blog | werkgroep caraïbische letteren

Frank Martinus Arion: een veelzijdig gedreven persoon

We besteden aandacht aan het Liber Amicorum (Vriendenboek) voor Frank Martinus Arion, die in 2015 overleed. Onze redacteur Jerry Dewnarain heeft hem ontmoet toen de schrijver van Curaçao in verband met een literatuurcongres hier was, een scholentoer deed en zo in Nickerie terechtkwam, waar Jerry toen les gaf. Dat was het begin van een avontuur, want hij besloot op het eiland les te gaan geven en wel op de school van Arion. Maar daarover later mee. Dewnarain bespreekt het Papiamento-gedeelte, en Hilde Neus kijkt naar het Nederlandstalige deel van het boek. Deze keer dus samen. [red. dWTL]

 

Frank Martinus Arion met zijn vrouw Trudi Guda voor hun huis in Willemstad, mei 2014. Foto © Michiel van Kempen

Ode aan Frank Martinus Arion

door Hilde Neus

Op 28 september 2015 overleed Frank Martinus Arion op zijn geliefde eiland Curaçao. Inmiddels hadden zijn vrienden al het plan opgevat om een Liber Amicorum (Vriendenboek) voor hem te maken. Hij heeft het niet meer mogen zien. Maar de inhoud is tekenend voor de bewondering die hij genoot. Diana Lebacs heeft een pakkend gedicht geschreven als ode aan de planter. Want Arion was een planter van woorden, de bundel heet dan ook: Frank Martinus Arion: plantadó den kunuku kurú en is een uitgave van de Algemene Faculteit van de University of Curaçao, dr. Moises da Costa Gomez, verzorgd en samengesteld door Marta Dijkhoff, Elisabeth Echteld, Wim Rutgers en Ronald Severing.
De artikelen zijn soms in het Papiaments, soms in het Nederlands gesteld, zelfs een in het Engels. Jerry Dewnarain schijft over zijn ervaringen met tio Frank en diens school op het eiland. De leerkracht uit Suriname moest zich geheel onderdompelen in het Papiaments om te kunnen functioneren op SKAI (Skol Avansa Integrá), een school met een compleet curriculum in het Papiaments. Ook spreekt hij over de meester als Caribische auteur. Was Dubbelspel al populair, het kreeg nog een extra dimensie erbij toen het werd gekozen als boek voor de actie ‘Nederland leest’ waarbij er zo’n miljoen exemplaren werden bijgedrukt en gratis verspreid. De boeken van Arion zijn geëngageerd en geven een kijkje in de Caribische keuken. Voor de Nederlandse lezer kost dat soms wat inspanning. Dat moet je er wel voor over hebben.

 

 


Ruby Eckmeyer speelt in haar (Engelstalige) artikel ‘Reading the Intangible Heritage through Narratives of Native Authors’ in op het feit dat er veel over de eilanden geschreven is, maar dat Dubbelspel toch wel de eerste roman van binnenuit was. Zeker als we het succes op internationaal terrein bekijken. Ze heeft het over ‘landskinderen’ of wel yu di corso. Eckmeyer poneert de stelling dat niet-natives de werkelijke betekenis van niet-tastbare culturele erfenis niet werkelijk kunnen vatten. Het is niet langer een schrijven om de overheerser te plezieren, maar meer zich richten tot de eigen mensen. Arions taalgebruik en beelden zijn begrijpelijk voor de lezers van het eiland zelf. De auteur geeft wat voorbeelden van niet-tastbare aspecten, zoals het geloof. Ze noemt het een holistische benadering van ziel en geest.
Bart Jacobs heeft het in zijn artikel ‘Frank Martinus Arion’s Legacy to Papiamentu Studies’ over de taalkundige kwaliteiten van Arion. Hij geeft aan waarom het Papiaments een bijzondere taal is: de meeste Caribische talen zijn gebaseerd op de koloniale hoofdtaal, zo niet het Papiaments. Ten tweede is de bron van de woordenschat niet afkomstig van één taal, maar van meerdere (Spaans en Portugees). De titel van de dissertatie van Arion The Kiss of a Slave is de inspiratie geweest tot zijn eigen onderzoek. De notie dat het Papiaments sterke banden had met het Kaapverdiaans werd sceptisch ontvangen, maar is nu een gangbare theorie. Velen wilden niet aan de op Afrika gebaseerde theorie vanwege de connecties met de slavernij. In zijn historische raamwerk bekeek Arion oude documenten voor linguïstische reconstructie. Hij schreef er meerdere artikelen over.

 


Michiel van Kempen vestigt in ‘Het zwarte zenuwstelsel en de geïmpliceerde Antilliaan’ de aandacht op de vroege poëzie, zoals in Stemmen uit Afrika (1957, 2e druk 1978). Deze is niet vrijblijvend, maar dwingt de lezer positie te kiezen. Van Kempen bespreekt enkele gedichten uit de bundel. Het is jammer dat ze hier niet meer verkrijgbaar zijn en zo weinig te horen. Afrika is per slot van rekening de oermoeder, en zoals van Kempen zegt: Arion was de négritude-vertegenwoordiger van de Nederlandse Antillen.
Jos de Roo gaat in op de ‘Afrikaanse notities, geen thuiskomst’ en legt daarin bloot de vondst van enkele teksten die Arion voor de Wereldomroep schreef en die in enkele uitzendingen aan het publiek werden voorgehouden over Afrika, Anansi-verhalen, de positie van de vrouw en linguïstiek, allemaal onderwerpen waar hij meer over schreef.
Wim Rutgers schrijft over Arion in ‘De paradox als principe’, Frank Martinus Arion over de criticus, de essayist, de schrijver, beroepen die hij heeft uitgeoefend. Toch was hij erg kritisch over literaire critici, die hij gevangenbewaarders noemde. Zij betitelden hem als ‘de zwarte Vergilius’ naar de beroemde Romeinse dichter, wat Arion zelf overdreven vond. Wel was hij steeds een Caraibische schrijver. Hij zou zelf hebben gezegd dat Suriname onafhankelijk is geworden door het nationalisme in de romans en de poëzie.
Henry Toré haalt in ‘Ontmoetingen en nog veel meer’ zijn contacten met Arion aan door de jaren heen, en Sixto ‘Chito’ Walle schrijft over hem in ‘Zonder vrienden is dit leven veel minder leuk’, een veelzeggende titel. Ook Carlos Weeber vertelt in ‘De architect vertelt verder’ meer over de persoonlijke contacten, evenals James Franklin Wilson in ‘A Personal letter to Frank.’ Al met al krijgen we via dit Liber Amicorum een mooi compleet en gevarieerd beeld van deze veelzijdige Curaçaoënaar: Frank Martinus Arion.

 

Frank Martinus Arion: een veelzijdig gedreven persoon

door Jerry Dewnarain

Frank Martinus Arion is een pionier geweest op diverse gebieden. Zo heeft hij zijn verdiensten bewezen op het gebied van literatuur (waaronder de literatuur van Curaçao en de rest van de Nederlandse Antillen). Voorts heeft hij zijn bijdrage geleverd aan historisch onderzoek (de archieven van de fraters in het bisschoppelijk paleis) en uiteraard is er zijn baanbrekend werk over creooltalen, met name het Papiamento. Zijn onderzoek over deze creooltaal, alom gesproken op de benedenwindse eilanden en in Nederland, werpt tegenwoordig zijn vruchten af: het Papiamento is intussen gestandaardiseerd en de instructietaal geworden in het Curaçaose onderwijs, vooral in het primair onderwijs, en doet langzaam ook zijn intrede in het voortgezet onderwijs. Op zijn eigen school, de SKAI (voortgezet onderwijs), die als voorbeeld kan dienen, was het Papiaments de instructietaal. Ik heb er de taal geleerd en mij eigen gemaakt tot een van mijn favoriete talen, waarin ik met genoegen les heb gegeven. Vaak put ik nog uit deze taal als ik geen vervanging van een woord kan vinden in het Nederlands. Deze language mixing doet mij vaak denken aan de taalvirtuoos Frank Martinus Arion: hij inspireerde mij het Papiamento te leren spreken maar ook te leren schrijven, wat mij aardig lukte tijdens mijn jarenlange verblijf als leraar op Curaçao.

 

Arion is eveneens de oprichter van zijn school die gebaseerd is op humanistische fundamenten. Hij bewees met de oprichting van zijn Kolegio Erasmo Basiko (basisonderwijs) te Suffisant in 1987 en Skol Avansa Integra (secundair onderwijs) dat het Papiamento als instructietaal belangrijk is voor kinderen van wie het Papiamento de moedertaal oftewel de eerste taal is. Hiermee bewijst Arion een universeel grondbeginsel: het fundamentele recht van het kind om onderwijs te genieten in zijn eigen (moeder)taal. De strijd die Arion heeft geleverd voor standaardisatie en erkenning van het Papiamento heeft voor anderen de weg geplaveid voor verder onderzoek en waardering van het Papiamento. Arion is voor velen een inspirator of rolmodel, een voorbeeld van volharding en toewijding. Hij was een veelzijdig persoon, toegewijd en gedreven op sociaal, politiek en cultureel gebied. Zijn taalkundig en literair werk bestaat uit romans, verhalen, poëzie en essays in het Nederlands en het Papiaments. Als taalwetenschapper was hij op Curaçao directeur van het linguïstisch instituut van de Antillen. In 1996 promoveerde hij op een in het Engels geschreven proefschrift The kiss of a slave; Papiamentu’s West-African Connections over de oorsprong van het Papiamento. Vanaf 2008 was hij als buitengewoon hoogleraar verbonden aan de University of Curaçao. Arion stierf op 28 september 2015.

In 2016 gaven vrienden van Arion het Liber Amoricum uit. De titel van deze uitgave is volgens de redacteuren ontleend aan de poëtische bijdrage van Diana Lebacs: ‘De planter’/‘E plantadó’. In dit gedicht wordt Frank Martinus Arion vergeleken met een planter die immers in de kunuku van zijn leven al langer dan een halve eeuw een planter van woorden is. Het boek bevat bijdragen van vrienden en collega’s van Frank Martinus Arion. Het belicht het leven en werk van Frank Martinus Arion. De bundel geeft een helder beeld van de veelzijdigheid van de schrijver van Dubbelspel: als linguïst, onderzoeker, oprichter van een humanistische school, cultuurkenner, taalemancipator et cetera. De redactie heeft zoals Arion ook was, een kosmopoliet, bijdragen gevraagd aan mensen die een band hadden met Arion uit verschillende landen: Curaçao, Aruba, Nederland en Suriname en uit landen waar ‘de invloed van Frank zich uitstrekt, waarbij de redactie geen beperking heeft opgelegd aan de taal van de bijdragen, in de geest van Frank Martinus Arion zelf, die immers ook steeds multilinguaal, veeltalig, in zijn literaire en wetenschappelijke bijdragen in zijn werkzame leven is geweest’ (p. 9). De bundel bevat 22 artikelen, waarvan 8 in het Papiamento, 3 in het Engels en 11 in het Nederlands.

 

 

Ik bespreek enkele artikelen naar mijn keuze. Sommige artikelen zijn in zowel het Papiamento als in het Nederlands geschreven zoals het gedicht De planter/E Plantadó (zie elders op deze blogspot). Met dit gedicht toon Diana Lebacs poëtisch de succesvolle loopbaan van Frank Martinus Arion. Het geeft ook de indruk, hoe snel het leven voorbijgaat. De tijd spaart ons niet en heeft altijd haast. Het artikel van Jacqueline Cras beschrijft Arion als de man van het volk, vooral omdat hij zijn jeugd heeft doorgebracht in verschillende buurten: van Punda tot aan Santa Maria. Maar meer nog, ondanks alle faam en succes bleef Frank Martinus Arion een eenvoudige man. Cras laat dit in haar artikel heel duidelijk zien. Martha Dijkhoff belicht in haar artikel de weg naar emancipatie van het Papiamento: ze begint door mee te delen dat het schrijven in het Papiaments niet eenvoudig is geweest vanwege de verschillende manieren waarop men bijvoorbeeld woorden schreef of meningen had over de grammatica van deze creooltaal. Maar volgens Dijkhoff heeft Arion ontzettend veel materiaal achtergelaten voor onderzoek van het Papiamento en de bevordering van deze taal. Dit is volgens haar een uitdaging die Papiamento-sprekers zeker moeten aangaan in deze digitaliserende wereld. Het artikel van Ronald Severing handelt over het literaire oeuvre van Frank Martinus Arion. Severing legt duidelijk uit wat de literaire invloeden van Arion zijn geweest op lokaal en internationaal gebied. Arthur Tjin-Kon-Fat bekijkt Arion vanuit verschillende facetten: Arion als mens, schrijver, wetenschapper en als ‘Papiamentista’. Al met al komt duidelijk naar voren dat Frank Martinus Arion als mens een humanist is geweest waarbij respect voor elk mens bij hem centraal stond. Als ‘Papiamentista’ streed hij voor erkenning van het Papiamento en bevordering en bestudering van deze taal. Kortom, het Liber Amicorum laat duidelijk de veelzijdigheid zien van een gedreven persoonlijkheid waarop de wereld bijzonder trots mag zijn.

Frank Martinus Arion: Plantadó den kunuku kurú. Liber Amicorum. Redactie: Marta Dijkhoff, Elisabeth Echteld, Wim Rutgers en Ronald Severing. Curaçao, University of Curaçao, 2016. ISBN 978-99904-6-095-7

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter