blog | werkgroep caraïbische letteren

Helman: bakra, buitenstaander of echte Surinamer?

[Column, uitgesproken op de 7de Caraïbische Letterendag, 17 september 2016 in Amsterdam.]

door Rihana Jamaludin

Zuid-Zuid-West las ik toen ik een tiener was. Dat wil zeggen, ik kwam niet verder dan het eerste deel van het boek, dat over de stad vertelde. De schrijfstijl op zich kon ik wel waarderen. Het onstuitbaar zin na zin aaneen weven van poëzie en schoonheid tot een loflied op het land, sprak tot mijn hart.

Manoushka Zeegelaar

Manousha Zeegelaar zingt het Heimweelied, gecomponeerd door gitarist Jef Hofmeister en begeleid door Walther Muringen op trompet en cajon.

Maar de beschrijvingen van het volk kwamen bevreemdend over. Helman sprak over hindoestanen en chinezen met reserve, en wanneer hij over negers schreef, leek de afstand tot hen mijlenver. Waarom sprak de man over Surinamers alsof hij er zelf niet toe behoorde? Wie was die man, die eenzame man?

Het was 1974 en Suriname was druk bezig een eigen identiteit te ontdekken. Het leek wel of iedereen in die tijd dichterlijke of kunstzinnige aspiraties had. Galeries en expo’s, cabaret, Doe Theater, het Nationaal Ballet. Suriname was tot bloei gekomen, een culturele bloei. Dobru, Vianen, Shrinivási en vele anderen, schreven herkenbaar over het leven en het volk. En … herkenbaarheid was tot dan toe niet vanzelfsprekend geweest.
Lang had Nederland zijn stempel gedrukt op het onderwijs en àlles wat met taal te maken had. Bijgevolg waren we onszelf gaan zien met de blik van een buitenstaander. Tekeningen op de kleuterschool lieten op het dak een rokende schoorsteen zien, een paddenstoel was rood met witte stippen, een prinses had een kroon en blond haar. Hoe eenzaam kun je zijn, als je jezelf enkel ziet door de ogen van een ander.

Helman, werd er gezegd, is geen ‘échte’ Surinamer, hij is een bakra. Op zijn beurt vond Helman nationalisme in literaire context ‘kletsica’, maar tevens een fase die niet kon worden overgeslagen. Op die lange weg naar een hogere vorm van literatuur, een vorm waarin door de schrijver meer afstand werd genomen van zichzelf en de omgeving.
En hoewel van iemand die zoveel had betekend voor Suriname, moeilijk zijn betrokkenheid kon worden betwijfeld, kwam de toon van afstandelijk observant al te verheven over.

In 1983 ging ik Noord-noord-oostwaarts – ‘weder overgestoken: het antwoord van Columbus’, zoals Helman het zelf uitdrukte. In de bibliotheek van Diemen begon ik opnieuw aan Zuid-Zuid-West. Heftig troffen mij nu bladzij na bladzij, van heimwee en eenzaamheid doordrenkt.
Nu ik zelf buitenstaander was in een land waarvoor ik in mijn jeugd onbedoeld was opgeleid, kon ik de weemoedige toon van de roman ten laatste volgen. De letterlijke afstand overzee, overbrugde de reserve van de schrijver. De lezer kwam de auteur in zijn eenzaamheid halfweg tegemoet.

 

Rihana Jamaludin

Rihana Jamaludin

Wie of wat is een echte Surinamer? In de jonge geschiedenis van Suriname was die vraag generaties lang niet aan de orde, omdat iedereen Nederlander was.
Tot politiek en geschiedenis een scheiding aanbrachten en er een kant gekozen moest worden.
Wat maakt dan een Surinamer?
Al wie zijn hart aan Suriname heeft verpand.

 

2 comments to “Helman: bakra, buitenstaander of echte Surinamer?”

  • Goed geschreven column, de schrijfster durft kritisch naar helman te kijken maar heeft zich ook in hem kunnen inleven.

    • Wat maakt het uit?
      En wie maakt dat uit?
      That’s the question!

Your response at Feryal Sadiek

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter