bekende ik aan Ramon dat ik wel kon begrijpen en aanvoelen waarom hij dacht dat hij zich zou schamen als hij hier zou wonen. Dat ik in het begin van mijn remigratie ook wel zo’n gevoel van schaamte heb gekend. Schaamte dat de dingen in je geliefd Mama Sranan niet zijn zoals je zou willen dat ze zijn. Dat ze niet zijn zoals ze zouden kunnen zijn. Maar dat ik gaandeweg ging inzien dat deze schaamte nergens voor nodig is. Dat schaamte vaak niets anders is dan misplaatste hoogmoed. Dat gevoelens van schaamte ons met de paplepel zijn bijgebracht door onze ouders, opvoeders en leraren. Dat zogenaamde schaamte niet mogelijk is als je ophoudt om mensen, dingen en verschijnselen met elkaar te vergelijken. Dat een dier geen schaamte kent en dat schaamte niet meer is dan een beschavingsneurose van de human animal.

cocospalm

foto © Aart G. Broek

Zolang je geloof hecht aan het idee-fixe van “vooruitgang”, zolang zul je je kunnen schamen voor je vermeende onderontwikkeling. Als je eenmaal inziet dat er in werkelijkheid geen vooruitgang bestaat, en dat alles gewoon is zoals het is, bestaat er voor jou nooit meer schaamte.

‘Schaamte’ is ontleend aan het katern Mens & Maatschappij in De Ware Tijd, 21/22 mei 2016.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter