blog | werkgroep caraïbische letteren

Irene Rolfes weg bij KITLV

door Michiel van Kempen

Hoe moet ik het zeggen: Irene Rolfes verlaat het KITLV, of het KITLV verlaat Irene Rolfes? Hoe dan ook, per 1 juli staat de bekendste documentaliste op het gebied van Suriname en de voormalige Nederlandse Antillen op straat. Wat velen gevreesd hadden, gebeurt dan toch: de verdere ontmanteling van de kennis over het Caraïbisch gebied gaat door.

Irene Rolfes2

Irene Rolfes. Foto © Anouk de Koning

Gert Oostindie heeft als directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde als een leeuw gevochten om het KNAW-instituut te behouden voor Leiden. Dat is gelukt en sterker nog: de KNAW-managers die het idee voor een reorganisatie van het wetenschappelijke instituutsleven wilden doordrukken, zijn van hogerhand teruggefloten: geldverspillerij, zinloze samenvoeging van instituten, geen enkel winstpunt. Het reorganisatieplan is nu van de baan. Maar het bloedoffer dat Oostindie moest brengen om het KITLV zelfstandig te laten voortbestaan – de overheveling van de instituutsbibliotheek en de archiefcollecties naar de Universiteitsbibliotheek van Leiden – wordt alsnog gebracht. Wie gehoopt had dat de enorme expertise van de documentalisten bewaard zou kunnen blijven, door ook hen mee te laten verhuizen naar de UB Leiden, is bedrogen uitgekomen.

De redenering voor het ontslag is te simpel voor woorden: elke betaalde kracht minder bespaart geld, en in het geval van Irene Rolfes kunnen haar taken ook even goed gedaan worden door de vakreferent Latijns-Amerika. Een aparte vakreferent voor het Caraïbisch gebied vindt de Universiteit Leiden dus niet nodig. Daarmee geven de bestuurderen aan dat ze geen enkel inzicht hebben in hoe de documentatie en acquisitie van Caraïbisch materiaal verloopt.

Rolfes Suriname a bibliography

 

De (voormalige) Nederlandse Caraïben vormen een uiterst complex gebied, waar van alles gebeurt en waar ook heel veel gepubliceerd wordt. Het is de verdienste van Irene Rolfes dat zij in vele jaren zo’n netwerk heeft opgebouwd, dat zij juist dit heeft laten zien. Zij bracht materiaal bijeen uit alle hoeken en gaten en stelde bibliografieën samen – een hele reeks in boekvorm, maar ook periodieke bibliografieën van Suriname en de Antillen die verschenen in tijdschriften als Oso en Wi Rutu – die een Fundgrube waren voor elke onderzoeker. Je keek daarnaar uit: wat heb ik zelf gemist, wat moet ik absoluut lezen dat ik nog niet ken?

In het Caraïbisch gebied verschijnt het meeste materiaal buiten formele kanalen om. De klassieke bibliothecaris beschouwt dat als ‘grijs materiaal’, een term die met een enigszins denigrerende toon moet worden uitgesproken en die zoveel betekent als: niet officieel, zonder Standaard Boek Nummer, marginaal, onbelangrijk. Dat is een westers-georiënteerde inschatting. In vele landen buiten Europa en de VS en zeker ook in het Caraïbisch gebied verschijnt de bulk van publicaties juist niet bij uitgeverijen: omdat die uitgeverijen er niet zijn, of omdat die teveel geld vragen aan auteurs. En dus doen de schrijvers het zelf. Om maar een voorbeeld te geven: alle grote schrijvers van het Caraïbisch gebied hebben werk in eigen beheer uitgebracht: Frank Martinus Arion, Michaël Slory, Boeli van Leeuwen, Shrinivási, Pierre Lauffer en ga zo maar door. Maar ook vele wetenschappers hebben weinig andere keuze dan hun studies zelf te laten drukken. Het verzamelen van materiaal uit het Caraïbisch gebied is dan ook geen kantoorbaantje, maar een kwestie van actieve bemoeienis, van mensen aan hun hemd trekken, en ook van een reis naar het gebied om zelf voeling te houden met wat daar gebeurt.

Arion Ilushion di un anochi

Ilusion di un anochi van Frank Martinus (Arion) uit 1968: uitgave in eigen beheer: ‘grijze literatuur’.

Wie iets publiceerde dat tot de Caraïbistiek kan worden gerekend, kreeg vroeg of laat te maken met Irene Rolfes. Zij vlooide elk tijdschrift uit op onbekende titels en verstopte publicaties over het Caraïbisch gebied. Als je haar vroeg of zij je aan een bepaalde titel kon helpen, dan had je de volgende dag al een kopie van een artikel in de bus liggen En als zij een titel niet kende, dan reageerde zij: ‘Neeeee, laat me even kijken, verdorie, die hebben we niet maar die moeten we wel hebben. Hoe kunnen we die krijgen?’ Die speurzin, die vasthoudendheid.

Niets kwaads gezegd van de Leidse vakreferent Latijns-Amerika, maar diezelfde actieve bemoeienis van Rolfes met het Caraïbisch gebied is eenvoudig niet op te brengen als je dat ‘erbij’ moet doen. De wereldberoemde collecties van het KITLV op het gebied van de Oost en de West gaan natuurlijk niet verloren, maar als een collectie niet up-to-date blijft, dan verspeelt Leiden zijn gezaghebbende positie als het gaat om de documentatie van Suriname en de Caraïbische eilanden. Dat is ook een groot verlies voor de Caraïbistiek, een nieuw, treurig chapiter in de afbraak van de kennis over het Caraïbisch gebied die door de rekenmeesters enkele jaren geleden is ingezet. Dat is natuurlijk ook een persoonlijk drama voor Irene Rolfes, die als dank voor haar jarenlange inzet, per 1 juli 2014 wordt ontslagen. Alle Caraïbisten zijn haar veel verplicht en zullen haar node missen. Te vervangen is zij niet.

 

Michiel van Kempen is bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische literatuur aan de Universiteit van Amsterdam en werkte als documentalist in de jaren ’90 bij de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam.

9 comments to “Irene Rolfes weg bij KITLV”

  • Prima analyse. Dit ontslag is symptomatisch voor “rationalisering” van werkzaamheden aan universiteiten en onderzoeksinstituten waar kennisvergaring, kwaliteit van onderzoek en specialismen vooral in (misplaatste) termen van “efficiënt” management geduid worden. Eerder al was het aan de orde bij het Tropenmuseum, waar conservatoren – inclusief die voor het Caraïbisch gebied – ontslagen werden terwijl afgelopen weekeinde in de nationale kranten geadverteerd werd voor o.a. een PR medewerker. Alsof die de kwaliteit van de inhoud kan bepalen.

  • Ben ook benieuwd in hoeverre deze geschiedenis gegendered is. In hoeverre worden vrouwelijke documentalisten opgeofferd om de heren in het pluche te houden?

    • Als medeslachtoffer van Irene (mijn baan als informatiespecialist Indonesië/Zuidoost-Azië verdwijnt bij dezelfde reorganisatie) kan ik je zeggen dat ik geen aanwijzingen zie voor een gendered aspect hier. Van de paar functies die in het kader van de overdracht van de collectie beschikbaar komen bij de UB Leiden zijn er geen verdachte verschillen te zien in aanstellingen tussen mannelijke en vrouwelijke medewerkers (vakreferenten 1 man en 1 vrouw; medewerkers speciale collecties 1 man en 1 vrouw; baliemedewerkers 2 vrouwen; medewerkers opslag en repro 2 mannen; catalogiseringsmedewerkers 2 mannen. Het ontslag van de KITLV-ers die niet bij de UB terecht kunnen treft (inclusief Rolfes) 5 vrouwen en 6 mannen.

  • “Te vervangen is zij niet.” En zo is het. Een aderlating voor ons allen.

  • Michiel en Michel hebben reeds aangetoond hoe onzinnig het besluit van de ‘bobo’s’ (in de originele, Surinaamse betekenis) is. Gelukkig is Irene nog altijd in ons midden, met of zonder KITLV, en ik hoop dat ik haar tot in de lengte der dagen tot mijn vriendenkring mag rekenen.

  • Ook ik ben medeslachtoffer van Irene, in die zin dat mijn baan als informatiespecialist Caraïbisch gebied bij het KITLV ook verdwijnt met deze reorganisatie. Er waren enkele mensen bij het KITLV (wat betreft collecties) die zich welhaast exclusief met het Caraïbisch gebied bezig hielden. Geen ervan heeft een “vervangende” functie gekregen bij de Universiteitsbibliotheek Leiden (UBL), waar de collectie dus naar toe gaat. Dat heeft deels met de vakreferent te maken die acquisitie “erbij kan doen” (althans volgens het UBL zelf). Dit artikel stelt daar terecht vragen bij, omdat veel buiten officiele uitgeverijen verschijnt. Daarnaast is de inhoudelijke ontsluiting “minder diep” bij de UBL. Het KITLV had de gewoonte om op artikel-niveau te beschrijven, inclusief trefwoorden. Het UBL doet dat niet zo specifiek. Voor de gewone gebruiker kan dus minder diep gezocht worden in de catalogus, wat betreft Caraïbische thema’s. Minder dienstverlening dus. Doorgeredeneerd: een wat “elitaire” visie op documentatie. Mensen die jaren in de wetenschap zitten en en breed netwerk onderhouden weten relevante artikelen ergens in een bundel of tijdschrift wel te vinden: studenten of beginnende onderzoekers minder..

    Of er een “gender bias” bij deze reorganisatie is is lastig te beoordelen, zoals wel meer. Naar mijn mening was het reorganisatieproces niet erg transparant. Of het puur financiele redenen had of wellicht ideologische componenten heeft is welbeschouwd daarom ook moeilijk in te schatten voor het gemiddelde personeelslid.

    Het KITLV had de grootste collectie publikaties ter wereld over Suriname – om maar iets te noemen – laten we dat niet vergeten, en een relatief grote algemeen Caraïbische, mede door het vele werk van Irene Rolfes. Deze was ook relatief goed en diep ontsloten.
    Daar lijkt een einde aan gekomen.

    Dan is er ook nog het persoonlijke drama: Irene, en ikzelf, hebben jarenlang kennis opgebouwd over het Caraïbisch gebied en Caraïbische publikaties. Historisch en actueel. Met kennis groeit ook meestal de oprechte affiniteit. Of en waar dat in iets als een baan is in te zetten – of maar een hobby moet blijven – is met de bezuinigingsdrift op met name Caraïbische collecties twijfelachtig.

    Veranderlijke Caraïbische ontwikkelingen, veel mensen van Caraïbische afkomst hier in Nederland, Nederlandse gebiedsdelen in de Caraïben, maar ook de overspannen en deels ontkennende omgang van veel blanke Nederlanders met het slavernijverleden of zoiets als Zwarte Piet, wijzen echter op het blijvende belang van een uitgebreide (en goed ontsloten) collectie over het Caraïbisch gebied. Uit deze reorganisatie en de waarschijnlijk afbrekende gevolgen voor de Caraïbistiek spreekt dat niet..

  • Mooie woorden van Michiel voor Irene waarmee ik ruim 12 jaar heb samengewerkt op het KITLV. Wat is onderzoek zonder documentatie? Wat een verlies van die goede contacten die Irene onderhield met Suriname en de Nederlandse Antillen & Aruba om de publicaties te krijgen voor de collectie. Ik weet nog goed dat tijdens een van de ACURIL conferenties de Library of Congress zo lovend waren over de grijze literatuur die het KITLV bij elkaar wist te scoren uit Suriname en de Nederlandse Antillen & Aruba. Dit is nu alles passé en dat is diep triest.

  • Ik schrik ervan: Irene, ontzettend benaderbaar en behulpzaam, een voortdurende bron van informatie of het ging om literatuur of goede plekken om te bezoeken in de Dominicaanse Republiek. Echt een aderlating voor de dienstverlening van het KITLV. Na Ninsee en KIT gaat de culturele kaalslag door.

  • Dank iedereen voor jullie hartverwarmende reacties

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter