blog | werkgroep caraïbische letteren

Ma Retraite

Wandeling naar de plantaadje Ma Retraite, gelegen achter Paramaribo; in den jaare 1787

Thans treeden wy den tuin van Ma Retraite binnen.
Myn zanglust kon hier licht een nieuwe schets beginnen;
Maar neen! ‘k heb my bepaald by myne wandeling:
Misschien dat ik, hierna, nog eens een veldlied zing
Van uwe vruchtbaarheid en schoone koffiboomen.
Daar komt de landman ons op ‘t gulst verwellekomen……..

door Carl Haarnack

Overigens kennen we in Nederland ook een ‘Ma Retraite’, een buitenplaats in de gemeente Zeist. Hier werd rond 1800 een herenhuis gebouwd. Daarnaast was er een koetshuis met ruimte voor zeven paarden, een koetsierswoning, orangerie, een tuinmanswoning, moes- en tuingronden, compleet met waterpartij. U zult begrijpen dat dit alles gebouwd werd door de familie Nepveu, ongetwijfeld betaald met de winsten uit Suriname. In 1779 overleed Jan Nepveu. Hij liet zijn niet onaanzienlijke kapitaal en zes plantages na aan zijn zoon Laurens Johannes Nepveu (1751-1823). Deze woonde niet in Suriname maar in Nederland. Kort voor zijn overlijden gaat het eigendom van de plantage Ma Retraite over op François Becker. In de loop der jaren is de plantage door uitgifte van nieuwe gronden aangegroeid tot 1288 akkers, inclusief het gebied aan de Suriname-rivier dat als ‘Land van Ma Retraite’ in de archieven wordt beschreven. Koffie en katoen waren de hoofdproducten. De dichter Roos romantiseerde het leven van de slaven (“Uw juk is licht……..”). Na hun gedane arbeid werkten zij op kostgrondjes waar zij pinda en yams (knolgewassen) verbouwden. Ongetwijfeld heeft Roos, die zelf ook plantage-directeur was, een niet helemaal objectieve kijk op het slavenleven. In de roman Codjo de brandstichter wordt ook de plantage Ma Retraite opgevoerd. De slaven zijn hier niet zo tevreden als bij Roos. De slaven lopen weg vanwege de wrede behandeling en verkiezen de onzekerheid van het zwervende bestaan boven het plantage-leven.

Van Hoëvell, die pleitte voor afschaffing van de slavernij, schets het volgende beeld van Ma Retraite:

“Ten noorden der stad liggen de plantages ‘Ma Retraite’ en ‘Tourtonne,’ beide beplant met bananen, koffij en kakao. Ze voorzien voor een groot gedeelte in de behoefte aan bananen van Paramaribo. De rijweg naar Tourtonne is een der aangenaamste wandelwegen om de stad; een laan van zware oude tamarindeboomen biedt een verkwikkenden lommer, en de tusschen eene heerlijke tropische vegetatie verscholen landhuizen leveren hier, gelijk elders in de omstreken der stad, even bevallige als prachtige gezigten op”.

Ten tijde van de afschaffing van de slavernij is de plantage eigendom van ene S.A. Samuels. Het aantal slaven is behoorlijk teruggelopen. Samuels ontvangt in 1863 voor in totaal 69 slaven een schadeloosstelling (fl. 300,– per slaaf). In de jaren die volgen is de plantage is het bezit van verschillende generaties Samuels, Samuels-Gomperts en ene Levie. Deze prachtige ansichtkaart dateert van rond 1900 en geeft ons een kijkje op de gebouwen van de plantage Ma Retraite. We zien de bakken waarop de cacao gedroogd werd. Op de achtergrond zien we de balen cacao en enkele arbeiders. Ook zien we links een rijtuig waar een paard voor gespannen is. Halverwege de 19e eeuw was men op de plantage volledig omgeschakeld naar cacao. Jaarlijks werd door 150 arbeiders zo’n 40.000 kilo cacao geproduceerd. De slavenmacht had plaatsgemaakt voor contractarbeiders. In 1864, een jaar na de afschaffing van de slavernij, waren enkele Chinese arbeiders aangetrokken. In de daarop volgende decennia werden zo’n honderd contractarbeiders uit India en meer dan driehonderd uit Java aangetrokken. Knijp eens uw ogen een beetje toe als u de volgende keer door Ma Retraite loopt of rijdt. Misschien ziet u ergens schimmen uit het verleden. In Suriname is de geschiedenis nooit ver weg.

[Dit artikel werd eerder geplaatst in het blad Obsession]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter