blog | werkgroep caraïbische letteren

Een koning in Portugal (10 t/m 12 oktober jl)

door Fred de Haas

Geen misverstand: ik vind Willem Alexander van Oranje-Nassau een aardige kerel. Maar als historicus nog steeds ‘een beetje dom’, zoals bleek uit wat hij zoal zei tijdens het recente ‘Staatsiebezoek’ aan Portugal. Maar dat kan ook heel goed aan de influisteringen van de aldaar gevestigde ambassadeur van Nederland hebben gelegen.

 

Alle foto’s: Portugal, Lissabon. © Michiel van Kempen

 

Zo’n Staatsbezoek ligt Willem eigenlijk niet. Op Lucky TV kan hij helemaal zichzelf zijn, maar tijdens zo’n officieel bezoek wordt alles voor hem geregisseerd en zelfs de kleur van de traplopers wordt aangepast aan de kleur van de jurken van zijn echtgenote. Of omgekeerd.

Ook moet er bij dat soort gelegenheden steeds ‘iets interessants’ worden gezegd waar niemand op zit te wachten. Bijvoorbeeld bij het overhandigen van onnodige kado’s en tijdens een toost aan rijk gedekte tafels.
Zo ontving de Portugese President Marcelo Rebelo de Sousa een oude wereldkaart uit handen van Willem. Made in Holland. Portugal grossiert weliswaar in door kundige Sefardische topografen gemaakte wereldkaarten, maar vooruit, het was goedbedoeld en zo’n kaart is nooit weg.

Willem was nauwelijks begonnen met de President uit te leggen dat ie het zo geweldig vond dat men in die tijd ‘met eenvoudige maar degelijke wiskunde’ zulke kaarten kon maken of hij werd al onderbroken. Volgens mij luisterde de President maar half omdat hij vond dat Willem de ballen verstand had van wiskunde en oude kaarten. De President:: ‘ik ben ook een verzamelaar..’ (???)
Willem, aangenaam of onaangenaam verrast, reageerde met een ‘ja,ja, dat wisten we’. De President voegde er nog aan toe : ‘Dat schept een beeld van de tijd. Van hoe ze de wereld zagen’.

Godallemachtig! Maar geen hond die de onzin van zo’n dialoog opmerkt!

 

Willem en Máxima kregen van alles te zien en te horen in Lissabon. Cristina Branco zong fado’s op vertaalde teksten van Slauerhoff (Cristina wist zelfs te vertellen dat ie Jan Jacob heette) en Nynke Laverman zong ze in het Fries. Typisch Portugees allemaal. Jeroen – Blauw Bloed – Snel wist nog te vermelden: ‘Geen ander volk ter wereld kan zo zingen over het leven, over verdriet en blijdschap zoals de Portugezen het kunnen’.
Nou, dan heeft Jeroen nog nooit goed geluisterd naar de Argentijnen en de Russen…

 

 

Willem en Máxima reden met de tram, de eléctrico (Jeroen zei de ‘electríco’ met de verkeerde klemtoon) naar een opgeknapte Portugese achterbuurt, de Intendente, waar vuilnismannen voor de gelegenheid in een kring op groene vuilnisbakken trommelden als onderdeel van een buurtproject. Een van hen zei dat ie niet alleen van zijn beroep hield, maar zich nu ook een beetje musicus voelde. Aan Cristina Branco die vertelde dat ze twee jaar in Amsterdam had gewoond, werd gevraagd of ze ooit overeenkomsten had gezien tussen Hollanders en Portugezen. Diplomatiek als ze was zei ze dat Nederlanders nou eenmaal Noorderlingen waren en Portugezen Zuiderlingen. Een beetje goed verstaander hoorde haar eigenlijk zeggen: ‘Portugezen zijn niet zulke botte horken als Nederlanders’.
Ook kregen de koning en de koningin de gelegenheid om te spreken met wat Nederlanders die in de wijk woonden. Geblèr: ‘leve Willem Alexander! Hoera! Hoera!’ Tijdens de receptie in Cascais voor de in Portugal wonende Nederlanders zei Willem nog dat de huizen in Lissabon hem deden denken aan de huizen in Curaçao (Penha, ongetwijfeld, en de landhuizen…). Hij zag daar ook een link (?). Verder zei Willem dat er in Nederland en in Portugal ‘zo’n beetje dezelfde soort mensen woonden’. Nou dan heeft hij niet goed geluisterd naar Cristina Branco.
Willem vuurde op straat tijdens het bezoek aan de Intendentebuurt nog wat intelligente vragen op een paar jonge Hollanders af:

De koning: ‘waarom hebben jullie…?’
Nederlander: ‘Mooie stad. Mooi weer’
De koning: ‘En wonen jullie hier ook een beetje in deze buurt?’
De Nederlanders (wijzend): ‘Ja, daarboven..’
De koning: ‘Oh, daarboven, ja…’. ‘Helemaal in de renovatie’.

Allemaal heel informatief.

 

 

Met een ernstig gezicht werd er in het Hiëronymusklooster een krans gelegd op het graf van de dichter Camõens die inmiddels al 437 jaar dood is. Dus zo ernstig hoefde je nou ook weer niet te kijken, Willem! Bovendien had Willem waarschijnlijk nog nooit van Camõens gehoord. Vasco da Gama en Fernando Pessôa liggen er trouwens ook begraven. Maar die kregen geen krans. Een beetje zuinig wel.

Tijdens de wandeltocht door de oude Arabische wijk Mouraria had de NOS gezorgd voor een fout muziekje uit Kaapverdië dat in de 16e eeuw een van de grootste Portugese slavendepots was en waar de tot slaaf gemaakte Afrikanen een aardig mondje Portugees hadden opgepikt waardoor later het Papiaments en het Kaapverdisch konden ontstaan. In Lissabon zelf, door Willem de ‘grande dame’ van Europa genoemd in zijn tafelrede, leefden rond 1550 zo’n 10.000 slaven.

 

Jeroen – Blauw Bloed – Snel schoot een paar Duitse toeristen aan op straat. Jeroen: ‘Ein holländische König mit deutsches Blut’. Twee fouten in één zin!
‘und das freut sich? vervolgde Jeroen. Nóg een fout! Nederlands kent ie trouwens ook niet: ‘ook hier een groots (?) ontvangst’.

Over tafelredes gesproken. Zowel de Portugese President als de Hollandse Koning deden hun best om het ene cliché op het andere te stapelen. We laten ze hier nog even aan het woord.

Rebelo de Sousa: ‘uw land heeft een voorbeeldfunctie. Het is een groots land dat samen met ons nieuwe oceanen heeft ontdekt, de zeeën heeft bevaren en verschillende werelddelen heeft betreden met een open mentaliteit’.

Willem: ‘U was de eerste die een wereldwijd web over de oceaan spon. Portugese zeevaarders hebben overzeese wereldhandel mogelijk gemaakt. Anderen, ook Nederlanders hebben uw voorbeeld gevolgd. Portugal heeft Nederland, Europa en de Wereld veel schoonheid en waarde gegeven. Uw geschiedenis heeft de onze beïnvloed. Uw vakmanschap heeft het onze vooruitgeholpen en uw cultuur raakt onze ziel’.

Waar háalden ze het vandaan? Voorbeeldfunctie? Groots land? Nieuwe oceanen? Open mentaliteit? Veel waarde gegeven? Cultuur die onze ziel raakt?

 

Willem gebruikte nog een daverende metafoor om duidelijk te maken dat de Portugezen oog voor detail hadden. De Portugezen hadden, naar verluidde, wel 1000 manieren om kabeljauw te bereiden!
Maxima moest wel een beetje lachen. Die gekke Willem! De Portugees meesmuilde wat. Die was allang blij dat Willem niet over sardientjes op de barbecue begon…

De ambassadeurs/speechschrijvers van BZ hadden duidelijk hun best gedaan om jolig uit de hoek te komen. Dat was niet helemaal gelukt en hun clichés legden ernstige, historische hiaten bloot.
Een beetje ambassadeur zou ook nog iets anders hebben kunnen vermelden bij die ‘grootse geschiedenis’ van Portugal en Nederland, hun ‘overzeese wereldhandel’ en hun geweldige ‘samenwerking’. Vanwege die vermeende, innige, banden kregen Willem en Máxima trouwens de Keten van de Orde van Hendrik de Zeevaarder (van de ontdekkingen en slavenrazzia’s) en De Sousa het Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

 

 

Ja, die Nederlanders en die Portugezen waren in vroeger eeuwen echte ‘kanjers’ om in de woorden van onze onvolprezen reizende optimiste Erica Terpstra te spreken. Vanuit São Jorge da Mina (‘Elmina’, op z’n Nederlands), São Tomé, Kaapverdië, Luanda en vele andere plaatsen dreven de Portugezen in de 15e, 16e en 17e eeuw een bloeiende slavenhandel. In innige samenwerking met Afrikaanse handelaren. De Portugese koning zag erop toe dat er geen slaven boven de 30 werden gekocht. En handig dat die Portugezen waren! Ze kochten koper in Congo, ruilde dit tegen slaven in Benin, verkochten deze aan Akan kooplui voor goud en brachten ze naar Brazilië en de Spaanse koloniën waar ze werden verhandeld en te werk gesteld op de plantages.

De samenwerking met de Hollanders was ook prima. De Westindische Compagnie was opgericht in 1621 en verkreeg in de Nederlanden het monopolie op de trans-Atlantische slavenhandel. Omdat het zulke kanjers waren veroverden ze in Noord-Oost Brazilië een groot gebied op de Portugezen en bleven er 25 jaar zitten (1624-1654). De Portugezen, net zulke kanjers, stampten een ‘zwart’ regiment uit de grond om tegen de Hollanders te vechten. Zoals we zien: een prima samenwerking! Om die samenwerking nog eens te benadrukken veroverde Johan Maurits in 1637 Fort Elmina op de Portugezen. Dat luidde het begin in van de grote slavenhandel, waarvan in 1650 Curaçao het grote centrum werd. Op Curaçao genoten lichtgekleurde slaven die een gecreoliseerd Portugees spraken de voorkeur omdat dit de communicatie vergemakkelijkte.

Nee, die samenwerking tussen Portugal en de Nederlanden verliep op rolletjes! Een en al voorbeeldfunctie wat de klok sloeg.

 

Nog even terug naar het Staatsiebezoek en de feestelijkheden in Lissabon. Als je goed oplet zie je een katholieke prelaat in vol ornaat in de stoet van hoge dignitarissen meelopen. De katholieke kerk heeft altijd goed kunnen samenwerken met de Portugezen. De slavenhandelaren werden zelfs geestelijk ondersteund door de pausen die de slavenhandel rechtvaardigden als een probaat middel om de Afrikanen te bekeren (zie de Bul Romanus Pontifex van 8 januari 1455).

Maar waar het tijdens het bezoek om ging was natuurlijk de bevordering van de handel en de situatie in Europa. Astrid Kersseboom (NOS) zei tegen het Koninklijk Paar dat hun bezoek een pleidooi voor de EU inhield en dat sommige mensen in Nederland anders dachten over die integratie in Europa. Willem was even in de war, maar werd gered door Máxima die een beetje snibbig tegen Astrid zei dat het ook een pleidooi voor samenwerking was.

 

De camera was in dit verband ook nog even gericht op de lunch die was georganiseerd voor Portugese en Nederlandse zakenlui. Willem zat er ook bij. Met een ongelooflijk chagrijnig gezicht.
Willem bedankte aan het eind van het Staatsiebezoek De Sousa voor zijn gastvrijheid in half Spaans half Portugees (‘Mucho obrigado’ moest zijn ‘muito obrigado’) en gaf de Portugezen nog een pluim ter afsluiting van zijn Staatsiebezoek:

‘Het is een trots volk, trots op zijn geschiedenis, trots op z’n toekomst’.

Hoe een volk trots kan zijn op zo’n geschiedenis is mij een raadsel en het is me ook niet duidelijk hoe je trots kan zijn op iets dat er nog niet is. Namelijk de toekomst.

 

 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter