blog | werkgroep caraïbische letteren

Het ongeschreven opvolgingsrecht bij de bosneger

door Bert Eersteling

Velen beweren of hebben het idee dat het een zeer wanordelijke toestand is in het binnenland, in casu met betrekking tot de opvolging van een dignitaris. Als wij kijken naar de actuele ontwikkelingen rond de opvolging van de overleden graman Belfon Aboikoni, dan lijkt het erop alsof er geen structuur (meer) is in opvolgingsrecht of opvolgingsgewoonte bij de bosneger.

Bromfietser in Pikin Slee, Boven-Suriname. Foto © Michiel van Kempen

 

Ik denk, nee ik weet het zeker dat er, zij het geadapteerd, wel structuur bestaat bij het aanwijzen van een opvolger van overleden traditionele gezagsdragers (basja, kapitein, hoofdkapitein, fiskali en graman). In de loop der decennia heeft de politiek interventies of handelingen gepleegd, die het ongeschreven opvolgingsrecht, maar ook het karakter en de status van het traditioneel gezag zeer negatief beïnvloed hebben. Concreet heeft de politiek buiten de traditionele regels om links en rechts basja, kapitein, hoofdkapitein benoemd zonder daarbij rekening te houden met het draagvlak dat deze dignitarissen in een dorp moeten hebben op sociaal-cultureel gebied.

De structuur waarop het traditionele opvolgingsrecht primair gefundeerd is, is bepaald langs matrilineaire lijnen. Dus op de moederslijn benadering. Bij overlijden van een der voornoemde dignitarissen, zal de opvolger een zusterskind (sisa pikin/sisa mii) zijn. Ik teken hierbij voor de duidelijkheid aan, dat de bosnegers nichten ook aanduiden als zusters. De woorden nicht en neef bestaan niet in de bosnegerstalen. U onthoudt dat bij de opvolging, de zusterskinderen moeten voortkomen uit de moederslijn van de overleden dignitaris. Dus komen de zusters/nichtkinderen van vaderskant niet in aanmerking voor de opvolging. De familie van moederskant bepaalt wie van de zusterskinderen de meest geschikte kandidaat is die de overleden oom gaat opvolgen. De ouderen in de familie spelen hierbij een zeer preponderante rol.

De actuele ontwikkeling c.q. verwikkelingen met betrekking tot de opvolging van graman Belfon Aboikoni, verloopt erg rommelig. Dat moet toegegeven worden. De hoofdoorzaak die mijns inziens hieraan ten grondslag ligt, is het feit dat men wil afwijken van de opvolgingsgewoonte zoals straks summier belicht is. Het is niet gebruikelijk dat een broer, het zij oudere of jongere broer, de overleden broer opvolgt als dignitaris. In hoogst noodzakelijke gevallen kan na goed beraad worden afgeweken van deze hoofdregel. Een noodzakelijk geval kan bijvoorbeeld zijn, dat de rechthebbende (aangewezen persoon) te jong is. In dat geval wordt voorzien in de waarneming. De waarnemer kan ook een oom zijn.

Pikin Slee, Boven-Suriname. Foto © Michiel van Kempen

 

Voorts is buiten de opvolgingsgewoonte om op een krutu van de twaalfu lo (groepen/delen die een stam vormen) beslist, dat een andere persoon buiten de matrilineaire lijn van de overleden graman als opvolger aan te wijzen. Deze handeling bekeken tegen de achtergrond van het onderhavige ongeschreven recht, verdient ongetwijfeld de kwalificatie van onrechtmatigheid. De afspraak bij de Saramaccaners is dat de Matjaw-lo, het gramanschap invult. Om cultuurhistorische reden geschiedt de invulling steeds door een specifieke bere uit de Matjaw-lo. Een bere is een matrilineaire eenheid binnen een lo (clan). In de onderhavige kwestie bestaat de specifieke bere uit drie sub-bere of ini-oso, namelijk de Adisi (Aboikoni), de Bobi en de Amina ini-oso.

Alle drie de bere’s maken volgens de opvolgingsgewoonte aanspraak op het gramanschap. Het is echter de kunst van de drie sub-bere om eenduidigheid te hebben in de keuze van de opvolger. Hierna worden de overige stamgenoten in kennis gesteld wie de opvolger wordt. In het verleden geschiedde dit alles in het diepste geheim. Op basis van deze korte samenvatting van de procedures die gehanteerd worden/werden om het opvolgingsrecht te concretiseren, zouden absoluut twee van de drie zich noemde gramans, uit de boot vallen. De derde persoon maakt op basis van het opvolgingsrecht bij de Saramaccaners degelijk aanspraak op het gramanschap. Maar ik herhaal dat er geen touwtrekkerij tussen de sub-bere of ini-oso over de opvolging moet bestaan.

Ik zei eerder dat er invloeden vanuit de politiek (extern) haar intrede gedaan heeft in de traditionele gezagsstructuren, met name voor wat betreft de voordracht en benoeming van basja, kapitein en fiskali. Het gevolg hiervan is, dat er thans sprake is van politieke dignitarissen naast de traditioneel benoemde dignitarissen. Nu gaat het in deze actuele case (ook) om interne invloeden en wel vanuit de hoek van geschoolde(verwesterde) bosnegers. Die groep intellectuelen laten met hun uitspraken en handelingen over de opvolgingsgewoonte blijken, hierin verandering te willen brengen. Het argument, dat de Matjaw lo niet in staat, is om volgens de afgesproken en gehanteerde opvolgingsgewoonte een graman aan te wijzen en derhalve rigoureus moet worden ingegrepen in het systeem, is niet helemaal valide.

Het ware beter geweest als de stam het proces in gang had gezet om de opvolgingsgewoonte aan een grondige evaluatie te onderwerpen met als mogelijke resultaat het aanbrengen van veranderingen die passen binnen de hedendaagse maatschappelijke werkelijkheid. Abrupt afstappen van de traditie, roept altijd weerstanden op. Ik denk dat de Saramaccaners het pad van constructieve dialoog moeten kiezen en volgen om rust te brengen in het gebied. Een stam die verdeeld is, zal collectief falen. Een stam die verenigd is, zal collectief beter perspectieven tot ontwikkeling hebben. Tot slot een korte opmerking ten aanzien van de status van het traditionele gezag. Ik zie het traditionele gezag in ons bestuurlijk bestel als cultuurdrager met een ceremoniële functie naar de overheid toe. De overheid met al haar structuren en organen is in mijn conceptie de enige legitieme ontwikkelingsdrager. Ik kom in een speciale bijdrage op de zienswijze mijnerzijds terug.

[van Starnieuws, 18 juni 2017]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter