blog | werkgroep caraïbische letteren
2
 

Populisme en culturele vervlakking: De tragiek van de Rijksgenoten

door Quito Nicolaas

Binnenkort moeten we naar de stembus om op 15 maart a.s. niet alleen een oordeel te vellen over de zittende regeringscoalitie, maar tevens een nieuwe ploeg aan te stellen die het vertrouwen van de kiezer voor de komende vier jaren geniet. De voorgaande Tweede Kamerverkiezingen werden gedomineerd door de issues veiligheid en integratie, die nagenoeg door iedere partij tot speerpunt van beleid werden gemaakt. Een binnenlands issue om de aandacht van de kiezer af te leiden, terwijl Nederland sinds 2008 de gevolgen van de economische crisis ervoer en steeds meer bedrijven over de kop gingen. Begonnen in 2007 als een crisis op de huizenmarkt in de VS, sloeg het in 2008 over in een bankencrisis en vervolgens naar Europa. Ook de eurozone kende intern met de financiële rompslomp rond Griekenland een eigen crisis, die tijdelijk werd uitgeblust. In Nederland besloot men tot allerlei bezuinigingen en vooral de culturele sector moest het ontgelden. Tal van gerenommeerde instituten als de bibliotheek van het Koninklijke Instituut voor de Tropen (KIT) en het NiNsee moesten haar deuren sluiten.

Pastel van Jo Anemaet

Het Integratiedebat
De meeste partijen hameren er op dat migranten zich aan de normen en waarden moeten houden, alsof het een wet is waaraan iedereen zich dient te houden. Daarbij gaat men er aan voorbij dat elke migrantengroepering een eigen cultuur kent en als zodanig de eigen culturele beleving ontneemt. Zelfs de overlegorganen met de overheid – zoals de OCAN voor de Arubanen en Antillianen en de Turkse en Marokkaanse inspraakorganen zijn opgedoekt. Grondslag voor een geslaagd integratiebeleid is dat er sprake is van een signaleringssysteem dat de knelpunten op socio-economisch vlak inventariseert om beleid er op af te stemmen. Het getuigt van enige kortzichtigheid dat het overheidsbeleid bijna uitsluitend gericht is op die migrantengroeperingen die het hardst schreeuwen. Als maatstaf voor een goed functionerende democratie geldt dat migranten op de arbeidsmarkt behoren te participeren, maar de werkeloosheid onder deze groepen is nog steeds excorbitant hoog. Ter vergelijking de werkloosheid in 2015 bedroeg – volgens het CBS – onder niet-westerse allochtonen 15.2% tegenover 8.6% onder westerse allochtonen. Wat je wel in de media hoort en leest is dat de werkeloosheid onder migranten – en met name onder jongeren – aan henzelf te wijten is, en daarmee een hele generatie stigmatiseert alsof men liever in de bijstand zit. Nu pas blijkt dat het Centraal Plan Bureau het bestaan van arbeidsmarktdiscriminatie, een fenomeen dat reeds in de jaren ’80 de kop opstak, onderkent. Opzienbarend is dat ook hoogopgeleiden over een kam worden geschoren en evenals mbo’ers en hbo’ers niet aan de bak komen. De werloosheidscijfers voor 2015 tonen aan dat het met de niet-westerse allochtonen ronduit slecht is gesteld: Antillianen/Arubanen (17%), Surinamers (14%), Turken (14.2%) en Marokkanen (18.2%). Hoe kan de overheid verlangen dat een migrant integreert, terwijl men in maatschappelijk opzicht aan de kant wordt gezet en het gezin in een isolement verkeert. Een dergelijk integratiebeleid dat op een pootje hinkt, heeft weinig kans van slagen. Dan moet het niet vreemd overkomen als migranten in beweging komen. De houding onder bestuurders en parlementariërs van ‘de andere kant uitkijken’ heeft tot gevolg gehad dat migranten minder vertrouwen hebben in het Nederlandse politieke systeem en heeft ertoe geleid dat partijen als DENK en Art. 1 werden opgericht. Deze nieuwkomers zullen een ander geluid laten horen, maar niet dat hun invloed direct merkbaar zal zijn.

 

Gesloten samenleving
Na nagenoeg 75 jaar in Nederland heeft de Arubaanse en Antilliaanse gemeenschap zich niet in grote getallen geëmancipeerd en is niet, een enkele uitzondering daargelaten, doorgedrongen tot de hogere echelons in de publieke en private sector. Deels is dit te wijten aan het feit dat vanaf de jaren ’80 een aanhoudende stroom van laagopgeleiden naar Nederland kwamen op zoek naar werk, terwijl de industrieën al volop bezig waren met hun automatiseringsprocessen. De meesten kiezen er ook voor om in eigen kring een oplossing te vinden in plaats zich verder om- of bij te scholen om uit de spiraal te ontsnappen. Het ontbreken van een inkomen en vaste structuur in hun leven leidde tot een andere invulling van vertier: feesten, alcoholmisbruik, hangen op straat, in de schulden raken en de pkleine criminaliteit als alternatief voor het ontvangen van een uitkering. Dit patroon onder de rijksgenoten voltrok zich van generatie op generatie en is het adagium Biba pa Biba (Leven om te leven) geworden. Om hen heen speelde zich op grotere schaal hetzelfde fenomeen af door de vervlakking in de maatschappij en daarom was dit soort gedrag in de achterstandswijken voor de meesten niet opvallend.
Nederland is altijd een gesloten samenleving geweest en zelfs de pas afgestudeerden konden moeilijk als gevolg van subjectieve factoren aan een emplooi komen. Van de andere kant geeft de afgestudeerde de voorkeur om terug te keren in plaats van wat langer te blijven om een lokale gemeenschap op te bouwen. Tevens ontbreekt het aan voldoende leidersfiguren in de gemeenschap die zich continu in de gevoerde debatten kunnen mengen en het standpunt vanuit een migrantenperspectief kunnen belichten. Komt nog bij dat het aantal landgenoten dat zich verkiesbaar stelt voor de gemeenteraads-, Tweede Kamer- of provinciale verkiezingen niet veel is om als rolmodel te dienen. Deze beeldvorming werd verder versterkt door o.a. het lage opkomstpercentage bij de verkiezingen. Zodoende is men de Arubaanse en Antilliaanse gemeenschap gaan beschouwen als individuen zonder een geschiedenis, cultuur en ambitie. Mutatis mutandis geldt dit ook voor de Surinaamse groep en zijn beide groepen om die reden geen factor van betekenis bij de verkiezingen.

Paramaribo. Foto © Theo Hiemcke

Literaire vervlakking
Het populisme richt zich niet alleen op het bestaan van kwetsbare groepen in de samenleving, maar doet dat ook op een pamfletachtige wijze, zonder enige verdieping, zo dat men erin gaat geloven. In een maatschappij waar alles nog sneller tot stand moet komen, heeft men geen oog meer voor de details en neemt genoegen met het voorgeschotelde verhaal dat tot weinig nadenken aanzet. Zo ontstaat een natuurlijke manier van denken die grenst aan oppervlakkigheid, vol met clichés. De vervlakking binnen de literatuur treedt op als wekenlang in de CPNB top tien boektitels als o.a. Neem een geit (Claudia de Breij), Killer body dieet (Fajah Lourens) of De wereld volgens Gijp (Michel van Egmond) als nr. 1 staan genoeeerd. Uiteraard zijn het de verkoopcijfers van dit soort doe-het-zelf- of persoonlijk-dramaboeken die bepalend zijn voor een nr. 1 positie, maar dit gegeven zegt veel over het lezerspubliek.
Met het opheffen van de bijzondere leerstoel Caribische letteren (2006-2015) ontbreekt een belangrijke schakel in het proces van scholing en onderzoek, teneinde een bijdrage te leveren aan een betere positionering van de Caribische literatuur. De opheffing van de leerstoel moet in samenhang worden gezien met het sluiten van o.a. het Ninsee en de KIT. Echter onze Caribische literatuur is ook aan deze neergaande spiraal debet, daar het voor een groot deel is blijven klijven aan thema’s als liefde, ouders-kindere relatie, emigratie, discriminatie, achterstelling en armoede zonder de nadruk op een structurele benadering hiervan. De Caribsiche literatuur stond hiermee niet altijd in een dialoog met de Nederlandse, om de omissies en bestaande beeldvorming van land en volk aan te vullen. Anderzijds zijn het de tijdschriften als o.a. Schrijven, tv-programma’s als DWDD en dagbladen met een literaire bijlage die een cordon sanitaire optrekken tegen het fenomeen van Caribsiche schrijvers of migrantenschrijvers. In plaats van aandacht te besteden aan Caribische literatuur van eigen bodem, wordt deze vervangen voor de bespreking van een bestseller in de VS of Afrika. Hierdoor ontstaat een door de media geschapen beeld dat Antilliaanse/Caribische schrijvers niet deugen en van minder kaliber zijn. Caribische schrijvers als o.a. Giselle Ecury, Jacques Hermelijn, Denis Henriquez en Eric de Brabander kunnen niet opboksen tegen de bestsellercultuur.

 

 

Ook Ronny Lobo bokst op tegen bestsellercultuur

De lezer is tegenwoordig veelal via Facebook en Instagram met zichzelf bezig in plaats van zich om de realiteit van migranten te bekommeren. Deze verwijdering tussen de ene dominante en de andere ondergeschikte cultuur heeft altijd bestaan en is thans niet enkel alleen op basis van klasse-indeling of etnische lijnen ingedeeld. Tegenwoordig ziet men – bij hoge uitzondering – een roman verschijnen die meer gericht is op geëngageerde onderwerpen, met personages die tot de hogere klasse behoren en de verhouding tussen de voormalige kolonies en het Europees moederland beschrijft. Over de gehele linie, vergeleken bij buurland Groot Brittannië, gebeurt er niet zo gek veel in Nederland. Alleen het Koninklijke Instituut voor Taal, land en Volkenkunde (KITLV) houdt zich en passant bezig met onderzoek in het Caribisch gebied. Grote mondiale en regionale vraagstukken die van invloed kunnen zijn op de betrekkingen tussen het Europees en Caribisch deel worden niet opgepakt. Een opeenstapeling van voornoemde factoren leidt tot een intellectuele vervlakking van hoe je naar maatschappij en samenleving kijkt. Terwijl meer theoretisch, empirisch, cross-cultural, interdisciplinair, kwantitatief of kwalitatief onderzoek moet plaatsvinden om wat meer te weten te komen over de geschiedenis en samenleving van de eilanden.

.
Nieuwe beweging
Als tegenreactie op het groeiende populisme en het gevaar dat meerdere partijen die kant opschuiven, hebben de afgelopen jaren tal van initiatieven geresulteerd in een beweging. Met de Zwarte Pietdiscussie is een eerste poging ondernomen om de doorwerking van het racisme ter discussie te stellen. Alhoewel men vaak nogal laconiek doet over de discussie en de argumenten die aangevoerd worden niet serieus neemt, aan zwaarwegende motieven voor het behoud van dit ‘’kinderfeest’’ ontbreekt het vooralsnog. Met de Black lives matter too- en de What happened to racism?-beweging probeert men het institutioneel racisme in de samenleving aan de kaak te stellen. Daar waar het Anti-discriminatie buro (ADB) niet verder voorziet dan een registratie van een melding, gaan sympatisanten nu de straat op om hun ongenoegen kenbaar te maken. Ook de oprichting destijds van Caribisch Uitzicht als platform voor gedachtenuitwisseling, webshop BookIsh Plaza die gespecialiseerd is in Caribische literatuur en de leesclub Dutch Caribbean Book Club zijn de nieuwe schakels die het maatschappelijk proces in goede banen dienen te geleiden. Vanuit uitgeverij Amrit en In de Knipscheer worden steeds meer literatuur met een nieuwe kijk op het verleden en de huidige samenleving uitgegeven.


Pluriformiteit
Als ik op 16 maart wakker wordt dan dreunt de verkiezingsuitslag nog door mijn hoofd en staan we voor een nieuw tijdperk als derderangsburgers. Geen van de partijen durfde het aan om de kwestie van Diversiteit aan te kaarten. In 2013 stemden in Almere 1 op de 3 kiezers op de PVV en naar verwachting zal dat nu veel meer zijn, wellicht 1:2. Ondanks hun zwakke positie zijn er nog altijd 14% van de Surinamers en 10% van de Antillianen die op de PVV zullen stemmen. De boze Nederlander zegt dat hij de elite een signaal wil afgeven dat het zo niet langer kan met de vluchtelingenproblematiek, terwijl voorspellingen het migratievraagstuk aanduiden als oorzaak voor het uitbreken van een oorlog. Een ding: Emancipatie van de migrantengemeenschap gebeurt van binnen uit en hoeft niet van buiten af opgelegd of afgedwongen te worden. De Nederlandse kiezer gaat doorgaans naar een Arabisch, Afrikaans, Aziatisch of Zuid-Amerikaans/Caribsich restaurant, maar toch wil men ieder contact met deze migrantengroepen vermijden. En als ze toch de nadruk willen leggen op de normen en waarden, dan kunnen ze bij de Antillianen en Arubanen terecht. Die zeggen ten minste honderd keer op een dag: Bon dia (goede morgen), Bon tardi (goede middag) of staan hun plek af aan een hulpbehoevende. Nederland is gebaat aan een stabiele regering met een sterk internationale oriëntatie. Uit een vergelijking van de verkiezingsprogramma’s qua standpunten van de partijen ten aanzien van de BES-eilanden, blijkt dat alleen D’66 bereid is te streven naar een situatie van gelijkwaardigheid tussen Europa en de drie BES-eilanden. Ook in dit opzicht moet opgemerkt worden dat Nederland in het geval van de zes Caribische eilanden het continuïteitsbeginsel hanteert, hetgeen neerkomt op een voortzetting van het beleid van minister Plaskerk. In elk geval moet Nederland een ‘open society’ worden waar niet alleen een pluriformiteit aan cultuur en religie bestaat, maar ook gelijke kansen worden geboden om vooruit te komen.

2 comments to “Populisme en culturele vervlakking: De tragiek van de Rijksgenoten”

  • Quito, bedankt dat je weer je nek durft uit te steken!

  • Masha bon. Heel goed.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter