blog | werkgroep caraïbische letteren

Feitenvrije wetenschap

door Jos Joosten

Hier zien we dus op microniveau de grote vloek van deze tijd.

Marthijn Wouters en Aron Brouwer – de een afgeronde BA- geschiedenis, de andere bezig met de Research Master geschiedenis aan de UvA – publiceerden Willem van Oranje: de opportunistische vader des vaderlands, een baanbrekend bedoeld boek dat nieuw licht zou moeten werpen op Willem van Oranje. René van Stipriaan, historicus en periode-specialist, maakte afgelopen vrijdag in NRC Handelsblad overtuigend gehakt van dit boekje. De basisaanname was oud nieuws en vooral: het wemelde van de feitelijke onjuistheden.

Willem van Oranje, portret door Adriaen Thomasz. Key, 1580 (Rijksmuseum)

 

[Citaat van Van Stipriaan: ‘Dit beeld paste mooi in het straatje van de twee scholieren die voor hun profielwerkstuk op zoek gingen naar de vuile handen van de Vader des Vaderlands. In plaats van de discussie los te maken van de negentiende-eeuwse mythevorming en zwartwit-schema’s, wordt ze er weer mee verknoopt.’ – red. CU]

Alleen al een dergelijke massieve correctie van regelrechte fouten (genre: ze plaatsen een gebeurtenis in de stad Charleroi, die pas decennia later gesticht werd) in een historische studie zou normaal gesproken voor een auteur – laat staan voor een Research-Master student, met kennelijk wetenschappelijke ambities – reden moeten zijn voor het zich gedurende lange tijd zeer berouwvol terug te trekken in een donker hoekje.

Zoniet beide heren. Die leggen in Universiteitskrant ‘Folia’ uit dat de recensent een zeurpiet is. Debat willen ze. ‘We hadden er een academisch boekwerk van 800 pagina’s van kunnen maken, maar dan waren we vier jaar bezig geweest.’

Vier jaar aan een boek werken? Het idee alleen al!

Dus kozen ze voor een andere aanpak.

‘Als voorbeeld verwijst Brouwer naar de openingszin van het boek over de doop van Willem: “Het motregende al dagen, toen Willem op de vroege morgen van de tweede zondag van zijn leven wakker schrok van een plens water.” Brouwer: “Wisten we zeker dat het toen regende? Natuurlijk niet. Maar zulke zinnen maken het verhaal spannend.”‘

Mag je een boek zo beginnen? Zeker. Als je een niet zo gek getalenteerde beginnende auteur bent die een kitscherige kasteelroman wil schrijven, is dit helemaal in de roos.
Als je een historische studie schrijft niet.

Minstens zo kwalijk als dit historische broddelwerk van beide auteurs is – en ook dat hoort tot de vloek van deze tijd – de rol van de media, concreet, in dit geval, universiteitskrant ‘Folia’. De redactie zal allicht menen dat zij slechts de brengers van het nieuws zijn, maar dan ontkennen ze dat dit tegelijkertijd een vorm van legitimatie is van twee academici die die legitimatie sowieso niet verdienen – zeker niet in een periode dat ‘alternatieve feiten’ en de geloofwaardigheid van wetenschappelijke onderzoek steeds ter discussie staat.

De juiste weg was geweest: totaal negeren van deze twee pedante sukkels. Die vinden te zijner tijd hun plek wel op een van de Donald Trump-academies.

 

[van Facebook, 2 februari 2017]

 

door Wiel Kusters

Op zijn facebookpagina schrijft Jos Joosten vandaag behartenswaardige dingen over ‘de grote vloek van deze tijd’: ‘feitenvrije wetenschap’, naar aanleiding van de publicatie door twee studenten, Martijn Wouters en Aron Brouwer, van een studie over Willem van Oranje.

In de Amsterdamse universiteitskrant ‘Folia’ leggen de auteurs uit: ‘We hadden er een academisch boekwerk van 800 pagina’s van kunnen maken, maar dan waren we vier jaar bezig geweest.’ ‘Er is al genoeg nuance over Willem van Oranje.’

Joosten: ‘Vier jaar aan een boek werken? Het idee alleen al!
Dus kozen ze voor een andere aanpak.’

‘Als voorbeeld verwijst Brouwer naar de openingszin van het boek over de doop van Willem: “Het motregende al dagen, toen Willem op de vroege morgen van de tweede zondag van zijn leven wakker schrok van een plens water.” Brouwer: “Wisten we zeker dat het toen regende? Natuurlijk niet. Maar zulke zinnen maken het verhaal spannend.”‘
Joosten: ‘Mag je een boek zo beginnen? Zeker. Als je een niet zo gek getalenteerde beginnende auteur bent die een kitscherige kasteelroman wil schrijven, is dit helemaal in de roos.
Als je een historische studie schrijft niet.’

Jos Joostens tirade lezend, besefte ik weer dat deze relativerende omgang met historische waarheid, het construeren van ‘alternatieve feiten’ zo je wilt, al jaren geleden begonnen is, toen fictieschrijvers over nog lévende personen begonnen te schrijven alsof het romanpersonages of figuren uit televisieseries waren.
In die romans en series lieten ze het niet alleen regenen wanneer dat zo uitkwam (dat hebben schrijvers natuurlijk altijd gedaan), maar maakten zij ons ook deelgenoot van de veronderstelde gedachten, emoties en handelingen van personages die we bij wijze van spreken morgen op straat als personen konden tegenkomen.

Identiteitsdiefstal dus.

We maken het nu weer mee in de televisieserie ‘De Maatschap’, gebaseerd op (een laffe, maar toch ook brutale formulering als je er even over nadenkt) het bestaan van de advocatenfamilie Moszkowicz. En vandaag word ik door Toneelgroep Maastricht en Theater aan het Vrijthof uitgenodigd voor de première van ‘De advocaat’, geschreven door Ilja Leonard Pfeijffer, van wie wij weten dat hij graag veel lucht in zijne werken blaast.
Toneelgroep en theater lichten toe: ‘De advocaat’ is ‘geïnspireerd op het leven en de carrière van de voormalig advocaat Bram Moszkowicz. Het stuk is echter geen reconstructie van de werkelijkheid. Pfeijffers “De advocaat” behoort nadrukkelijk tot het terrein van de fictie.’

Dank voor de uitnodiging, heren, maar ik zal er niet bij zijn.
Als er 5 maart iemand in de zaal zit die op mij lijkt: ik ben het niet!

En tegen I.L. Pfeijffer zeg ik: Jongen, get a life.
Verzin vooral je eigen leven. En blijf met je [hier eindigt Kusters’bijdrage – red. CU]

 

[van Facebook, 2 februari 2017]

 

door Jan Fontijn

Ik schreef uitvoerig in mijn boek Broeders in bedrog over de relatie feit en fictie. Hier een enkel citaat daaruit: ‘Vergis ik me als ik beweer dat tegenwoordig feit en fictie in de kranten elkaar steeds dichter naderen? Is er een postmoderne scepsis in onze cultuur binnengeslopen over de mogelijkheid de waarheid vast te leggen, waarbij de grensvervaging tussen fictie en non-fictie symptomatisch is? Gaat de journalistiek, van oudsher toch bij uitstek het domein van de non-fictie, een huwelijk sluiten met de literatuur, het domein van de fictie?. Journalisten gaan op het literaire, fictionele pad, schrijvers gaan op het non-fictionele pad en en proberen wat meer straatrumoer en realisme in hun boeken te verwerken.’

[van Facebook, 2 februari 2017]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter