blog | werkgroep caraïbische letteren

Een jihad van liefde

door Christine Samsom

Een klein boekje, nog geen honderd bladzijden, de titel: Een jihad van liefde, een naam: Mohamed El Bachiri, en nog een naam: David Van Reybrouck, ook in Suriname bekend van zijn boek Congo, een geschiedenis, die de tekst uit de mond van Mohamed heeft opgetekend.
De donkere ogen van de nog jonge man kijken niet naar de lens van de fotograaf. Zijn gedachten zijn ongetwijfeld bij zijn geliefde, zijn vrouw Loubna, de moeder van zijn drie jongens. Want over zijn liefde voor Loubna gaat dit boekje. En over veel meer…!

 

Hu? Jihad is toch Arabisch voor strijd? Zijn jihadisten, kort door de bocht gezegd, niet die fundamentalisten die aanslagen plegen , omdat ze geleerd hebben dat iedere ongelovige gedood moet worden? Is de titel Een jihad van liefde niet in strijd met de praktijk? Hoe komt het dat juist dit boekje, in 2017 verschenen, nu al zijn zesde druk beleeft?

Uitleg van het woord Jihad komt eerst: ‘Inspanning, strijd op Gods weg’. Volgens het Franse woordenboek Larousse kun je met die uitleg twee kanten op:
1. Inspanning die iedere moslim moet aangaan tegen de eigen hartstochten. (…grote jihad)
2. Strijd om het domein van de Islam te verdedigen. (…kleine jihad)’ (p. 5)

Maar wat heeft dat met liefde te maken?

‘Loubna, liefste,
Niets heeft nog smaak, niets heeft nog zin.
Mijn dromen waren de jouwe, jouw dromen de mijne.
Samen oud worden, hand in hand,
De kinderen zien opgroeien, in vreugde en liefde.
Dat was ons pad, beschreven door Degene die de pen van het noodlot hanteert.
…..
Ons verhaal was gebouwd op liefde, vertrouwen en respect. Eenvoudige, maar sterke liefde.
Wat een buitengewoon zeldzame parel had ik.
…..
Maar het ergste is ons helaas overkomen.
Oog in oog met het onvatbare, wat moet ik aan de kinderen vertellen?’ (p. 7/8)

In korte hoofdstukjes wordt beschreven, wat Mohamed is overkomen: hoe hij zijn parel, zijn geliefde vrouw Loubna verliest door een aanslag in de metro in Brussel op 22 maart 2016, hoe zijn leven ervoor was en erna. Hij vertelt over zijn ouders uit Marokko, zijn jeugd in de Brusselse gemeente Molenbeek, zijn opvoeding, zijn geloof: ‘De Koran is poëzie, in het Arabisch is het een prachtige tekst…Het was schoonheid. Het was kunst’ (p. 20). Hij ging naar een katholieke school. Kerstmis vond hij een prachtige tijd, ‘de sfeer van broederlijkheid, vrede en liefde…..Ik voelde mij er al mee verwant.’ Hij is een tegenstander van religieus fundamentalisme, zowel dat van moslims als dat van anders gelovigen.
‘Zou God het ons kwalijk nemen, indien wij mensen liefhebben die anders denken dan wij? Hij heeft toch alle volkeren en naties zelf geschapen. Zoals de Koran het zo mooi verwoordt: “O gij mensen! Wij hebben u geschapen uit man en vrouw en Wij hebben u gemaakt tot volksgroepen en stammen opdat gij elkander zoudt leren kennen” ‘ (p. 23/24).
Mohamed begrijpt dat het geloof een tijdloze verticale as heeft: de relatie tussen mens en God. En een horizontale as tussen mensen onderling. De horizontale verhalen moet je in die context lezen, bij de Islam in de context van de zevende eeuw. Slavernij en de achterstelling van vrouwen zijn achterhaald. Krijgszuchtige passages zijn historie, net als in de Bijbel en andere heilige boeken. ´In geen geval mag er universele geldigheid aan worden toegekend. Ze mogen nooit ofte nimmer worden gebruikt om iemand anders kwaad te berokkenen. …. Is een militaire overwinning een overwinning voor God? Zijn de doodskreten een symfonie ter meerdere ere van God? Wat is er religieus aan een volk dat een ander volk uitmoordt?´ (p. 27)

Er is het hoofdstukje Nadenken: ‘Op de basisschool leerden we over Moeder Teresa. Die vrouw, die haar leven aan anderen gaf, die haar eigen leven opzij zette om goede werken te verrichten, zou dus naar de hel gaan?….Ik vond het oneerlijk….. Ieder van ons beschikt over het vermogen om na te denken… een godsgeschenk’ (p. 28/29). Zo staat het boekje vol wijsheden, teveel om hier op te noemen, maar belangrijk genoeg om in elk geloof toe te passen.
Ook het verhaal over zijn eerste ontmoeting met Loubna is mooi, ontroerend! Zo eerlijk schrijft hij over wat hij allemaal leerde in zijn huwelijk en over zijn overtuiging dat man en vrouw gelijkwaardig zijn aan elkaar. ‘Ze was mijn vriendin, niet mijn trofee.’ (p. 46). ‘Hoe moet ik over liefde schrijven zonder Loubna te noemen?’ Zo begint een gedicht onder de titel Goedheid. ‘Hoe moet ik de liefde beschrijven zonder die vrouw te roemen….De vrouw die de harten veroverde van iedereen die op haar pad kwam. Wat een verlies!’ (p. 49/50) Hartverscheurend schrijft hij: ‘Ik heb de kinderen gezegd dat mama in de hemel was, dat slechte mensen een bom in de metro hadden gelegd, dat God haar wilde beschermen en haar daarom had meegenomen naar de hemel.’ Hij waarschuwt de kinderen in een korte discussie van de kinderen onderling om geen wraak te nemen, want ‘dan verlaag je je tot zijn niveau. Jullie zijn beter dan dat.’ (p. 52)

 


Tenslotte vertelt Mohamed, hoe hij troost, medeleven, een glimlach kreeg van zoveel mensen, onder wie de koning van België. Loubna werd begraven in Marokko en daar ontving zelfs de koning van Marokko het gezin in zijn paleis. ‘Ik voelde me overeind geholpen.’ (p. 63).
Hij eindigt met een lofzang (zou ik het willen noemen) op de liefde en daarin is veel terug te vinden uit andere heilige boeken: ‘Verticale liefde van de Almachtige voor zijn scheppingen; horizontale liefde die we onder de gehele mensheid moeten verspreiden. Als ik een aanhanger van een ander geloof ontmoet die zich laat leiden door liefde, heb ik het gevoel dat we dezelfde godsdienst belijden.’ (p. 71) ‘In de beproeving die ik moet doorstaan voel ik me meer “jihadist” dan de grootste strijder. Ik ben een jihadist van de liefde.’ (p. 76).
Soms had ik bij het lezen een gevoel van trots: Laten we in ons multi-religieuze Suriname niet af en toe een tipje zien van hoe het zou moeten gaan in deze wereld: ‘Liefde, de basis, de sokkel waarop ieder geloof moet rusten’. Een klein, groot boekje!
Mohamed El Bachiri: Een jihad van liefde, opgetekend door David Van Reybrouck. Uitgeverij ‘De Bezige Bij, Amsterdam/Antwerpen, 2017. ISBN 978 90 234 7162 2

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter