blog | werkgroep caraïbische letteren

Juryrapport Miep Diekmann Thesisprijs 2014

De Miep Diekmann Thesisprijs werd uitgereikt op de vriendenmiddag van IBBY, afdeling Nederland, in het Nationaal Archief, Den Haag, vrijdag 11 april 2014

Juryleden Miep Diekmann Thesisprijs: Jant van der Weg, Coosje van der Pol en Sanne Parlevliet

Eigenlijk is het vreemd dat er niet eerder een prijs werd vernoemd naar Miep Diekmann. Een prijs voor grensoverschrijdende jeugdliteratuur bijvoorbeeld, voor jeugdliteraire kritiek of voor vertalingen. Een prijs voor het behartigen van schrijversbelangen, of voor de promotie van het goede kinderboek. Op alle fronten van de jeugdliteratuur zijn wij schatplichtig aan de inzet van deze auteur. Niet voor niets wordt Miep Diekmann, samen met Annie M.G. Schmidt en An Rutgers van der Loeff, ook wel de ‘moeder’ van de naoorlogse jeugdliteratuur genoemd. Wie een prijs wint met deze naam tooit zich met een jeugdliteraire guirlande die verwachtingen wekt.

De eer ging naar het jeugdliteraire onderzoek. Want naast al haar andere activiteiten was Miep Diekmann een van de eersten die zich, al in de jaren zestig, beijverde voor wetenschappelijke aandacht voor het kinder- en jeugdboek. Toen al pleitte zij voor een leerstoel kinder- en jeugdliteratuur. Ook kinderboeken moesten bestudeerd worden op de universiteit, vond zij. Alleen zo konden bijvoorbeeld critici opgeleid worden om op een gefundeerde en professionele manier jeugdliteratuur te bespreken.

De masterthesissen die werden ingestuurd voor de prijs laten zien dat het pleidooi van Miep Diekmann nog altijd zijn vruchten afwerpt. Acht literatuurtheoretische en -historische scripties van zes verschillende universiteiten in Nederland en Vlaanderen dongen mee. Jeugdboeken over de Tweede Wereldoorlog werden geanalyseerd op de beeldvorming rond collaboratie en verzet, sprookjesfiguren op leeftijd werden in een typologie geplaatst en de plaats van aandacht voor kinderliteratuur in Vlaanderen werd bepaald. Er is ecokritisch gepionierd in Vlaamse initiatieromans en er is een generatie Assepoesters onderzocht. Onderzocht is hoe dubbeltalenten hun identiteit en verleden vormgeven in autobiografische prentenboeken en hoe jonge vertellers en focalisatoren de discrepantie tussen het zien en het begrijpen van traumatische gebeurtenissen verbeelden. Bovendien is, heel toepasselijk, de betekenis van Miep Diekmann voor de jeugdliteratuur uiteengezet in een heuse biografie.

De onderwerpen zijn uiteenlopend, maar voor elke thesis geldt dat deze gedegen is opgezet en uitgewerkt. Alle thesissen zijn bovendien opvallend goed geschreven. We hopen dan ook van harte dat de schrijvers hun pen willen blijven inzetten voor de jeugdliteratuur.

Drie thesissen sprongen eruit. Alle drie onderscheiden ze zich door de diepgaande en creatieve analyse. Aan twee thesissen mogen we namens IBBY-Nederland een eervolle vermelding uitdelen (en daaraan verbonden een geldbedrag van 250 euro). Eén thesis krijgt de prijs (en daarmee ook nog 750 euro).

Graag geven we de eerste eervolle vermelding aan Kussen en koel water. Initiatieromans en ecocriticism van Miriam van den Nieuwenhof van de Universiteit Tilburg. Niet eerder werden Vlaamse initiatieromans vanuit een ecokritisch perspectief bekeken. Miriam van den Nieuwenhof laat mooi zien hoe in vijf jeugdromans van Marita de Sterck natuur en volwassen worden met elkaar verbonden zijn. Ze heeft een heldere schrijfstijl en bouwt haar thesis goed op. Vernieuwend vonden wij hoe zij de stedelijke omgeving in haar analyse betrekt en daarmee de definitie van ecocriticism oprekt.

De tweede eervolle vermelding gaat naar Kyra Fastenau van de Universiteit Leiden voor haar thesis Traumatic events seen through innocent eyes. Juvenile focalisators and narrators in adult literature. Kyra Fastenau onderzocht vier romans met een kind als focalisator en verbond daarbij de narratieve theorie van Mieke Bal met Ernst van Alphens trauma theorie. Bijzonder aan deze thesis is dat zij geen kant-en-klaar model toepaste, maar op basis van bestaande modellen, begrippen en theorieën haar eigen model ontwierp. Haar heldere analyse laat zien hoe het perspectief van een kind een defamiliarizerend effect kan hebben op een volwassen lezer en daarmee het schokeffect van een traumatische gebeurtenis kan bewerkstelligen.

 De Miep Diekmann Thesisprijs 2014 gaat naar Life writing through text and image in children’s literature. A multimodal analysis of authenticity and dual address in autobiographical picture books van Marloes Schrijvers van de Universiteit Tilburg. Marloes Schrijvers onderzocht vier autobiografische prentenboeken en laat zien hoe de wisselwerking tussen tekst en beeld in deze prentenboeken wordt ingezet om het verleden en het ‘zelf’ van de auteur te construeren. Zij schroomt niet kritisch ‘in gesprek’ te gaan met andere onderzoekers en bestaande theorieën en op basis hiervan een nieuwe, eigen definitie van het concept authenticiteit te ontwikkelen. Overtuigend zet zij uiteen dat  het autobiografische prentenboek als een apart genre binnen life writing beschouwd zou kunnen worden. Marloes Schrijvers bewerkstelligt hiermee op bewonderenswaardig goed beargumenteerde wijze een uitbreiding van een genre dat momenteel sterk in de belangstelling staat, en levert hierbij ook meteen een analyse-instrument. Haar thesis laat volgens ons het beste de volwaardigheid van de jeugdliteratuur als wetenschappelijk onderzoeksobject zien. En dat is immers waar het Miep Diekmann al een halve eeuw geleden om te doen was.

De Miep Diekmann Thesisprijs werd uitgereikt op de vriendenmiddag van IBBY, afdeling Nederland, in het Nationaal Archief, Den Haag, vrijdag 11 april 2014; IBBY = International Board on Books for Young People.

 
 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter