blog | werkgroep caraïbische letteren

Prasi-oso

door Nellie Bakboord

Vraag wat een prasi-oso is, en je krijgt verschillende antwoorden en vragende blikken. De laatste reactie krijg je voornamenlijk van jonge Surinamers. Een reden te meer over prasi-oso te schrijven. Een prasi-oso is een woning gebouwd op het erf van een ander. Een erfwoning.

Niets bijzonders, maar hier wil ik het hebben over de prasi-oso waar bewoners niet beschikken over eigen bad, noch toilet of stromend water. Voor op het erf staat een kraan voor gezamenlijk gebruik. Deze erfwoningen zijn woningen, die we liever vergeten of ontkennen dat ze bestaan. De prasi-oso verscholen achter de prachtige herenhuizen in de binnenstad van Paramaribo. Het wordt tijd dat in Suriname een begin wordt gemaakt met het grondig renoveren van dit stukje cultureel erfgoed.

Officieel heet ik Petronella Maria Bakboord en ik ben geboren op 6 januari 1954 in Paramaribo. Na de 5e klas, (st. Elisabethschool) vertrekken wij in 1965 met het hele gezin naar Nederland/Amsterdam.
Vervolgens studeer ik af aan de Sociale Academie in Amsterdam. Zonder de studie politicologie af te ronden, vertrek ik in januari 1986 met mijn man en 2 kinderen naar Paramaribo. Hier blijf ik wonen en werken tot december1996.
Ik woon en werk nu weer in Nederland en heb inmiddels drie kinderen. Naast mijn werk als coördinator in Amsterdam-Zuidoost van een onderwijsondersteunend project schrijf ik in mijn vrije tijd tweewekelijks een column voor
de Ware Tijd (Nederlandse versie).
Ik hou van lezen, schrijven, theater, koken, van lol maken en lachen.

Als ik terugdenk aan een prasi-oso, dan ga ik behoorlijk terug in de tijd. Mijn grootvader woonde in de Stoelmanstraat. Hartje stad. Op een steenworp afstand van het voormalige theater Star. Een tijdlang stond er een benzinepompstation, nu is het een grote open plek. Het huis was geen grote woning, maar het feit dat er op het erf een aantal erfwoningen stonden, maakte dat mijn opa best een beetje een voorname positie in de samenleving innam.

Op het erf kwam ik nooit. Waarom niet? Dat heb ik nooit geweten. Als ik bij opa binnenhuppelde, was op dat moment voor mij niets belangrijker dan op zijn schoot zitten en gezellig bij het raam genieten van een slokje van zijn ijsthee. Een groot glas, goed gevuld met klontjes ijs. Opa had, zittend op zijn hobbelstoel, zijn vaste plekje bij het raam. Tussen de houten jaloeziëen kon je ongemerkt gluren naar passanten, terwijl het verkeer voorbij raasde.

De Stoelmanstraat was toen al een vrij drukke straat. Ik kan me levendig voorstellen dat opa flink zat te genieten. Dat er gezinnen in de erfwoningen woonden, was alles wat ik me kan herinneren. Toen ik onlangs ernaar informeerde, bleek dat de erfwoningen niet bouwvallig waren en dat het een vrij breed erf was.

Schoon
Een andere ervaring met erfwoningen was die op het achtererf bij mijn oom en tante, die met hun kinderen in een bovenwoning recht tegenover hotel Torarica woonden. Op het erf stonden vier erfwoningen. De woningen zagen er heel goed uit en het erf werd goed schoon gehouden door haar bewoners. Ook op dit erf kwam ik niet. Als wij op bezoek gingen bij tante dan gingen wij op bezoek bij tante.

Ik weet nog heel goed dat ik door de houten jaloeziëen van het keukenraam met een tikkeltje jaloezie keek naar de dyonpofutu spelende kinderen. Er woonden grote gezinnen en het zag er altijd gezellig uit met hier en daar moeders die al vegend of harkend tori stonden te praten.

Toen maakte ik rond mijn veertiende kennis met De Plee en andere verhalen van de schrijver Dobru. Robin Raveles. Dobru verhaalde over de ellende waarin talloze medemensen op smerig stinkende erven in Paramaribo leefden. Ik herkende dat beeld niet.

Aanklacht
Dan achterhaal ik dat sinds 1964 men wekelijks de ene aanklacht na de andere over de mensonterende wantoestanden van de hand van Dobru kan lezen in het dagblad De Vrije Stem. Wat hebben deze aanklachten opgeleverd? ‘A prasi fu Bigi Dorsi’ is één van de meest bekende erfwoningen waarover Dobru schrijft.

Door Dobru leer ik dat het leven op de prasi-oso mensonterend en erbarmelijk is en allesbehalve een vrijwillige keuze om er te wonen. Natuurlijk is niemand in Suriname trots op deze erfwoningen, maar je treft ze nog wel, in onveranderde staat in de binnenstad van Paramaribo. Gelukkig geen nieuws voor wie er ooit de scepter zwaait of zwaaide. Politici zijn op de hoogte. Bij volkstellingen weten ze de erfwoningen te betreden en bij verkiezingen worden erfbewoners for the time being op handen gedragen.

Wie met eigen ogen een stukje leven op een prasi-oso wil zien hoeft slechts lichtjes de nengredoro, de deur aan de zijkant van een herenhuis, open te duwen. De aanklachten van Dobru staan nog steeds recht overeind. En zitten hopen dat er een eind wordt gemaakt aan de vele krotwoningen die Paramaribo rijk is, is geen optie.

1 comment to “Prasi-oso”

  • Holo Nellie onlangs wil de ik iets over prasioso weten en ik kreeg jou in beeld, misschen een oud plaatje maar goed voor mij is het nieuw gtoed stuk groet Ray

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter