blog | werkgroep caraïbische letteren

Pe dede de, a dape lafu de

door Jerry Dewnarain

De laatste parade van Ruth San A Jong is de Caraïbische nominatie voor De Inktaap 2014. Inktaap is dé literaire jongerenprijs van het Nederlandse taalgebied, waarbij leerlingen in het hele Nederlandse taalgebied (Nederland, Vlaanderen, Suriname en de eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen) hun Inktaap kunnen kiezen uit de keuze van de jury’s van de Ako Literatuurprijs, de Gouden Boekenuil en de Libris Literatuur Prijs. Dit jaar komt daar voor het eerst een nominatie uit het Caraïbisch Nederlandstalig gebied bij. Om de culturele uitwisseling met Suriname en de Antillen te versterken is deze vierde titel aan het rijtje toegevoegd.
De verhalenbundel De laatste parade, het debuut van Ruth San A Jong, heeft de dood als thema. Zolang er dood is, wordt erover geschreven en gesproken, maar wie praat er zo graag open over de waarnemingen en rituelen rondom de dood en rouw? De dood  is immers geen gemakkelijk onderwerp. Dood is daarom ongetwijfeld een thema dat in Suriname taboe is. Door onder andere het verhaal ‘De laatste parade’ of ‘De onderbroek’ legt San A Jong veel geheimzinnigheid bloot over bijvoorbeeld het werk van de dinari (lijkbewasser of aflegger. (p. 60) Hilarisch vind ik het verhaal over de onderbroek van Mieke (‘De onderbroek’, p. 75) die een geheime seksuele relatie had met de overledene, Nick. Mieke, minnares van Nick, moest goed afscheid nemen van de overledene, door een (gebruikte) onderbroek van haar in de lijkkist van haar dode minnaar te leggen, met medewerking van een dinari. Hierdoor zou Nicks yorka Mieke met rust moeten laten. Vanwege het intieme karakter van dit specifieke prati-ritueel wordt er meestal geheimzinnig over gedaan. Waar het op neer komt, is dat de overledene zijn/haar partner met rust moet laten en in het bijzonder geen bezoeken met seksuele bedoelingen mag brengen. Hiertoe wordt vaak een kledingstuk met de geur van de partner in de kist bij de overledene gestopt. Vaak is het ondergoed dat de partner in kwestie nog onlangs heeft gedragen. Dat wordt dan onder andere langs de geslachtsdelen van de partner gewreven. ‘Ze begon bij zijn linkerschouder, toen aan de andere kant, zijn gezicht, zijn navel… ik hield mijn adem in: we stopten bij zijn penis. Drie keer ging mijn hand op en neer. De huid van zijn penis voelde kouder aan en iets stijver dan de rest van zijn lichaam…’ (p. 82). Door dit verhaal doorbreekt de schrijfster de taboe of de geheimzinnigheid die er heerst bij het afleggen van een lijk.
De eenvoudige schrijfstijl van San A Jong maakt het lezen van de verhalen plezierig. De keuze van het thema de dood bewijst ook dat de literatuur een wezenlijke bijdrage kan leveren aan het helpen doorbreken van taboeonderwerpen. Dat dit thema jongeren aanspreekt, is duidelijk, want ook jongeren schrijven over de dood. Een voorbeeld hiervan is de jongerenverhalenbundel ‘Ston Oso…’ die uitgegeven is door de Clark Accord Foundation. De Caraïbische nominatie zal ongetwijfeld herkenbaar zijn voor de jonge Surinaamse lezers. De uitslag zal moeten uitwijzen of ook niet-Surinaamse lezers de verhalen van Ruth San A Jong weten te waarderen. In ieder geval is er een goed begin gemaakt door Inktaap om ook boeken uit het Nederlands sprekend deel van het Caraïbisch Gebied te nomineren voor deze literaire jongerenprijs.
Ruth San A Jong: De laatste parade, verhalen. Haarlem: In de Knipscheer, 2011. ISBN 978 90 6265 67 1

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter