blog | werkgroep caraïbische letteren

Het heilige van vrijen

door Christine F. Samsom

Het zal wel aan mij liggen, maar de boeken van de hedendaagse, Braziliaanse bestseller-auteur Paulo Coelho (1947) die blijkbaar duidelijk voorzien in de spirituele behoeften van miljoenen mensen in dit post-religieuze tijdperk, spreken mij niet zo aan. Een uitzondering daarop is het in 2003 verschenen Elf minuten. Deze titel en de eerste zinnen maken nieuwsgierig: ‘Er was eens een prostituee die Maria heette. Moment. Met “er was eens” begin je een verhaal voor kinderen, terwijl “prostituee” een woord is uit de wereld der volwassenen. Hoe kan ik een boek schrijven met een dergelijke, ogenschijnlijke tegenspraak meteen in de eerste regel? Maar ach, omdat we ons hele leven met de ene voet in een sprookje staan en met de andere in een afgrond, zullen we deze beginregel maar handhaven.’
De titel Elf minuten slaat op de tijd die een man gemiddeld nodig heeft om klaar te komen bij een prostituee. Het doel in het leven van de hoofdpersoon Maria is, zoals ze al op haar zeventiende in haar dagboek schrijft: ‘de liefde te begrijpen’ (p. 26). Op vakantie in Rio ontmoet ze een Zwitser die haar een baan aanbiedt als nachtclubdanseres in Genève en haar daarbij een hoge verdienste in het vooruitzicht stelt. Heen en weer geslingerd tussen wantrouwen en haar zucht naar avontuur, kiest ze voor de reis naar Europa. Slachtoffer van vrouwenhandel, want dat blijkt de baan te zijn, voelt ze zich echter niet. Fragmenten uit haar dagboek komen in het hele boek voor, waardoor het verhaal over het leven van Maria heel persoonlijk wordt en de lezer merkt dat Maria haar gevoel van eigenwaarde niet verliest, integendeel. Ondanks die elf minuten, blijft seks voor Maria iets raadselachtigs, totdat ze een kunstschilder ontmoet met wie ze het heilige van seks ontdekt: Ze is in zijn ziel geweest!
Paulo Coelho: Elf minuten, vertaling: Piet Janssen. Amsterdam: De Arbeiderspers, 2003. ISBN 90 295 0976 7

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter