blog | werkgroep caraïbische letteren

In de wolken met de luchtvaart

door Mineke de Vries

Het kan zomaar zijn dat je op weg van of naar de eilanden in een Boeing zit, waarvan de starter onder handen is geweest bij de Curaçaose, bijna 22-jarige Chery Bernadina. Als meisje in een mannenwereld is ze als vliegtuigmonteur helemaal op haar plaats. “Dit is wat ik altijd wilde, dit is mijn dreamjob.” Naast de service voor de burgerluchtvaartmaatschappijen werkt ze momenteel onder strenge bewaking aan de JSF’s gevechtsvliegtuigen bij het hightech bedrijf Aeronamic in Almelo.

Chery Bernardino (2)

Chery Bernardina. Foto © Mineke de Vries

door Mineke de Vries

Ze komt na het werk om half zeven binnen in haar gloednieuwe studentenstudio in Zwolle. Haar bedrijfsshirt heeft ze nog aan en de badge hangt aan haar broek. Om zeven uur ’s morgens is ze begonnen. Chery Bernadina is net een paar maanden klaar met haar opleiding en kon direct aan de slag bij het bedrijf waar ze vanaf vorig jaar stage liep: Aeronamic Aircraft Subsystems. Ze werkt er – minimaal – veertig uur per week. “Elke dag is er wat anders en sta ik voor een nieuwe uitdaging. Ik ga elke dag blij naar mijn werk.”
Sleutelen aan een F-16
Ze zette alles aan de kant voor haar opleiding Vliegtuigonderhoud, MBO-3. Ze slaagde dan ook zonder één herexamen te hoeven doen. “Het was pittig, ze leggen de lat hoog, je kan elk moment uitvallen. Een herkansing is niet vanzelfsprekend, je wordt eerst beoordeeld op je werkhouding, je gedrag in de klas, je motivatie. Bovendien mag je nooit aan je praktijk beginnen als je de theorie nog niet hebt gehaald.” Vakken als Aerodynamica, Luchtwetgeving, Systemen en modellen, Wiskunde, Natuurkunde, maar ook vakken als Zuigermotoren en Gasturbines stonden op het rooster. “Vooral Aerodynamica en Gasturbines waren mijn favoriete vakken.” Ook Engels is erg belangrijk, omdat vrijwel alles in het Engels is. “Naast de theorievakken was er minimaal één hele dag per week praktijk, waarvan je vervolgens verslagen thuis moest maken.” Voor het sleutelen hadden de studenten twee vliegtuigjes tot hun beschikking, een F-16 en een NF5B. “Naast de normale schroevendraaiers, steeksleutels en inbussleutels heb je voor vliegtuigmontage veel specifiek gereedschap nodig. Dat was op school aanwezig en kon je halen bij de magazijnmeester. Je moest dan wel precies met een schuifmaat meten welke je nodig had, want hij pakt precies dat ene stuk gereedschap. Je leert zo wel erg goed van wat je op welke manier moet toepassen.”

Chery wist al jong waar haar hart lag. Als ze met haar moeder meeging voor de service van de auto, had ze extra kleding bij zich. “Ik mocht van de monteur onder de auto liggen en meehelpen. Ik kreeg gereedschap en vroeg bij alles wat het was en wat je ermee kon. Ik leerde dus ook alle namen van gereedschappen en onderdelen, alleen, in het Papiaments. Het was nog een hele klus ze op de opleiding in het Nederlands te leren.” Ze wilde vanaf die tijd automonteur worden, wat veranderde in piloot en nog later – automonteur leek te simpel – wilde ze de richting van dieselmotoren en vrachtwagens op, tot ze bedacht dat vliegtuigen ook onderhouden moesten worden. Dat was in de vierde klas van de basisschool en dit idee hield stand tot op de dag van vandaag. “Overigens kreeg ik de mentaliteit van aanpakken ook van mijn moeder mee. Als alleenstaande vrouw deed ze alles zelf. We pakten de trap, klommen overal erbij en fiksten het.”

Geen afleiding
Chery, geboren en opgeroeid in Schelpwijk verhuisde met moeder op haar zestiende naar Kanga. Van moeders kant is ze enige dochter, van vaders kant heeft ze nog vier zusjes. Na de Berg Carmel-basisschool bezocht ze het vmbo op het Maria College en St Jozefcollege. “Helaas zakte ik op wiskunde, maar zag dat later als kans. Ik had zo speling om me goed te oriënteren op een schoolkeuze en ging op onderzoek uit. Ik liet informatieboekjes naar Curaçao opsturen en verdiepte me daarin. Van het Deltion College in Zwolle wist ik meteen: dit wordt hem. Ik wilde naar een rustige stad, waar ik niet teveel afleiding had. Ik wilde me honderd procent kunnen richten op mijn opleiding en niet ondergaan in sport en toneel.” Als kind namelijk was ze altijd druk met clubjes. “Ik was de hele week aan het trainen en optreden. Ik speelde in twee brassbands, CPB en Percussion Curves Divas, een vrouwenbrassband.” Ook was ze zangeres bij Grupo Ritmiko Sablika, een culturele muziekgroep die typisch Curaçaose muziek speelt (Sablika, een slaaf die kon schrijven en lezen was een vechter en daarmee motivator voor andere vrouwen), deed toneel bij La Tentashon en speelde een poosje softbal bij Pichingolo in Buena Vista. “Ik wilde me nu alleen focussen op de studie, wilde daar alles voor opgeven.” En ze vindt het prima zo. “Ik vind het hoe dan ook niet fijn om met veel mensen te zijn, ik praat ook niet veel. Zwolle is de ideale plek, niet te saai en vooral niet te druk.”
In 2013 vertrok ze. Gelukkig was er familie in Nederland: “Mijn vader woont in Nederland en een oom en tante wonen vlakbij. Maar, na anderhalf jaar kwam ook mijn moeder definitief naar Nederland. Het was moeilijk voor haar toen ik vertrok. Ik was de bezigheid van mijn moeder, ze reed me de hele dag heen en weer, was altijd bezig met mij. Mijn moeder en ik zijn echt een team, als je de een ziet, zie je de ander ook.” Van het begin af aan ging het Chery goed. “Ik heb geen heimwee gehad. Behalve in de carnavalsperiode, dan verlang ik zó naar Curaçao. Carnaval was altijd mijn ding, ik was er lang van te voren mee bezig en als ik dan hier die beelden op tv zie, wil ik er bij zijn. Ja, dan is het verlangen groot. Gelukkig had ik vaak toetsweken in die periode, dan moest ik me wel afsluiten van de tv.”

Chery Bernardina

Chery Bernardina. Foto © Mineke de Vries

Mannenwereld
Op de opleiding Vliegtuigonderhoud in Zwolle, waar zich zo’n dertig nieuwe studenten per jaar inschrijven was Chery het enige meisje in de civiele richting, de burgerluchtvaart – naast nog één meisje bij de VeVa (Defensie luchtmachtopleiding) – maar tevens het eerste Curaçaose meisje. Maar als meisje tussen al die jongens, is ze één van hen. “Ik heb geen probleem met wie dan ook. Ze helpen me als ik iets moet weten, ik doe in alles met ze mee. Ik vind het juist prachtig, ik houd niet van dat gezeur over niks van meisjes, ik raak daar geïrriteerd van. Ik kan goed overweg met de jongens, het is gemakkelijk praten, ze zijn lekker direct en als je iets uitpraat, is het daarna klaar. Vroeger op school ging ik altijd al met jongens om. Het beïnvloedt me wel, dat hoor ik ook terug van mensen. Ik ben denk ik wat grover geworden, in mijn doen en laten, maar ook in mijn taal. Ik heb daar zelf geen probleem mee. Als dat raar is voor mensen, boeiend, niet voor mij.” Vriendinnen heeft ze niet. Met een paar jongens gaat ze wel eens op vrijdagmiddag mee wat drinken, maar aan vriendschappen heeft ze weinig behoefte. “Klasgenoten zijn klasgenoten, collega’s zijn collega’s, dat zijn dus geen vrienden. Ik vind het heerlijk om alleen te zijn, ik heb een tv en vermaak me met cartoons kijken, dat is mijn hobby.” Daarnaast is Chery sinds twee jaar zangeres in de Tambu-groep Dari Kami uit Leeuwarden.
F-16 montage
Voor haar stage ging ze werken voor het Nederlandse luchtvaarttechnologiebedrijf Aeronamic in Almelo, waar ze nu een contract aangeboden heeft gekregen. “Ik moest voor mijn stage al helemaal gescreend worden, dat duurde vier maanden want ook op Curaçao moest alles gecheckt worden bij politie en justitie.” Het Nederlandse bedrijf maakt vliegtuigsystemen, die wereldwijd door andere fabrikanten en vliegtuigbouwers worden verwerkt in vliegtuigen voor de burgerluchtvaart maar ook in de nieuwste generatie straaljagers. In 2014 haalde het bedrijf de opdracht binnen om speciale hightechsystemen te maken voor de JSF-straaljager (F-35). De komende decennia zal voor duizenden JSF’s een systeem worden ontwikkeld dat de motor start, elektriciteit genereert en de koeling van de cockpit en elektronica aan boord regelt. Aeronamic is de enige partij in Europa die de vereiste vaardigheden bezit. Bij het bedrijf werken vijftig technici aan de klus, waaronder
Chery. “Omdat het gevechtsvliegtuigen zijn, mag ik er inhoudelijk niet over praten, ik heb een geheimhoudingsplicht.” Alles is streng beveiligd: je moet ‘s morgens langs de bewaking, je ID laten zien, door de poortjes en je moet je spullen afgeven: geen telefoon, laptop, tablet of wat dan ook mag mee naar binnen, om te voorkomen dat foto’s of andere informatie naar buiten komt. Het is tevens beveiligd terrein en je mag je ook niet alleen op het terrein begeven, er moet altijd iemand mee. “Ja, en ik moet dus de hele dag zonder telefoon doen,” zegt ze lachend.
Kleppen en compressoren
Wat ze wel kwijt mag, is dat ze werkt in een klein vast team, waarin wordt gemonteerd, gesoldeerd en testen worden uitgevoerd. Chery is de eerste vrouw die meewerkt aan de montage. “Binnen het JSF-team houd ik mij bezig met de montage van de Forward Module. Iedereen werkt alleen aan zijn onderdeel, zo ben ik bezig met de montage van kleppen. Maar dat doen er natuurlijk meer, dus als het druk is, helpen we elkaar zodat er we meer kleppen kunnen bouwen.” Chery leerde tijdens haar stage het monteren van kleppen, naast bijvoorbeeld het monteren van compressoren en starters. Toen maakte ze de zogenaamde BR700 kleppen, subsystemen voor Rolls Royce startmotoren. Dit soort kleppen bevinden zich in vliegtuigen als de Gulfstream G500 en G550 en de Bombardier Global 5000 en 6000 series. “Je krijgt er gespecificeerde tekeningen bij en foto’s zodat je precies weet hoe het in elkaar zit. Het is precisiewerk, je moet echt heel goed lezen en kijken.”
Naast het werk aan de gevechtsvliegtuigen, krijgen ze in Almelo ook systemen, bijvoorbeeld compressoren van de burgerluchtvaart voor onderhoud, omdat die na een bepaald aantal vlieguren gecheckt moeten worden. “Hier wordt dat onderhoud gedaan en we doen ook een test. We sturen het terug naar de klant, waarna de monteurs het ter plaatse aan het vliegtuig monteren en dan volgt daar nog een proefdraai.”
Net als in haar opleiding bevindt ze zich ook hier in een mannenwereld. “Soms maken ze er wel eens gebruik van, dat ik kleinere handen heb, zoals pas toen de printer was vastgelopen, maar in het werk nog niet. Verder ben ik gewoon één van hen.”
Chery Bernadina heeft één doel en dat is haar werk. En het is een verantwoordelijke job. “Bij elke stap moet je je handtekening zetten, zodat altijd achterhaald kan worden waar iets mis is gegaan. Gelukkig heb ik nog nooit een fout gemaakt,” zegt ze terwijl ze dat meteen met haar – inderdaad kleine – hand op haar houten Ikea-tafeltje afslaat.

No-nonsense
Chery is vastbesloten de MBO-4-opleiding te gaan doen in de avonduren. Bij doorgaan naar het HBO schudt ze stellig nee: “Dat is niks voor mij, dan ga je werk doen achter een computer. Dan kijk je naar cijfertjes, zit je in de papieren, heb je contact met klanten. Je moet mij niet de hele dag achter een laptop zetten, dan word ik erg geïrriteerd, ik wil bezig zijn met mijn handen. Ik wil op de vloer blijven, dat is mijn soort werk. Wel wil ik me verder verdiepen in de techniek. Met niveau 4 kun je eerste monteur worden en er troubleshooting en storing en inspectie bij doen. Dat lijkt me erg leuk.”
Chery is duidelijk op haar plek in Almelo en Zwolle. Een wat stille, no-nonsense harde werker. Voorlopig gaat ze echt niet terug naar Curaçao: “Ik ga eerst eens kijken hoever ik hier kan komen.”

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter