blog | werkgroep caraïbische letteren

Na alle rampspoed een sprankje hoop in Haïti

Na de aardbeving van 2010 brachten VN-blauwhelmen niet alleen hulp, maar ook cholera en seksschandalen. Toch begint Haïti op te krabbelen. ‘Haïti is veel stabieler dan voorheen.’

door Nina Jurna

Foto ©Aart G. Broek

Ze had die ochtend uit de waterbron in het dorp gedronken en werd plotseling heel ziek, herinnert Elizabeth Alcindo zich. „Ik kreeg enorme buikpijn, acute diarree en moest overgeven.” Elizabeth kijkt vanaf een afstandje hoe vrouwen rondom de put emmers vullen en op hun hoofd plaatsen. „Ik haastte me toen naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis, waar Cubaanse artsen werkten. Ik bleek besmet met cholera, God en de Cubanen hebben mijn leven gered”, zegt ze stellig.
Hier in het dorpje Bocozelle, twee uur buiten de Haïtiaanse hoofdstad Port-au-Prince, wonen zo’n veertig families rond de enige waterbron, niet ver van de rivier. In 2011 brak hier een cholera-epidemie uit, een half jaar na de aardbeving die aan zeker 300.000 mensen het leven kostte. Het waren met cholera besmette Nepalese VN-militairen die het virus verspreidden. Door slordige waterlozing – hun ontlasting dumpten ze in de rivier – kon het virus zich razendsnel verspreiden. Ruim 10.000 Haïtianen overleden, bijna 800.000 mensen raakten besmet. Terwijl cholera hier al ruim een eeuw niet meer voorkwam.

Lees het artikel op de website van NRC, 22 december 2017.
 

on 24.12.2017 at 9:31
Tags:

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter