blog | werkgroep caraïbische letteren

Mijn opa Mingoen

door Hariëtte Mingoen

Best heftig om over je opa te lezen, in een document waarvan ik het niet verwacht had. Ik was in het Utrechts archief om onderzoek te doen voor 100-jaar kinderhuis Leliëndaal en nam daar jaarverslagen geschreven door zendelingen en directeuren die de leiding hadden over de ‘zendingspost Leliëndaal’ en het kinderhuis Leliëndaal door.

 

In het jaarverslag 1935 van de zendingspost Leliëndaal trof ik een passage aan over het overlijden van mijn opa Mingoen.*) Ik wist door de verhalen van mijn pa en zijn zusjes dat opa jong overleden was, vermoedelijk aan een blindedarmontsteking (volgens één van mijn tantes), maar wanneer en op welke leeftijd hebben ze mij niet kunnen vertellen. Tot nu toe heb ik ook niet in het bevolkingsregister of in het archief naar een overlijdensakte gezocht. Volgens dit jaarverslag overleed mijn opa op 15 oktober 1935. De database Javanen (Gahetna, Nationaal Archief), vermeldt dat mijn opa in 1901 op 7-jarige leeftijd met zijn moeder, Mbok Djogowidjojo, in Suriname was aangekomen. Bij zijn overlijden was hij dus 42, 43 jaar oud. Wat dit voor mijn oma en de opvoeding van hun vijf kinderen, waaronder mijn vader, in die tijd tot gevolg heeft gehad, heb ik in de loop der jaren opgetekend aan de hand van gesprekken met mijn ouders en tantes en ik hoop er een keer over te schrijven.

De zendeling, auteur van het jaarverslag, schreef het volgende: ‘Den vijftienden October werd plotseling van ons weggerukt de ons aller sympathieke Mingoen, jongere broer van Kasan Moekmin, vader van vijf minderjarige kinderen; dit was een gebeurtenis waarop niemand bedacht was, slechts enkele dagen was hij ziek, de dokter behandelde hem, maar constateerde een wending ten goede, tot op een maal de slag kwam; de geheele gemeente was onder de indruk; met dezelfde ernst begon men weer aan de voorbereidingen voor de begrafenis. Zoo brachten ze ook Mas Mingoen naar de laatste rustplaats, vele Mohammedanen volgden de baar, men kende Mingoen goed en achtte hem hoog al was hij christen, de getuigende woorden aan het graf gesproken door collega Maas en Kasan Moekmin en ondergeteekende zullen ook niet zonder betekenis geweest zijn voor deze meelevende harten, ook al hebben wij tot nog toe geen resultaten er van kunnen ontdekken. Met het verscheiden van Mas Mingoen heeft onze gemeente veel verloren, hij was in vele opzichten een hechte steun voor onze kleine gemeente en ook voor het Mohammedaansche deel der ons omringende buren tot een getuigenis, daar hij zich niet schaamde christen genoemd te worden’.

Fijn om te weten dat mijn opa een sympathiek mens was en van betekenis voor de gemeenschap.

 

*) Hij had maar een voornaam Mingoen, geen familienaam. Later toen mijn oom in 1954 naar Nederland wilde vertrekken om te studeren, heeft hij voor de familie besloten om de naam Mingoen als familienaam aan te nemen. Als hij had besloten om de naam van mijn grootoma ‘Djogowidjojo’ aan te nemen, dan zou dat nu mijn familienaam zijn.

 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter