blog | werkgroep caraïbische letteren

Heimwee naar een verdronken verleden

door Stuart Rahan

Kunt u zich voorstellen, Paramaribo de oude hoofdstad van Suriname onder water. Ongeveer drie meter boven de zeespiegel waar balkons van hoge neuten het nog net overleefd hebben. De stad is verdronken. De enige manier om te overleven is je verplaatsen in motorbootjes en voor de rest van je leven overgeleverd zijn aan de harde junglewetten waar slechts de allersterksten overleven in een donker waterlandschap, vol mysteries.

 

Slechts enkele Surinamers en Braziliaanse goudzoekers zijn overgebleven. De rest is gevlucht naar het hogere drogere zuiden. Waar mensen heer en meester zijn op het water, zijn de vraatzuchtige pirengs de baas in het water. Elke verkeerde beweging die een overlevende maakt en daarbij ongelukkigerwijs in het water terechtkomt, is voor die het laatste levensteken.

Belastingambtenaar
In het boek Waterjager jaagt Chris Polanen (1963) zijn heimwee naar geestelijke rust na en alles wat hij in zijn jeugd achterliet. Joshua, de hoofdpersoon gaat na twintig jaar terug, op zoek naar zijn broer JC (Jean Christoph) en inmiddels overleden vader. Van doden moet je immers volgens goed traditioneel Surinaams gebruik gepast afscheid nemen. Niets is meer wat het was, zelfs broer JC leidt een aangepast leven. Als zelfbenoemd belastingambtenaar int hij op geheel eigen wijze belastingen, al dan niet met grof geweld. In het begin is het zwaar voor Joshua die gevormd is in Nederland, het land waar hij zich weliswaar nooit thuis voelde.
Zijn geaffecteerde manier van spreken, het typische Nederlandse gedrag en denken zijn regelmatig de reden voor conflict. De Nederlander herkent de Surinamer in hem terwijl in zijn geboorteland Surinamers hem als een ‘p’tata’ zien. “Je bent geëmigreerd, je voelt je niet zo lekker in je vel en als je teruggaat dan ga je pas meemaken dat het thuis waar je zo lang naar verlangde niet meer bestaat”, vertelt de redelijk succesvolle dierenarts in de Amsterdamse wijk Bijlmer Chris Polanen. Het heimwee wordt op een extreme manier beschreven om zijn worsteling met onthechting in te vullen.

Medische achtergrond
Dat de schrijver een medische achtergrond heeft, laat hij de lezer vaak genoeg ervaren. Een vrouwelijke patiënt heeft na vier zwangerschappen bijvoorbeeld lange striae overgehouden. Die worden vergeleken met bladeren van een varen en een andere patiënt heeft de schimmelinfectie candida opgelopen. De soms letterlijk fysieke gevechten op leven en dood, zijn met een medisch minutieuze pen zo koel en berekenend beschreven dat jij je als lezer afvraagt of deze man geen arts was geworden, dan was hij zeker moordenaar geweest.

De fascinatie waarmee iemand zo gedetailleerd de soms pijnlijke overgang van leven naar dood beschrijft, kan zich alleen in het brein van een latente moordenaar afspelen. “Nee hoor, ik heb slechts een fascinatie voor mysterie en dood. Meer niet”, lacht Polanen de veronderstelling weg. Waterjager is op een indringende manier geschreven waar bijna elke zin een poëtische verhandeling in zich draagt voor dood, leven, liefde en heimwee. “Dat oude volkslied past niet meer bij ons. Het roept de Surinamers op om te vechten voor hun land maar de Surinamers zijn weg. En de Brazilianen hebben toch geen idee.” Het verhaal grijpt je bij de keel en knijpt die net zo lang dicht tot je het uitgelezen hebt.

[uit de Ware Tijd, 9 juni 2017]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter