blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Een eenheidsspelling voor het Papiaments (4 en slot)

door Fred de Haas

De officiële vastlegging van de ‘Arubaanse spelling’
De ‘etymologiserende’ spelling van Aruba is vastgelegd in wat in de volksmond het Blauwe Boekje is gaan heten en als titel heeft Vocabulario Ortografico di Papiamento (2009).  Omdat er tot nu toe weinig commentaar is verschenen met betrekking tot de inhoud van het Blauwe Boekje’ zou ik hierbij de gelegenheid te baat willen nemen om een enkele opmerking te maken. Deze opmerkingen zijn bedoeld om te worden meegewogen bij het ontwerpen van een eenheidsspelling die de spellingen van het Blauwe en het Gouden Boekje zal overstijgen.

Het 'blauwe' boekje

 

Het valt op dat het Arubaanse alfabet 27 letters en het Curaçaose 26 letters heeft (zie de respectievelijke boekjes op bladzijden 12 en 14). Dat zou bij een eenheidsspelling al direct rechtgetrokken kunnen worden. Die ‘ñ’ mag er best bij.

Wat betreft de accenten die in de Curaçaose spelling veelvuldig voorkomen, schrijft men in de Arubaanse spelling in principe liever geen accenten. Merkwaardig is dan ook dat er wel ineens accenten opduiken in Franse leenwoorden als paté, crèche, frère, crème, crêpepapier. Als verklaring hiervoor wordt gegeven dat voor deze woorden de Nederlandse spelling wordt gevolgd. Men kan hier een vraagteken bij zetten.

Omdat accenten ontbreken in de Arubaanse spelling is het zoeken naar de juiste klemtoon wat omslachtig. Een woord als ‘hipoteca’ kan verwijzen naar het zelfstandig naamwoord en heeft dan de klemtoon op de derde lettergreep [hipoteca] of het kan verwijzen naar het werkwoord. In het laatste geval ligt de klemtoon op de laatste lettergreep [hipoteca].
Om een aanwijzing te geven waar de klemtoon moet vallen heeft men in de lijst achter het woord ‘hipoteca’ een (s) of een (v) geschreven om aan te geven tot welke grammaticale categorie het woord moet worden gerekend (sustantivo / zelfstandig naamwoord of verbo / werkwoord). Als je dat eenmaal weet dan weet je ook waar de klemtoon moet vallen. Nogal bewerkelijk allemaal. Bij het woord ‘nabega’ vind je dan weer geen aanduiding. Spreek je dan uit nabega (klemtoon op de ‘e’) of nabega (klemtoon op de ‘a’)? In de Curaçaose spelling staat er gewoon een klemtoonteken op de ‘a’: nabegá. Aan de Curaçaose spelling kan weer worden verweten dat er teveel gebruik wordt gemaakt van accenten: ‘fèrfdó’, ‘èrmènt’. Waarom niet gewoon ‘ferfdó’ en ‘hermént’?

Wat opvalt in de Papiamentstalige woordenlijst van Aruba is de genereuze plaats die er wordt ingeruimd voor een groot aantal Nederlandse woorden die precies hetzelfde gespeld worden als in de Nederlandse woordenboeken. Op de eerste 40 bladzijden tellen we al 90 Nederlandse leenwoorden waaronder: andijvie, boorwater, bruidsmeisje, appelmoes, augurk, asperge, bauxiet. En als je kijkt bij de ‘K’ op bladzij 206 staan daar op een paar Papiamentstalige woorden na alleen maar Nederlandse woorden. Dat doet op zijn minst wat vreemd aan in een woordenlijst voor native speakers.

Soms hebben de regels iets erg gekunstelds. Als je wil weten waarom ‘cion’ in een woord als ‘posicion’ met een ‘c’ en ‘sion’ in ‘decision’ met een ‘s’ wordt geschreven dan luidt de verklaring dat ‘sion’ (de vorm met een ‘s’) wordt geschreven o.a. in zelfstandige naamwoorden die niet hun vorm hebben behouden in de afleidingen. Heel vreemd.

Het zou te wensen zijn dat de regeringen van Aruba en Curaçao zouden besluiten om een Arubaans-Curaçaose commissie van competente mensen opdracht te geven om één spelling voor het taalgebied te ontwerpen die na een proefperiode van enkele jaren door wet bekrachtigd zou worden.

 

Alfabet van het Creools van Martinique

Alfabet van het Creools van Martinique

Elders in het Caribisch gebied
Aruba, Curaçao en Bonaire zijn niet de enige gebieden waar men worstelt met een geschikt spellingsysteem. Enkele voorbeelden uit het Caribisch gebied mogen dit verduidelijken.

Haiti is van alle Creools-Franse gebieden het enige land waar in 1980 bij wet een spellingsysteem op fonologisch-fonetische basis is vastgesteld. In 1987 werd het Creools (Kreyòl), naast het Frans, een officiële taal in Haiti.

Op Martinique en Guadeloupe, waar, in tegenstelling tot Haïti, het Kréyol geen officiële taal is, werkt men al 35 jaar aan een spelling die voor iedereen geschikt zou zijn en ‘echt Creools’ is. De instelling die zich hiermee bezighoudt is G.E.R.E.C. (Groupe d’Études et de Recherches en Espace Créolophone, 1975). De stichter van G.E.R.E.C. en voorman van de nieuwe spelling van het Franse Creools is de romanschrijver en geleerde Jean Bernabé.
Bernabé is van opvatting dat hoe verder het Creools in de spelling af staat van het Frans (het Kréyol is afgeleid van 17e eeuwse West-Franse dialecten) hoe meer het ‘echt Creools’ is. Het moge duidelijk zijn dat de focus van G.E.R.E.C. dan ook is gericht op de ‘fonologische’ manier van spellen.

 

 

Jean bernabe, 4

Jean Bernabé

De situatie op de kleine Franse Antillen is een andere dan die op de Benedenwindse eilanden, waar de invloed van het Nederlands op de taal beperkt is. Men heeft op de Franse eilanden direct te maken met de officiële en ‘prestigieuze’ Franse taal die een grote invloed heeft op het taalgebruik van de bevolking die hoe langer hoe meer ‘Antilliaans Frans’ gaat spreken in plaats van het echte Kréyol.

In een interview uit 2003 op de UAG (Université des Antilles et de la Guyane, Fort-de-France, Martinique) heeft de auteur Raphaël Confiant, een van de medewerkers van G.E.R.E.C., zich laten ontvallen dat het niet ondenkbaar is dat het Kréyol in de loop van een paar generaties zal verdwijnen. Hij haalt daarbij het voorbeeld aan van het vroegere – voor een Engelsman niet verstaanbare – ‘Jamaican Creole’ dat het makkelijker verstaanbare ‘Caribbean English’ is geworden. Confiant gaf ook het voorbeeld van Trinidad waar in de 19e eeuw nog 70% van de bevolking een – nu praktisch verdwenen – Martinikaans Creools sprak. De eerste grammatica van het Franse Creools op Trinidad werd geschreven in 1869 door de Trinidadian John Jacob Thomas (The theory and Practice of Creole Grammar). Nog steeds zijn er kleine gebieden op Trinidad waar men Frans Creools spreekt.

 

Raphael Confiant

Het is, in het licht van bovenstaande, niet ondenkbaar dat ook het Papiaments aanzienlijke veranderingen zal ondergaan en zelfs gedeeltelijk zou kunnen verdwijnen. Denk daarbij aan de grote instroom van Nederlanders op Bonaire waardoor het Nederlands aan invloed zal winnen en de grote aantallen Colombiaanse en Venezolaanse migranten op Aruba die ervoor zouden kunnen zorgen dat het Papiaments langzaamaan ‘verspaanst’ en misschien wel volkomen in het Spaans verdwijnt.
Ook al om die reden is het van groot belang dat de krachten worden gebundeld om voor het Papiaments tot één spelling te komen.

Een ‘uphill job’
Op 11 september jl vierde de in Nederland gevestigde Stichting SPLIKA, die het Papiaments en de Antilliaanse cultuur op vele manieren bevordert, haar 25e verjaardag. De Stichting tracht haar doel te bereiken door o.a. het organiseren van cursussen voor Papiamentstaligen en anderstaligen en het organiseren van lezingen, symposia en culturele manifestaties.

Ter gelegenheid van het jubileum van de Stichting SPLIKA waren de heren Ronald Severing, directeur van de Curaçaose Fundashon pa Planifikashon di Idioma en Ramon Todd Dandaré, voormalig directeur van het Taalinstituut van het Ministerie van Onderwijs op Aruba, uitgenodigd om in het Haags Historisch Museum voor een gemêleerd publiek hun ideeën te ontvouwen over de mogelijkheden om een eenheidsspelling voor het Papiaments te ontwikkelen, kortom om het Buki di Oro en het Blauwe Boekje (de spellinggidsen respectievelijk voor Curaçao/Bonaire en Aruba) te vervangen door een boekje waarin een spellingwijze zou worden gepresenteerd die zou voldoen op de drie Benedenwindse eilanden.

 

Ronnie Severing2

Ronnie Severing

Hun inleidingen liepen vanaf de spelling van Monseigneur Niewindt (Catecismo pa uso di catolicanan di Curacao, 1837) tot de dag van vandaag en schetsten het beeld van (te) veel pogingen om tot een adequate spelling te komen en evenzoveel pogingen die stelselmatig werden gefrustreerd door ‘de politiek’ of ‘gewoon’ in een geduldige la terechtkwamen.

De genadeslag voor een eenheidsspelling kwam in 1975 toen de toenmalige Premier van de Nederlandse Antillen Juancho Evertsz en de Arubaanse politicus Betico Croes besloten om de keuze van een spelling voor de moedertaal over te laten aan de verschillende eilandgebieden. Door dat rampzalige besluit werd de spelling een speelbal van lage politieke sentimenten met als uiteindelijk resultaat twee spellingsystemen voor een bevolking van ongeveer 260.000 mensen. Zowel de heer Severing als de heer Todd Dandaré gaven tijdens hun inleidingen te kennen dat het meer dan dringend was om voor zo’n klein taalgebied als de Benedenwinden eindelijk één spelling te ontwerpen.

Maar hoe doe je zoiets? Het zal zeker niet liggen aan de spellingmeesters van de Arubaanse en Curaçaose taalinstituten. Helaas, zo proefde ik uit de mondelinge bijdragen van welingelichte individuen uit het publiek, moeten zij vechten tegen de bierkaai van de politiek die – de integere politici niet te na gesproken – vaak wordt bemand door incompetente ego’s die zich laten voeden door de waan van de dag en niet zozeer het belang van het volk als wel hun eigenbelang voor ogen hebben.

De spellingmeesters van Aruba en Curaçao verdienen ons aller steun bij hun streven om de ‘beste’ spelling voor hun moedertaal te ontwerpen. Ik wil, als steun in de rug voor deze spellingontwerpers, besluiten met een citaat (‘oude spelling’) uit een gedicht van Pierre Lauffer (Kantika pa Bjentu, DE WIT N.V., Oranjestad, Aruba, 1963, p.22):

‘pero malatí di mi spiritu
ta forsami sigui lastra
riba mi frakasonan su restu,
muha nan ku aw’i wowo,
pa sikjera algun máta duna flor’.
‘maar de gesel van mijn geest
dwingt mij om me voort te slepen
en de droesem van mijn falen
met mijn tranen te besproeien
opdat eens een plant zal bloeien’.

 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter