blog | werkgroep caraïbische letteren

Martin Luther King in de mode en Anton de Kom niet*)

Bij gelegenheid van 15 januari, de geboortdag van Martin Luther King, organiseerde de Amerikaanse Ambassade in het Cultureel Centrum Suriname (CCS) te Paramaribo een lezing door Hans Breeveld, getiteld “Dr. Martin Luther King Jr.: de trendsetter en zijn tijd”.

Nu vind ik het lovenswaardig dat Hans Breeveld niet alleen een rolmodel ziet in Martin Luther King zoals hij eerder heeft gezegd, maar zeker ook dat hij daarvan publiekelijk getuigt. De grootheid van King rechtvaardigt dit alleszins. Maar toch ging er iets knagen bij mij toen ik dat las en ik zal u uitleggen waarom.

Ruim een jaar geleden heb ik hier verslag gedaan van lezing van het boek Anton de Kom | Biografie door Alice Boots & Rob Woortman en mijn bewondering daarvoor. Welhaast vanzelf- sprekend betreft die bewondering niet alleen het boek, maar eerst en vooral de vrijheidsstrijder Anton de Kom. Maar, waaraan ik mij in het boek en daarbuiten heb gestoord en nog stoor, is de voortdurende onderwaardering van Anton de Kom in het algemeen en de mijns inziens denigrerende beoordeling die Anton de Kom nog altijd ten deel valt van de kant van Surinamers die beter zouden moeten weten.

Wat er knaagt
In het tweede deel van genoemde biografie, een zoektocht van de biografen die de tijd vanaf De Kom’s dood tot 2009 beslaat, roepen de auteurs een beeld op van de nog steeds geringe kennis van en waardering voor de vrijheidsstrijder en auteur Anton de Kom hier in Suriname. In dit kader zijn twee in de biografie opgenomen getuigenissen relevant, namelijk die van Silvano Tjong-Ahin en die van Hans Breeveld.

(Anton de Kom)

Tjong-Ahin getuigt:
“Sommigen van onze groot- ouders praten over een opruier, een man die geld van Javanen afpakte. In de jaren tachtig is De Kom geportretteerd als een nationalist, die met geweld een vrijheidsstrijd wilde voeren. Maar juist vanwege het feit dat hij werd opgehemeld door de militairen, rijst de vraag wie hij werkelijk was. Het zou goed zijn om meer wetenschappelijk onderzoek te doen, zodat we meer te weten kwamen over hoe De Kom als mens was en wat hij heeft betekend voor de gemeenschap.” (pagina 403/404)

Afsluitend zegt Tjong-Ahin:
“Geschiedenis moet de geschiedenis van de Surinamers zijn, niet van de Hollanders. De geschiedenis moet over Boni en Baron gaan, over Mentor, Codjo en Present en niet te vergeten Jan Matzeliger, de meest ondergewaardeerde Surinaamse voorbeeldfiguur.” (pagina 404)

Het is niet alleen duidelijk dat Tjong-Ahin de biografie nog niet had gelezen toen hij dit zei, maar het is evenzeer duidelijk hoezeer de door het koloniale bewind van meet af aan benadrukte negatieve kwaliteiten van De Kom hem met de paplepel zijn ingegoten, zonder dat hij ooit de moeite heeft genomen daar opnieuw naar te kijken. Om in dit verband Jan Matzeliger de meest onder- gewaardeerde Surinaamse voorbeeldfiguur te noemen is een gotspe: een voorbeeldige uitvinder, maar op geen enkele wijze te vergelijken met De Kom. Mentor, Codjo en Present, hoeveel bezongen ook, kunnen niet aan De Kom tippen.

Hans Breeveld gaat daar nog eens overheen met te verklaren:
“De verdiensten van De Kom voor Suriname worden door sommigen overschat. Wat heeft De Kom in die korte tijd voor Suriname gedaan? Is het niet zo dat hij de Javanen een illusie voorgehouden heeft? Koenders, Dobru, Wim Bos Verschuur, dat zijn mensen die in Suriname een belangrijke bijdrage hebben geleverd.” (pagina 405)

Dobru en Bos Verschuur zijn niet onbelangrijk geweest, maar het zijn figuren van de tweede garnituur, ook al heeft Breeveld dan de biografie van Bos Verschuur geschreven. Koenders is zeker belangrijk geweest, maar op een heel ander vlak dan De Kom, ze zijn gewoon niet te vergelijken.

Kijk, dat ging er knagen toen ik las over Breevelds bewondering voor en lezing over Martin Luther King, want als iemand vergelijkbaar is met King dan is het wel De Kom, die in Suriname helaas nog steeds niet de plaats heeft gekregen die hem toekomt. De structureel foute beoordeling van De Kom is geheel en alleen terug te voeren op de uit angst voortgekomen laster die het koloniaal bewind niet nagelaten heeft te verspreiden.

Hiermee is duidelijk geworden dat Breevelds ogen nog altijd gesloten zijn voor de verzetsstrijder Anton de Kom, die met zijn boek Wij slaven van Suriname in 1934 zijn tijd ver vooruit was. Hij was niet alleen een voorloper van Martin Luther King, maar ook van de op Martinique geboren Franse psychiater, filosoof, revolutionair en auteur Frantz Fanon, die met zijn boek Peau noire, masques blancs uit 1952 ongetwijfeld ook King heeft geïnspireerd. Het wordt de hoogste tijd dat niet alleen Breeveld maar heel Suriname wakker wordt.

*) vrij naar Willem Frederik Hermans.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter