blog | werkgroep caraïbische letteren

In memoriam Frank Martinus Arion

door Henry Habibe

Het was in zijn ‘Leidse jaren’ dat ik met Frank Martinus kennis maakte. Toen waren alleen zijn twee dichtbundels, Stemmen uit Afrika en Ta amor so por (Alleen de liefde vermag) uit. Het was in 1965 toen hij als een vergevorderde student Nederlands in de Houtstraat in Leiden woonde. Ik had hem daarvóór meerdere keren meegemaakt, want hij droeg veel voor op Antilliaanse feesten en bij cultureel-literaire evenementen. Nog eerder had ik hem eens op de televisie gezien: in gesprek met Victor van Vriesland en in gezelschap van Hella Haasse en Harry Mulisch.

Habibe Martinus ArionDSC01072 (2)

V.l.n.r. Trudi Guda, Frank Martinus Arion, Henry Habibe

 

 

 

Ik weet niet meer precies waarover het bij onze kennismaking ging. Wel weet ik dat ik hem een door mij in het Papiaments geschreven gedicht liet lezen, dat ging over een op de Antillen groeiende kromgewaaide boom. Met een zekere stelligheid zei hij dat de eerste twee strofen sterk genoeg waren. Van hem mocht het gedicht tot deze strofen beperkt blijven. En zo, zoals Frank het gekeurd had, kwam het in 1968 uit in het tijdschrift Watapana. Er is toen een zekere band ontstaan. Terwijl ik met het tijdschrift Watapana bezig was, richtte ook hij zijn tijdschrift, Ruku, op. Ik had een grote bewondering voor zijn poëzie en vroeg hem of hij misschien ook iets voor Watapana had. Ik kreeg een aantal gedichten, maar hij liet niet na het volgende apart te vermelden: ‘Ik kan met een hele reeks gedichten in jouw tijdschrift mijn verschijning doen, maar ik verkies dit te doen met een gedicht dat ik steeds aardig en vooral plezierig heb gevonden’ (brief dd. 16/07/1968). Het waren dus bijzondere gedichten die ik toen van Frank kreeg. Hij gaf aan het zestal gedichten de hoofdtitel ‘Dochter van God’ en ik nam ze op in het nummer van juli 1971 van Watapana. Een groter aantal verscheen met dezelfde titel in zijn Verzamelde Gedichten, Heimwee en de Ruïne (2013). Bij de publicatie in 1971 droeg ik een van mijn eerste gedichten in het Nederlands aan hem op, getiteld ‘Naar de universele kleur…’. Daarin schreef ik o.a.: ‘… mijn kleur in een sneeuwbal opgerold/ ontvluchtte ik aan het ijzige gepraat over rassen’. Het werd geplaatst in hetzelfde nummer en wel vóór ‘Dochter van God’.

 

Habibe Martinus ArionDSC01072 (3)

V.l.n.r. Henry Habibe, Trudi Guda, Frank Martinus Arion, Diana Lebacs

Frank formuleerde in dezelfde tijd zijn standpunt met betrekking tot Watapana. Hij schreef: ‘…mi revista por judabu pa ensancha dibo i dibo tambe por juda dimi, completando otro. Es desir, mi ta spera ku den futuro lo tin hopi kooperashon entre nos dos’ (brief dd. 24/07/1969). Die samenwerking, waarover hij schreef, kreeg later – veel later – een tastbare vorm. In 1981 kreeg ik van hem een telefoontje. Ik woonde toen in Den Haag. Hij sprak me over een linguïstisch instituut op Curaçao waarvan hij de leiding had. Of ik soms bereid was om op Curaçao met hem te gaan samenwerken. Het duurde even voordat ik een beslissing kon nemen, maar ik ging uiteindelijk (na ongeveer twee jaar) naar het eiland van de inmiddels beroemd geworden auteur van Dubbelspel. De samenwerking (eerst beperkt tot onze tijdschriften) kreeg pas veel later een tastbare vorm. Ik zag Frank nu op een heel andere wijze aan het werk. Hij wijdde zijn aandacht en zijn inzet aan verschillende werkzaamheden. Het Instituto Lingwístiko Antiano was rond 1983 met zoveel projekten tegelijk bezig: Officialisering van het Papiaments en het Engels, Wettelijke regulering van de spelling van het Papiaments, Standaardisering, Instrumentalisatie (produceren van grammatica- en woordenboeken). Frank Martinus was degene die al deze werkzaamheden coördineerde.

In 1983 werd op Curaçao met medewerking van het ILA een congres van de Caribbean Development and Cooperation Committee (CDCC) gehouden, waarbij workshops gegeven werden met betrekking tot nieuwe onderwijsmethodes op het gebied van talen. Een aantal taaldeskundigen uit de Caribische regio heeft hun expertise op dit terrein ten toon kunnen spreiden. Frank heeft zich sinds dat jaar onvermoeibaar ingezet voor een Caribbean Language Institute. Later, in 1994, kwam Curaçao dan ook bij de UNESCO in the picture in verband met het genoemde Caribbean Language Institute, waarvoor als standplaats het eiland Curaçao werd gekozen. Dit was voornamelijk te danken aan de door Frank op dat gebied ontplooide activiteiten. In 1984 werd de Komishon Standarisashon Papiamentu geïnstalleerd. Frank was daarvan de voorzitter. In de loop van de jaren tachtig werden een paar duizend woorden gestandaardiseerd. In 1994 waren het in totaal omstreeks 6000 woorden.

 

Habibe Martinus ArionDSC01072 (1)

V.l.n.r. Henry Habibe, Trudi Guda, Frank Martinus Arion

Frank was ook de mede-oprichter van de Skol Humanista na Papiamentu, waar de schoolgaande kinderen in hun eigen taal, het Papiaments, les krijgen. Hij heeft zodoende met zijn ‘Kolegio Erasmo’ de moderne ideeën van Dr. A .C (Nelly) Prins-Winkel (proefschrift Kabes Duru?, 1973) in de praktijk gebracht. Het in 1984 door het ILA gelanceerde Elogio di Papiamentu (kleine bloemlezing met gedichten geïnspireerd door de eigen taal) en het in 1989 door het ILA gepubliceerde Homenahe na Raúl Römer waren zijn initiatief. Vooral met het project Literatuur-onderwijs op Curaçao hebben wij samen, Frank en ik, het nodige verzet. Het kwam hierop neer dat wij voorstanders waren van een literatuur-onderwijs (Middelbare scholen) waarbij meer aandacht besteed wordt aan de literatuur van de eigen regio: de Caribische literatuur. In verband met zijn onderzoek naar de oorsprong van het Papiaments maakte hij o.a. reizen naar Cabo Verde. Naar aanleiding van zijn bevindingen tijdens deze bezoeken hield hij lezingen, waarbij hij de overeenkomst tussen het Caboverdiaans en het Papiaments aantoonde. Bij al die activiteiten zag Frank ook nog kans om door te gaan met het schrijven van zijn romans (o.a. De laatste vrijheid, 1995) en zijn proefschrift The Kiss of a Slave (1996). Hij was een zeer dynamische, begaafde en intellectuele reus. Een echte yiu-di-tera. Hij heeft veel betekend voor het cultureel erfgoed van Curaçao. Frank, amigu i kolega di semper, dat je in vrede moge rusten!

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter