blog | werkgroep caraïbische letteren

Hallo Paramaribo – Pim de la Parra weet het niet meer

door Tjebbe van Tijen

Ik kreeg zojuist een email van Hans Plomp toegestuurd met een artikel van Pim de la Parra (1940-) uit Paramaribo. Het betreft een doorsturen van een in de Ware Tijd (dagblad) gepubliceerde kolom. Het schrijven van Hans Plomp is duidelijk als een verder publiekmaken bedoeld… doe ik dus bij deze…
Maar eerst… dat wat in mijn overvolle hoofd allemaal opkwam bij het lezen van Hans Plomp zijn intro en De la Parra zijn stukje.

Herinner mij De la Parra van een halve eeuw terug als een leuk schreeuwerig mannetje dat opdook in Kriterion in de tijden dat dwarsheid en experiment daar nog de voorkeur genoten…. De minder gelukkige terugkeer van Joszef Katus naar het land van Rembrandt (1966) is een film die hij samen met Wim Verstappen (1937-2004) maakte die een ieder uit de Amsterdamse scene zich nog herinnert… niet zozeer om het verhaal, maar omdat straat- en etablishementbeelden uit 1966, een klein tijdmachine… wie kan zich nog voorstellen hoe het er in de poffertjeskraam opzij bij het Weteringscircuit uitzag?
Het toch maar even opgezocht, of ik dat wel goed onthouden had van die ‘poffertjeskraam op het hoekje bij het Weteringcircuit’ en de Vijzelgracht en nee ik verwar daar scènes uit de film uit 1960 van Fons Rademakers (Makkers staakt uw wildgeraas) waarin dat trefpunt van Leidse-pleiners en nozems voorkomt. Want zo wijst mij een zoektochtje door de digitale krantenarchieven en een samenvattend artikeltje in Ons Amsterdam terecht: die poffertjeskraam kwam er na sloop en plannen voor een soort snelweg in 1937, komt regelmatig in het nieuws of baldadige en crimineel geachte jongeren in de periode 1958-1960, in 1960 dus Fons Rademakers opnamen, maar wordt in 1961 gesloopt. Er een cafetaria voor in de plaats, of dat ook een verzamelpunt voor bohémiens was: denk het niet…
In de film Hans – leven door de dood uit 1983 van de cineast Louis van Gasteren, komen die fragmenten uit de 1960 opnamen van Fons Rademakers van de ‘poffertjeskraam’ ook weer voor, omdat ‘pleiner’ Hans van Sweeden (1939-1963) er een rolletje in speelt als aanvoerder van een groepje jongelui die de spot drijft met de figuur van een burgermansvader die probeert zijn zoon uit dit kwade milieu naar huis te krijgen.
Al dat was blijven hangen in de warboel die ‘de herinnering’ vaak is.
De film van Verstappen en De la Parra, is na 1961 opgenomen. Wat mij wel op de gedachte brengt dat speelfilms met (candid) camera opgenomen straat en publieke ruimte scenes, ook een ‘documentair karakter’ hebben. Dat heeft de de ‘Joszef Kartus’ film wel in zich,

Dat was een plek die ondanks de wasem van het poffen toen uiterst ‘cool’ was. (Er staat vrijwel niets van dit filmproduct on-line zie ik nu, enkel deze korte fragmenten met Rudolf Lucieer (ooit een jeugdvriendje van mijn zus) als Joszef Katus, onder meer met geënsceneerde happenende provos’s op het Spui) …
Veel over De la Parra en zijn compagnon uit die tijd Wim Verstappen is te vinden op deze kritische pagina met de titel “The not-so Great Director”, daar staat ook een foto van De La Parra als jong cineast met een expres omgekeerd boekwerk over Godard in zijn hand.
~
Wan Pipel (een volk) had zijn meesterwerk moeten worden, maar het flopte. Een film over hoe de verdeelde bevolkingsgroepen van Suriname (indianen, bosnegers (ja dat woord werd/wordt gebruikt, stadscreolen, hindoestanen, javanen, chinesen, boeroes ..is dit lijstje nu compleet?) één volk konden worden, een reactie ook op de exodus naar Nederland vlak voor en na de “onafhankelijkheidsverklaring” in 1974 van Suriname.
Weer een verhaal/plot dat mij als kijker niet kan boeien, maar beelden van winti en andere seances die prachtig zijn… een rare kopie, die en deel van het beeld afsnijdt staat op YouTube.
Nu dit alles viel me in voordat ik Pim de la Parra’s esoterisch betoog uit Paramaribo van nu begon te lezen. Komt die drang naar het bovenzinnelijke op latere leeftijd vraag ik me dan af. Het doet nu in het jaar 2017 – zoals vaak bij De La Parra – gedateerd aan, alsof hij achteruit kijkend naar voren loopt, trends als: Boeddhisme, Zen, Krishnamurti (ooit een goeroe voor de beter standen tijdens het interbellum in Nederland met een eigen kasteeltje bij Ommen – cadeautje van Baron van Pallandt)… Hij spreekt over ‘niet weten’, het leegmaken van het hoofd, gut zat er dan nog wat in bij De La Parra?
 

Joseph Dietzgen

Zou hij zijn plezierige dwarsheid verloren hebben in dit proces? Hoop het niet… wellicht ontbrak hem een materialistisch inzicht al die jaren.. zal ik hem dan maar Das Wesen der Menschlichen Kopfarbeitt – Dargestellt von einem Handwerker – Eine abermalige Kritik der reinen und praktischen Vernunft, daterend uit 1869 geschreven door de leerlooier Joseph Dietzgen (een vroeg-Marxist) opsturen?
“De oneindige menigvuldigheid der dingen, de ontelbare rijkdom der eigenschappen heeft geen ruimte in het hoofd” schreef Dietzgen al in 1869 in de inleiding van het hiervoor aangehaalde boek. Laat ik nog een enkel materialistisch Dietzgen citaat geven voordat ik de vernieuwde esoterische Pim de la Parra uit Paramaribo aan het woord laat met zijn observaties buiten de verstandelijke waarneming:
~
“Evenals het gezicht niet de boom, maar slechts het zichtbare van de boom ziet, zo kan ook het denkvermogen niet het object zelf, maar slechts zijn kenbare geestelijke kant opnemen. Het product, de gedachte, is een kind dat door de hersenfunctie in gemeenschap met het een of ander object geteeld is. In de gedachte verschijnt zowel het subjectieve denkvermogen enerzijds als anderzijds de geestelijke natuur van het object. Iedere functie van de geest vooronderstelt een voorwerp, waardoor zij voortgebracht is, dat de geestelijken inhoud afgeeft. Aan de andere kant komt deze inhoud van een voorwerp dat daarenboven, op de een of andere manier, zinnelijk waargenomen is. Hetzij gezien, gehoord, geroken, geproefd, hetzij gevoeld. Kortom ervaren is.” [de Nederlandstalige versie staat hier on-line het Duitse origineel is natuurlijker fraaier wat taal betreft.

Hans Plomp:
Dierbare aardgenoten een inspirerend stuk van Pim de la Parra, een van onze tofste filmmakers. Pim en Wim, onze avant-garde van de jaren 60 en 70.
Hij woont in Paramaribo in een bescheiden huisje en schrijft regelmatig columns in De Ware Tijd.
Iris en ik houden van Suriname en bezochten hem daar. In veel opzichten precies het tegenovergestelde van Nederland.
Leve de ingeslagen weg, xxxhans plomp

Van: Pim de la Parra
Datum: 28 oktober 2017 om 19:12
Onderwerp: Hallo Paramaribo! = Column = Ik weet het niet meer Aloha bestelieve mati’s, Onderstaande aflevering van mijn column, ‘Ik weet het niet meer’, verscheen in dagblad De Ware Tijd van zaterdag 28 oktober 2017.
Apriori veel dank voor je aandacht. Gran Odi, Pim Sr.Jr.
~
H a l l o P a r a m a r i b o !
I k w e e t h e t n i e t m e e r
~
Een van de meest opwindende ontdekkingen van de afgelopen jaren was voor mij het inzicht dat ik me heb vergist in alles wat ik eerder voor waar had aangenomen. Bijna alles wat ik van kindsbeen af van mijn ouders en opvoeders heb geleerd en geloofd, bleek geleidelijk aan niet waar te zijn. Vroeger wilde ik alles weten en ging ik er automatisch van uit dat je door veel te weten ook vanzelf geluk en vrede zou kennen. Er moest toch een absolute waarheid zijn, die door mij gekend zou kunnen zijn, als ik maar steeds zou blijven leren en studeren. En zo bleef ik hongerig naar kennis en wijsheid uit alle windstreken, en las ik per week gemakkelijk in tien boeken tegelijk. Bij voorkeur autobiografieen van zowel klassieke als moderne kunstenaars, schrijvers en filosofen. En talloze boeken met monologen en dialogen van zogenaamde verlichte geesten.
~
Rond mijn vijftigste moest ik afhaken van filosofen als Heidegger, Sartre, Foucault en Derrida, omdat mijn geest hun vergaande abstracties niet meer kon verdragen. Alleen Emmanuel Levinas (1906-1995) kan ik nog pruimen en van hem leer ik nog steeds. Hij stelt dat er geen zoekers naar waarheid zouden zijn als de mens alleen maar gedreven werd om te streven naar de bevrediging van behoeften. Het menselijke vernuft kenmerkt zich volgens hem juist door een verlangen naar iets wat onze dagelijkse werkelijkheid overstijgt. Een innerlijke drang om vreemd territorium te betreden, een verlangen naar het andere. (Een toekomstige aflevering van deze column zal gewijd zijn aan zijn gedachtegoed.)
~
Veel toegankelijker bleken voor mij gelukkig mystici en spirituele gidsen uit wat vroeger ‘het Verre Oosten’ werd genoemd. Van hen leerde ik dat woorden niet de dingen zijn waar ze naar verwijzen. “Het woord is niet het ding”, las ik bij Jiddu Krishnamurti. Langzamerhand drong het tot me door dat mijn hoofd vol zat met zaagsel: nutteloze kennis en informatie. Dat mijn geest in de loop der jaren door ontelbare onsamenhangende gedachten en denkbeelden overwoekerd was geraakt. Zodat alles wat ik aan gesproken en geschreven woorden en zinnen kon voortbrengen, niet veel meer was dan een soort verbale en mentale diarree. Maar het ergste was nog de schok te beseffen dat ik geen meester was over mijn bovenkamer. Dat ik niet de bewuste denker was van mijn gedachten, zoals ik heel arrogant had aangenomen. En dat alles zomaar vanzelf in mij werd en wordt gedacht. Om die opzienbarende ontdekking diepgaand te onderzoeken, begon ik aan een roman, getiteld ‘De man die dacht dat hij kon denken’. Ondertussen bevat de twaalfde versie van het manuscript tweeentwintig hoofdstukken, en is de titel veranderd in ‘De schaamte van H.W. Bekomst’. Maar de drijfveer om deze roman nog te voltooien, is op wonderbaarlijke manier verdampt.
~
Er valt helemaal niets te weten! Niets te begrijpen. Niets te verklaren. En er is ook niemand die iets weet. We doen alleen maar alsof we alles weten. Iedereen doet alsof. Dat is wat ik heb ontdekt. Vroeger dacht ik dat het zo hoorde: dat ik veel zou moeten weten. Dat het daar om gaat in het leven. Als ik niet zou weten, dan zou er iets mis zijn met mij. Daarom wilde ik van alles het fijne weten. Maar nu weet ik het niet meer. Ik hoef ook niets meer te weten. Ik weet al meer dan genoeg.
~
De Engelse spirituele gids Unmani Liza Hyde geeft al jaren retraites overal op aarde en spreekt over dit Niet-Weten. (www.not-knowing.com). In haar boek ‘Ik ben het leven zelf’ schrijft ze: “Ik weet niets. Het enige dat ik altijd heb geweten is dat ik het niet weet. Herkenning van het leven zoals het is, is herkenning van wat er al is en altijd is geweest: niet-weten. Dit is wat ik ben. Absoluut onschuldig niet-weten. In niet-weten is er geen twijfel. In niet-weten is er absolute helderheid. Dit ben ik. Ik ben het leven zelf.”
~
Pim de la Parra
Prins Hendrikstraat xxx
Paramaribo – Suriname
Tel: xxxxx
E-mail: xxxxx

 

Het was meer dan veertig jaar geleden dat ik Dietzgen zijn betoog over onze bovenkamer las – op aanraden van de ‘radencommunist en eeuwig werkloze timmerman Gerard van den Berg (1909-1997) – en ik vraag mij af, na lezing van De la Parra en herlezing van deze ouwe marxist, of de ‘wijsheid uit het Oosten’ en die ‘uit ons Europees Westen’ wel zo verschillend is, neem nu weer die inleiding als het gaat om

Het reine verstand of het denkvermogen in het algemeen

Dietzgen zegt dan: “Met het anatomische mes kunnen wij de geest worgen, maar niet ontdekken. De erkenning dat denken een product van de hersenen is doet ons onderwerp zo nader komen dat het uit het gebied van de fantasie, waar de spoken rondgaan, in het heldere daglicht der werkelijkheid kan getrokken worden. Van een immaterieel onvatbaar wezen wordt nu de geest een lichamelijke werkzaamheid.”

De la Parra schrijft dat hij leerde (van Krishnamurti) “dat woorden niet de dingen zijn waar ze naar verwijzen” en komt dan na wat verdere overpeinzingen tot deze conclusie:

“Er valt helemaal niets te weten! Niets te begrijpen. Niets te verklaren. En er is ook niemand die iets weet. We doen alleen maar alsof we alles weten. Iedereen doet alsof. Dat is wat ik heb ontdekt.”

Nog een keertje terug naar Dietzgen die al schrijvend denkt en noteert:

“Het hoofd neemt niet de dingen zelf, maar slechts hun begrippen, hun voorstelling, hun algemene vorm op.”

Of een jet-set en internet goeroe wiens stellingen De la Parra aanhaalt “in niet-weten is er geen twijfel” en “In niet-weten is er absolute helderheid” … kan tippen aan die ouwe Marxist, ik betwijfel het. Dietzgen maakt dit simpel onderscheid tussen waarneming en gedachte:

Het hoofd neemt niet de dingen zelf, maar slechts hun begrippen, hun voorstelling, hun algemene vorm op. De voorgestelde, gedachte, boom, is steeds slechts een algemene.
De werkelijke boom is een boom als geen andere. En al neem ik ook deze bijzondere boom in mijn hoofd, hij onderscheidt zich innerlijke altijd nog van de uiterlijke. [Zo]Als het algemene zich van het bijzondere onderscheidt.

Ook Dietzgen spreekt over iets dat er is en geen (of nauwelijks meetbare) ruimte inneemt, zeg maar LEEGTE

De oneindige menigvuldigheid der dingen, de ontelbare rijkdom der eigenschappen heeft geen ruimte in het hoofd.

PS Ik heb de precieze adressen uit de email van De la Parra verwijderd omdat ik niet weet of die er ook in de Ware Tijd bij stonden.

PPS Wie wil weten hoe “Prins Pim” (zoals hij zichzelf ooit noemde) er nu uitziet en zijn in 2011 opgetekend levensverhaal wil lezen doet dat in dit lange en fraai geïllustreerde interview van Emile Martens voor het tijdschrift Imaginations, revue d’études interculturelles, december 2015.

[van The Limping Messenger, 29 oktober 2017]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter